en de zuidkapel hebben puntgevels met zadeldaakjes, de westwand bestaat uit drie puntgevels, elk met een spitsboograam, waarvan het middelste hooger wegens den daaronder aanwezigen ingang (XVI a). Inwendig: zuilen op verminkte voetstukken en spaarnissen met muurbanken in de zijmuren. Het choor gedekt door een houten tongewelf (XV), het schip door een later gewijzigd en gestuct tongewelf, de zijbeuken door halve tongewelven met steekkappen naar de vensters. De sacristie vertoont aanzetten van een uitgebroken kruisgewelf. De toren heeft een achtkante, door leien gedekte houten spits (1681).
Boven de ingangen aan den west- en den zuidkant, en boven de deur der kerkekamer, wapenschilden en lofwerk (XVII c). De kerk bezit:
Eiken choorhek (± 1650), schotwerk in het choor (1645) en hek (± 1650) voor de noordelijke kapel.
Gesneden houten voet (XVIII d) voor doopbekken.
Preekstoel (± 1600) en koperen voorlezerslezenaar (XVII d).
Rijk-gesneden overhuifde heerenbank (XVII c).
Twee koperen kronen (XVII d), een (XVII a) en een aantal wandblakers (XVII d).
Orgel (1786) door Joachim Reichner.
Monument (geschilderd) voor Mr. Hendrik Ravesteyn (1792).
Drie zerken (1555, 1505-1514, 1608).
Memoriebord (XVI d), twee spreukborden (1597), een dito (1615), een (1614) en een tekstbord (XVII).
Gedreven zilveren drinkschaal (1607) door Paulus van Vianen.
Twee zilveren avondmaalbekers (1659).
Zilveren broodschaal met drijfwerk (1792).
Zilveren schaal, twee dito schotels en twee dito bekers (1790).
Klokkenstoel (1681) met twee klokken, gegoten in 1681 door Mammes en Claudy Fremy te Amsterdam.