Rijnsburg.
Een glazen kannetje uit den Romeinschen tijd is in het Museum van Oudheden te Leiden. Van der Aa vermeldt vondsten van Romeinsche munten enz.
Verschillende voorwerpen, gevonden in een Frankisch grafveld, blootgelegd in 1913, zijn in het Museum van Oudheden te Leiden, o.a. een gesp in verroterie, fibula, urnen en ook Saksisch vaatwerk.
De thans ned. herv. kerk, door den architect Jesse grootendeels vernieuwd in 1903, heeft nog een fragment van den noordmuur (reuzenmoppen), vier zuilen (deels tufsteen) en den toren (± 1200) der oude abdijkerk (gebouwd 1133, in datzelfde jaar afgebrand, herbouwd in 1200, deels verwoest in 1572, verbouwd in 1612, 1660 en 1782). Van de vier oude zuilen hebben er drie (± 1200) versierd vierhoekig voetstuk en teerlingkapiteel, de vierde (XV B) achthoekig voetstuk en bladkapiteel, terwijl van eene de schacht door acht schalken omgeven is.
De toren (± 1200) is tot aan den trans van tufsteen. Voor den ingang een Renaissance-poortje (1618), waarom metselwerk (XVII). Op den trans eene latere borstwering en baksteenen achtkant met spits (beide 1830). Inwendig: gewijzigde toegang tot het schip, sporen van ouden noordelijken doorgang (?), en, ± 4 Meter boven den grond, nog een toegang tot het schip. De kerk bezit:
Doophek (± 1660).
Preekstoel met koperen lezenaar en dito doopbekkenhouder (alle ± 1660).