Toomkins), houten sluitsteenversiering met wapen van Brederode. Van den nagenoeg vrijstaanden toren zijn de drie onderste geledingen XIII, de beide bovenste XV (hersteld 1904). Lage achtkante spits. De kerk bezit:
Steenen altaar (XVI A) zwaar beschadigd, met reliefs en sporen van beschildering.
Twee choorhekken met pilasters en paneelwerk (op het eene: 1542).
Gesneden hek tusschen hoofd- en noorderzijchoor, Renaissance (XVI c).
Fragment van een choorbank (XV) onder het laatstgenoemde hek.
Preekstoel (XVII c) op voet (XVII a?)
Koperen lezenaar op arm (XVII).
Regeeringsbank met rijk fries, waarin wapen van Brederode en: 1624; twee bijbehoorende deuren en schotwerk rondom kolommen.
Beschot (± 1624).
Orgel (1803).
Fragment van een beeldgroep.
Marmeren katafalk (XVI c) van Reynout van Brederode († 1556) en Philippote van der Marck, onder beschilderde houten overhuiving (XVII).
Zerk met wapen van den drossaard Jacques de l'Homme en diens vrouw; zerk met leeuw (± 1550); zerken van 1592, 1643 enz.
Zilverwerk: twee offerschalen, twee borden, twee bekers en een schotel (alles 1823). Twee bekers (1772), afkomstig van de Waalsche kerk te Vianen.
Drie klokken, twee in 1593 gegoten door Thomas Both, eene in 1758 door Pieter Seest te Amsterdam.
2. Kapel, (achter het Raadhuis, zie d, Nr. 2). Baksteenen gebouwtje (XV) met driezijdige sluiting.