Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel XI. De provincie Groningen
(1933)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 118]
| |
Verscheidene zerken op hit kerkhof, de oudste uit 1676. Zilveren gegraveerden Avondmaalsbeker (1758, merken I A en struik) met afbeeldingen van het vroegere kerkje. Tinnen kan en schotel (1819). Klok, in 1479 door Herman Jr. (?) gegoten.
g. Achtkante korenmolen met stelling: geasfalteerd op geteerd hout, geasfalteerde houten kap. | |
Kantens.a. Een zilveren muntje van Antoninus Pius en oudheden (terpentijd) uit de wierde bevinden zich in het Museum van Oudheden te Groningen.
e. De thans ned. herv. kerk is een rechtgesloten gebouw (in oorsprong vermoedelijk XII, geheel gewijzigd XVII en vooral inwendig XIXa) met een (bijna geheel ommantelden) achtkanten overhoeks staanden, aan zes zijden ingebouwden toren (XV). Het westelijke kerkgedeelte, hier en daar nog van tuf, heeft spaarvelden, afgedekt door een rondboogfries, waarboven aan de zuidzijde de daklijst steunende kopjes. Aan deze zijde ook een natuursteenen portaal (± 1650), evenals in de sluiting (1664), het laatste met Ionische pilasters en vazen. De door een zwaren westboog geschoorde toren met hooge ingezwenkte achtkante spits heeft hol-geprofileerde nissen voor galmgaten, natuursteenen- en baksteenen waterlijst. Inwendig een plafond (1822). De kerk bezit: Eiken koorafsluiting met gesneden paal (1633). Rijken preekstoel (1741) met wapen-Lewe en -Van Lijnden; eenvoudig doophek (XVIII) en geverfde Avondmaalstafel (XVIIIc) met marmeren blad. Ouden smeedijzeren doopbekkenhouder en koperen twee-armigen kaarshouder (XVII). | |
[pagina 119]
| |
Rijk orgel (in oorsprong ± 1660, aangevuld en gewijzigd XVIII b/c, hersteld in 1820) met rugpositief; op de borstwering de (voor eenige jaren nieuw aangebrachte) wapens - Lewe en - Clant en - Lewe en - Coenders. Tochtportaaltje (1664). Verscheidene zerken, de oudste uit 1648. Twee klokken, waarvan een in 1437 gegoten en een in 1660 hergoten door Jurien Balthasar te Leeuwarden, met het wapen van Joest Lewe en Petronella Lewe - Coenders. Een zandsteenen doopvont, (XIII) langen tijd als tuinvaas (gewit) gebezigd op de oude (gemoderniseerde) boerderij de Klinkenborg, bevindt zich thans in het Museum van Oudheden te Groningen.
g. 1-2. Achtkante pel- en korenmolen met stelling (1818 als molen met lage stelling, in 1852 verhoogd) en watermolen (1877) in den Kooipolder: riet op veldmuren. | |
Rottum.a. Een bronzen satyrbeeldje (IV-V, Romeinsch) en vele terpenoudheden (V-IX) uit de dorpswierde bevinden zich in het Museum van Oudheden te Groningen.
e. De ned. herv. kerk, in 1889 gebouwd ter vervanging van een oudere (XII), afgebroken in 1892, heeft: Eenvoudigen geverfden preekstoel (XVIIb) met barocke boogpaneelen tusschen gegroefde zuiltjes, en doophek (XVII?). Talrijke zerken (de oudste 1642), op het kerkhof. Twee koperen twee-armige kaarsarmen (XVIII). Zilveren Avondmaalsbeker (1703, merken: Groningen, I met D en B ineen binnen omranding) en schotel (gemerkt: Groningen 1790, onduidelijk). | |
[pagina 120]
| |
Stitswerd.a. Drie beenen spinklosjes en andere terpenoudheden (terpentijd) uit de dorpswierde bevinden zich in het Museum van Oudheden te Groningen.
e. De ned. herv. kerk (H. Georgius), een gepleisterd gebouwtje met groote spitsboogvensters en inwendig met een balkenzoldering, bezit: Preekstoel (XVIIb), de kuip met barokke boogpaneelen en friezen (ingelegd met ebbenhout), tusschen gegroefde Ionische halfzuiltjes; oude banken. Verscheidene zerken, de oudste uit 1639. Zilveren Avondmaalsbeker (1715, merken: Groningen, T, waaronder CTB). Klok, in 1439 gegoten. | |
Zandeweer.e. De ned. herv. kerk is een gebouw van vijf traveeën met halfronde sluiting (XIII A, gewijzigd en overwelfd XV, in 1931/2 gerestaureerd onder leiding van den architect A.R. Wittop Koning, waarbij o.a. de latere beenen aan de zuidzijde werden weggebroken) met een vrijstaanden zadeldaktoren (XV B). Aan den oorspronkelijken toestand herinneren de liseenachtige beenen tegen den noordmuur, groote stukken van een rondboogfries op de beide zijmuren van het schip, en de sluiting met vlakke lisenen en dichtgemetselde kleine spitsboogvensters. Uit den tijd der verbouwing dateeren de westelijke ingangsnis met natuursteenen ezelsrugboog, waarin een geprofileerde korfbogige doorgang en een rijk-geprofileerd spitsboogvenster met blokken in den zuidmuur. De vlakopgaande toren, waarop een klein klokkespitsje, heeft in de topgevels spaarnissen van laatgothisch type. Inwendig kruisribgewelven, gescheiden door hol-geprofileerde gordelbogen, over de ietwat lagere en inspringende | |
[pagina 121]
| |
sluiting een halfkoepel-gewelf (evenals dat der oostelijke travee ± 12 jaren geleden in kleine steen vernieuwd). In den toren beneden vier spitsbogige spaarnissen. De kerk bezit: Rijk gesneden preekstoel (XVIIIc) met trap en klankbord, waarop de wapens-Alberda en.......; Avondmaalstafel (1758) in den stijl van Lodewijk XIV met marmeren blad; eenvoudig spijlen-doophek (op basement 1793). Orgel (1731) met rijke kas en rugpositief in den stijl van Lodewijk XIV, de balustrade met wapens, gevierendeeld - Alberda - Tamminga - Ubbena - Rengers en - Clant - Lewe - Coenders - Coenders, beide met hartschild - Scheltkema. (Onno Tamminga van Alberda g.m. Josina Petronella Clant, erfdochter van Scheltkema - Nyenstein). Twee fraaie banken (1679) met gesneden opzetstukken en deuren, op de achter(koor)zijde de wapens van Abel Coenders van Vervouw tot Zandeweer en Bijwe Coenders Lewe, en van Egbert Clant van Scheltkema-Nijenstein en Anna Clant-Lewe; voorts een lambriseering, banken, deuren (naar den toren), een portiek (alles XVIII B). Zerken: een rijke gothische met wapen, helmteeken en vier kwartieren voor vrouwe Eylka Scelkcuma († 1507), een groote met drie rijen van vier paren alliantiewapens voor leden der plaatselijke geslachten († 1571-1725), een (1702) voor Egbertus Clant en Anna Lewe met hun wapens en kwartieren in koper, en verschillende meer eenvoudige. Geschilderd wapenbord, in den stijl van Lodewijk XIV, voor Josina Petronella (Tamminga van) Alberda-Clant (geb. 1676). Zilveren Avondmaalsbeker (merken: Groningen 1694, Johannes Dronrijp), geschonken door Egbert Clant en Anna Clant-Lewe, twee schotels (1834). | |
[pagina 122]
| |
Twee klokken, in 1463 door Hinricus Kokenbakker (?) gegoten met de reliëffiguren van Christus tusschen de H. Katharina en Ludger (?) en Maria.
g. 1. Van den in oorsprong middeleeuwschen onnemaborg, XVIII B door een op zijn beurt in 1801 vernieuwd landhuis vervangen, rest nog een schathuis.
2. De hekpalen van den in 1812 gedoopten borg scheltkema-nijenstein bevinden zlch thans bij de Ned. Herv. kerk te Middelstum.
3. Achtkante korenmolen (vóór 1851): riet op hout en steen, rieten kap. |
|