Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel X. De provincie Noord-Brabant
(1931)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 390]
| |
Breugel.e. De r.k. kerk (H. Genoveva), van 1648-1810 in handen der Protestanten, bestaat, na de afbraak (1822) van het dwarspand, uit een schip van vijf, een smaller koor van drie traveeën met 5/8-sluiting en een toren (alle XV B, de kerk inwendig hersteld in 1829, de torenspits verlaagd in 1800). De van baksteen met een aantal tufsteenen sierdeelen opgetrokken toren, met overhoeksche en overhoeks versneden beeren aan de westzijde en met een in het verlengde van den oostwand uitgemetselden traptoren aan de zuidzijde, bestaat uit drie geledingen: de eerste heeft een holgeprofileerde, door twee segmentbogen op kraagsteentjes gedekte ingangsnis met ellipsvormig getoogden ingang en voorts spitsbogige spaarvelden met neuzen, welke ook bij de tweede geleding voorkomen; de, door een rondboogfries afgesloten, derde vertoont aan iedere zijde tweemaal drie smalle driepasvormig gedekte spaarvelden, in de middelste waarvan galmgaten boven nisjes met driepassen. Inwendig over het koor een netgewelf, welks ribben rusten op gebeeldhouwde kraagsteenen, over het schip een modern gewelf. De kerk bezit: Verguld koperen ciborie (XVIIc) met medaillons op den voet. Twee klokken, waarvan één gegoten in 1529 door Jaspar Moer en één in 1757 vergoten door Alexius Petit.
Op het kerkhof twee zerken met wapens (1558 en 1569): voor Lambertus Aertsz van Culenborch en zijn vrouw Elysabet, en voor Jenneken Aelbert Lambertsdr. | |
Zon.d. Het raadhuis (XVIII B, gerestaureerd en vergroot in 1920) is, wat het oudste gedeelte betreft, een rechthoekig, door een zadeldak (waarop een klokkespitsje) | |
[pagina 391]
| |
tusschen sluitgevels gedekt, gebouw met een vooruitspringende, door een ingezwenkt halsgeveltje bekroonde, ingangstravee. Hiervóór een hardsteenen stoep met gesmede leuning. Gesneden deuromlijsting en bovenlicht, waarin een stralende zon.
e. De r.k. kerk (H. Petrus) bestaat uit een driebeukig basilicaal aangelegd schip (± 1500) van vier traveeën, een koor (verhoogd ± 1860) van twee traveeën met driezijdige sluiting en een toren (XVIa). Deze van baksteen met vele natuursteenen sierdeelen opgetrokken, toren met overhoeksche beeren tegen den noordwesthoek en met een veelhoekig uitgemetselden traptoren op den zuidwesthoek heeft drie geledingen: de eerste vertoont een geprofileerde spitsbogige ingangsnis, geflankeerd door langwerpige, rondbogig gesloten spaarvelden, de tweede door twee rondboogjes op kopjes gedekte spaarvelden, de derde heeft spitsbogige spaarvelden met gekoppelde rondbogige galmgaten, weder geflankeerd door smallere, gedeeltelijk rechthoekig gedekte, velden en wordt afgesloten door een fries van kleine spaarnisjes. Gemoderniseerde spits. De kerk bezit: Zilveren kelk (± 1750). Twee zilveren ampullen met blad (XVIII). Gegoten koperen kandelaars: één op hoogen schijfvormigen voet (XV), drie met balustervormigen stam (± 1600, twee door den smid Peter Janssen) en twee met gecanneleerden stam (± 1650). Twee klokken, waarvan één gegoten in 1562 door Jan Moor en één in 1829 door Petit en Fritsen.
g 1. Huis A 4. Voormalig schoolhuis: door pilasters omgeven ingang.
2. Ten Z. van het dorp een standaardmolen. | |
[pagina 392]
| |
h 1. Van de voormalige schutterij van St. Barbara worden op het raadhuis nog bewaard: een zilveren vogel (XVII, merken: Leuven, V, boompje) en schilden uit 1713, 1808 (twee), 1819, 1825, 1838, 1847 en 1850. 2. De schutterij van St. Catharina bezit een zilveren vogel (XVIIa, merken: H, lelie) en schilden uit 1597, 1609, 1613 (twee), 1614, 1632, 1638, 1669, 1826, 1828, 1838, 1842 en 1844, 1846 en 1848. |
|