Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel III. De provincie Zuidholland
(1915)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 268]
| |
sloten choor (beide XIV A); een noordelijken dwars arm (± 1500); en een westtoren (± 1300, verbouwd 1613 en 1877). De noordwand (± 1500) van het schip en het transept hebben van onderen steenen van grooter formaat, de zuidmuur is in 1846 hersteld. In den oostmuur van het choor, uitwendig een diepe nis met overblijfselen van gothische traceering, waarin een gat is gebroken ter verlichting van een grafkelder. Houten tongewelf met insnijdend transeptgewelf. De toren is aan den voet gepleisterd; de twee bovenste geledingen zijn in 1877 opgetrokken. Boven den ingang een steen betreffende de verbouwing (1613). Inwendig een cachot. De kerk bezit: Doopvont (XV), als voet van den preekstoel (1614). Koperen lezenaar (XVIII a) en voorlezerslezenaar op houten voetstuk, Lodewijk XV. Vier koperen kronen, een met: 1681 en schildjes. Heerenbank (XVIII b) met kandelaars. Tekstbord met Lodewijk XV-rand, gebodenbord (1607). Grafbord (1748). Marmeren grafmonument voor Martinus van Barnevelt (1781), met gesmeed ijzeren hek. Plafond, Lodewijk XV, in den grafkelder. Zerken van 1605, 1609, 1616, 1629, 1641, 1647, 1661. Klok, gegoten in 1612 door Jan van Trier.
Gevelsteenen hebben de huizen Nr. 172 (1610) en Nr. (1706). Ankertjes aan Nr. 63; kelderluikijzer aan Nr. 26. Steenen met waterpeil in 1740, 1809 en 1819, in de hoeve Nr. 21. |
|