Koperen voorlezerslezenaar en twee kandelaars (midden XVIII).
Zes rijke koperen kronen (XVII).
Orgel (1830).
Bank en beschot (XVII b).
Tien-gebodenbord (XVII).
Op den oostelijken torenwand, met snijwerk versierde wijzerplaat (± 1750).
Zerk (1820).
De twee oude klokken der kerk, onderscheidelijk gegoten in 1597 door Cornelius Ammeroy, en in 1613 door Joannes de Trier, zijn in 1909 versmolten. Op den klokkenstoel ingesneden jaartallen: 1745 en 1794.
Om het kerkhof een in 1626 gebouwde muur, waarin gesmeed ijzeren hek, Lodewijk XV, tusschen posten met vazen (1761).
Op het kerkhof, ruïne van het slot Hillegersberg (XIII), verwoest in 1426. Rechthoek van ruim 11 M. in het vierkant, met sporen van rondbogige tongewelven en fragment van eenen traptoren.
In een huis naast den jardin de plaisance, gevelsteen (1729).