dan het schip, doordien zijn muren lichter zijn. De toren, die met een geringe verjonging aan alle zijden en een ietwat grootere verjonging aan noord- en zuidzijde opgaat, heeft enkele natuursteenen banden en aan drie zijden twee kleine spitsbogige galmgaten. De kerk bezit:
Preekstoel (XIX A).
Zerk (thans staande) in het koor voor O.B.Th.H. Baron van Rehden († 1810) met wapen; onzichtbaar een uit 1784 en andere.
Vier gebrandschilderde glazen (1765), een o.a. met cartouche: ‘kerkeraad van Noorddijk’ en de wapens der leden, afbeelding der kerk van het Z. (met drie spitsboognissen met vlechtingen in plaats van twee zooals nu), een met het wapen van den predikant Theodorus Lubbers en zijn echtgenoote geb. Wichers, een met het wapen van den kerkvoogd Eijze Tjaarda de Drews, taalman der gezworen gemeente van Groningen en een met dat van den kerkvoogd en Groningschen raadsheer Louis Wichers en zijn vrouw Elisabeth Helena Gruys, alle met baldakijnbekroning.
Oud offerblok met beslag (in nisje).
Twee zilveren Avondmaalsbekers, een (XVII?) en een (1828).
Twee klokken, een groote in 1660 door Jacobus de Vrij, en een kleine in 1714 door Jan Crans in Enkhuizen gegoten.
g 1-4. Molens. Ruischerbrug aan het Damsterdiep (1865?) en Noorderhoogebrug aan het Boterdiep (1907): achtkante korenmolens met stelling: o.s. horizontaal hout op steen en geasfalteerd hout op steen; achtkante watermolens in den Noorderpolder (1889): riet op veldmuren, rieten kap en den Borgslooterpolder (1871), riet op veldmuren, rieten kap.