Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel III. De provincie Zuidholland
(1915)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 282]
| |
tot onderverdieping; onversierde hoofdverdieping, met topgevel waarin drie nissen, eene met Justitiabeeld en twee met schildhoudende leeuwen. In den rechterzijgevel, jaartalankers. In de hal, steen betreffende de eerste steenlegging, en een met wapens. Gesneden deur uit den tijd van den bouw.
De ned. herv. kerk (H. Antonius van Padua), gesticht in 1567, is een eenbeukige kruiskerk van baksteen met aan de zuidzijde van het choor aangebouwde kapel uit den stichtingstijd. Het noordertransept is, blijkens een steen, vergroot in 1621, het zuidertransept, eveneens blijkens een steen, in 1650. Aan de zuidzijde is een consistoriekamer (XIX) aangebouwd. De toren (1604), van gele baksteen, heeft een stergewelf. Voor den ingang, steen met wapen en jaar. In het zuidoosten een achtkante grafkapel van Sabina van Egmond († 1614). In den boog onder den ouden ingang een tijdvers en hieronder eiken lijst met opschrift. De kerk bezit: Preekstoel (midden XVII) met lezenaar op arm (1712), gegoten door Petrus Backer te Rotterdam, voorlezerslezenaar (geschonken 1735), doopbekkenhouder en twee koperen armluchters (1734). Gesneden doophek (1625). Orgel (1625). Grafbord (1794). Verschillende zerken, o.a. een (1756) in de grafkapel. Zilveren schotel (1787), twee borden en doopbekken (XVIII d). Zes gegraveerde zilveren bekers: vier (1709) en twee (1782). Twee klokken, een gegoten in 1604 door Henricus Meurs, en een in 1656 door Jean Paris (overgegoten in 1907). Twee ijzeren geldkisten.
De synagoge (1843) bezit: | |
[pagina 283]
| |
Twee koperen kroontjes (XVIII). Een paar zilveren siertorens (XVIII d). | |
Particuliere gebouwen enz.1. B 1 en B 2. Dubbele trapgevel (XVII a), van gele en roode steen met vleugelstukken, ankers. 2. Trapgevels aan de huizen B 11 (midden XVII) en B 493 (XVII), het laatste met ankers. 3. B 494. Dordtsch type (± 1680). Ankers. 4. A 1. Dubbelgezwenkte topgevel (XVII d). 5. A 182 en A 459. Topgeveltjes met voluten (XVII d). 6. C 135. Huize 't Paradijs (1665). IJzeren schoorsteenversieringen, twee gevelsteenen. Inwendig: Portaal met dubbele gesneden houten poort en beschilderd plafond. Kamer met papieren behang (XVII) en rijkgesneden eiken schoorsteenmantel (± 1665). Zijkamer met Empire schoorsteentje. 7. B 9. Deur, stoeppalen en kettingen, Lodewijk XVI. 8. Gevelsteenen aan de volgende huizen: A 24 (1609, afkomstig van eene smidse), A 292 (1616), C 33 (Vredenburch 1621 en een steen, XVII a), B 82 (1616), B 84 (1646) en bij de kerk (1725). 9. Ankers: A 459, A 495, B 499 (alle XVII), B 16 en B 27 (XVII d), B 15 en A 64 (XVIII), A 205 (met jaartal: 1801). 10. Boerderijen: Oud-Beierlandsche dijk, A 318. Tuitgevel (± 1645) in gele en roode baksteen, met oude ontlastingsbogen, kruiskozijnen en ankers. De top is afgesneden. Eerste Kruisweg. Metselmozaiek, ankers en steen (1635). Langeweg. Afgeknotte topgevel met 1617.
Aan den Oud-Beierlandschen dijk, een molen met beschadigden steen (midden XVIII) en een meestoof (1771). | |
[pagina 284]
| |
In particulier bezit (huis A 30) bevinden zich: een grauwtje, twee schilderijen (XVII) en een gildeproef (St. Lucas). |
|