de buitenste veelhoekszijden der twee oorspronkelijke choorsluitingen verbindt, met een smallen zijbeuk aan den zuidkant, en ten westen verbonden aan een grootendeels voor het noordelijk schip staanden toren (± 1500, gepleisterd XIX). De kerk is gedekt door twee zadeldaken. De westgevels zijn gepleisterd; in den zuidwand overblijfselen eener zandsteenen waterlijst (XVII) en een eenvoudig poortje (1636). Inwendig: in beide schepen houten tonwelven, gedragen op gemetselde zuilen aan den zuidkant, gestucte houten zuilen in het midden en gemetselde muurzuilen aan den noordkant; de zijbeuk heeft een open lessenaardak. De kerk bezit:
Hangenden preekstoel (± 1600) met klankbordversiering (1702).
Koperen doopbekkenhouder (XVIII b), dito lezenaar op arm (± 1700) en arm, Lodewijk XV.
Gebeeldhouwd choorhek (XVIII a).
Twee regeeringsbanken (XVII d).
Tien-gebodenbord (XVIII b).
Twee zilveren bekers (1671 en 1686) en schotel (1686).
Twee klokken, de eene gegoten 1711 door Claes Noorden en Albert de Grave te Amsterdam, de andere in 1709 door Ouderogge te 's-Gravenhage.
De remonstrantsche kerk bezit:
Preekstoel (XVII d).
Koperen doopbekkenhouder, dito lezenaar op arm, en voorlezers-lezenaarstandaard, alles Lodewijk XV.
Koperen kroon (XVII d).
Twee zilveren bekers (1673); dito schotel (1712).
Diaconiehuisjes der Ned. Hervormde gemeente. Steen betreffende de stichting (1592) en de uitbreidingen (1699 en 1705).
Nr. 85. Gevel met toppilaster en ankers (XVII d).
Nr. 35 (hoeve ten noorden van de kom). Steen (1647).