Sint Kruis.
e. De ned. herv. kerk (XIV A) is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip van vier traveeën en een westtoren van eene geleding met tentdak en hoekbeeren met vijf versnijdingen. In den top van den toren overgang tot (verdwenen) achtkant.
Blijkens de aanwezige bogen had de kerk vroeger een zijbeuk. Koor (en transept) zijn afgebroken en het schip is minstens eene travee ingekort en verbouwd in 1872.
Het schip heeft in de zijmuren nog behouden de kolommen, door geprofileerde spitsbogen verbonden, die vroeger het schip van de (verdwenen) zijbeuken scheidden. Het schip is door een laat, vlak plafond gedekt.
In den toren ingang met geprofileerden korfboog, waarboven een venster met korfboog. Hierboven de galmgaten. De kerk bezit:
Eikenhouten preekstoel (midden XVII) met koperen dubbellicht.
Koperen dubbellicht voor den voorlezer (XVIII).
Muurbanken (midden-XVII).
Verschillende gegraveerde zerken (deels bedekt) o.a. wit marmeren zerk met ingelegd (verdwenen) kruis (1473), zerk met evangelisten in de hoeken (1475), met man en vrouw (1509), met vrouw, het hoofd rustende op een kussen (XVI a), gegraveerd met ridderfiguur (1534), zerk (1549) met moet van verdwenen koperen plaat, zerk met bisschopsbeeld (XVI A), met man en vrouw (1570), beide met spreukbanden, met man en vrouw (1572, gegraveerd en gebeeldhouwd).
Klok, in 1736 gegoten en in 1913 gebarsten en opgelapt door Teurlink van Sevegem.
Molen (1762), steen met opschrift.