Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel X. De provincie Noord-Brabant
(1931)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendb. Verdedigingswerken.1. De water- of gevangenpoort is een rechthoekig, thans vrijstaand, eenvoudig baksteenen bouwwerk (XV) | |
[pagina 376]
| |
met zadeldak. Op den noordoosthoek een op boogfriezen rustende, veelhoekig uitgekraagde arkel en boven den spitsbogigen doorgang, waarvan het gewelf in 1898 is uitgebroken, drie nisjes. Inwendig een steenen trap met troggewelf.
2. De tegenwoordige omwalling bestaat uit een hoogen waterkeerenden muur aan de rivierzijde, dubbele vooruitspringende bastions op de hoeken (op den zuidoosthoek een enkel bastion) en een ravelijn in de gracht aan de oostzijde. | |
c. Pomp.Hoogstraat. Hardsteenen pomp (vermoedelijk XVIII), thans buiten gebruik. | |
d. Wereldlijk openbaar gebouw.Hoogstraat. Het raadhuis (1592, blijkens cartouche) is een, thans gepleisterd en gemoderniseerd, onderkelderd gebouw, waarvóór een bordes met twee schildhoudende leeuwtjes. De ongepleisterde achtergevel heeft in den top nog eenige trappen en hoekblokken. | |
e. Kerkelijke gebouwen.1. De ned. herv. kerk (H. Martinus), gebouwd XV, herbouwd XVIIa, hersteld in 1841 en 1922, bestaat uit een driebeukig schip van drie traveeën onder één zadeldak met langs den toren doorgetrokken zijbeuken, een dwarspand, een koor van vier traveeën met 5/10-sluiting en een toren (XV B-XVI A; sinds 1717 zonder spits, thans met een ijzeren nooddak, in restauratie); aan de zuidzijde van het koor de moet van een afgebroken aanbouwsel. De beeren van schip en dwarspand in den zuidarm met overhoeksche versnijdingen hebben bergsteenen hoekblokken. | |
[pagina 377]
| |
De toren bestaat uit drie geledingen. Van zijn overhoeksche beeren - waarvan de noordwestelijke over de benedenste en de zuidoostelijke over de bovenste geleding in verbinding met een veelhoekig uitgemetselden traptoren - zijn de westelijke beneden vierkant uitgebouwd en met bergsteenen blokken, alsmede met slanke spaarvelden verlevendigd; langs de volgende geledingen hebben alle beeren dergelijke spaarvelden en gekoppelde bergsteenen pinakels. Ellipsvormig getoogde bergsteenen ingang, gevat in hooge spitsboognis met holgeprofileerden dagkant. De beide bovenste geledingen hebben slanke geprofileerde met driepassen versierde spaarnissen, waarvan die in de tweede geleding grootendeels nog ruitvormige medaillons en die in de derde geleding ronde medaillons met profielkoppen in reliëf (± 1525) hebben bewaard; hierboven (bij de tweede geleding aan noord- en zuidzijde thans verdwenen) een rondboogfries, waarvan de boogvelden met bergsteenen schelpen gevuld; in de middelste, spaarvelden der bovenste geleding zijn galmgaten gebroken. Inwendig worden de beuken van het zeer gewijzigde schip, op één van welks trekbalken het jaartal 1621 voorkomt, door zes pijlers en twee zuilen gescheiden. Van de op kapellen gelijkende dwarsarmen dient de zuidelijke als consistorie en de noordelijke als portaal. Het als bergplaats gebezigde koor heeft overblijfselen van op eenige hoogte boven den grond beginnende schalken. In den toren beneden consoles (maskers) met aanzetten van gewelfribben. De kerk bezit:
Preekstoel (XIX A).
Wit geschilderd orgel (1680, blijkens cartouche), afkomstig uit de Kloosterkerk te 's Gravenhage.
Avondmaalszilver: twee gladde bekers en drie schotels (XVIII?); voorts twee tinnen kannen (XVIIId). | |
[pagina 378]
| |
2. De r.k. kerk (1838, blijkens steen) is een on belangrijk zaalgebouw en bezit: Houten altaar (1840) met altaarstuk, voorstellende de aanbidding der herders (1839, door van der Hulst). Gesneden communiebank (± 1840). Kleine zilveren ciborie (XVIIa, merken: Utrecht, V in schild, monogram A V = Adam van Vianen). In de pastorie een pastoorsportret (1836, doek). | |
g. Particuliere gebouwen.1. Molenstraat 61. Huis (XIV, doch gewijzigd XVIIa, 1780 en 1904), gedeelte van een voormalig grooter gebouw (klooster?), met in den westelijken zij-geveltop nog eenige zadeldakvormig afgedekte trappen. Op de verdieping aan de voor- en achterzijde vensters met ellipsbogen, waarin blokken en sluitsteenen, en metselmozaïek in de boogtrommels. Deur (XVIIIc). Inwendig nog een paar gothische sleutelstukken. Een bedstede met snijwerk en: 1619 is naar Amsterdam verkocht.
Verminkte gevels van het Zuidhollandsche (‘Dordtsche’) of verwant type: 2. Hoogstraat 286-287. ‘In den gulden engel’ (1593). Beneden gewijzigde gevel met bergsteenen blokken en banden en holgeprofileerde baksteenen waterlijsten met kopje in het midden. Tegen de verdieping geprofileerde korfbogige ontlastingsbogen met metselmozaïek in de boogvelden boven de vensters, waartusschen gekartelde zuiltjes (ten deele verdwenen) op kraagsteenen en met Korinthische kapiteelen, waarop gezwenkte, boven de vensters rechthoekig omgeknikte bogen rusten. Gevelsteen: engel in een nis, waaronder een cartouche. In den nog van eenige der trappen voorzienen, maar thans recht afgesneden top uitgekraagde togen op kopjes | |
[pagina 379]
| |
om de ontlastingsbogen met metselmozaïek. Tusschen de topvensters een alliantiewapen. Sierankers. 3. Hoogstraat 288. ‘In den salamander’. Overeenkomstige gevel (1606, blijkens den gevelsteen). Deur XIX A. 4. Hoogstraat 291. Soortgelijke, nog meer verminkte gevel (± 1600). Metselmozaïek en twee gebeeldhouwde kraagsteenen in het fries boven de onderpui. 5. Hoogstraat 43. Soortgelijke gevel (1645, blijkens cartouche). Op de verdieping uitgezwenkte, doch niet rechthoekig omgeknikte togen. 6. Hoogstraat 44. Verwante gevel (± 1595), doch slechts met zwaargeprofileerde ontlastingsbogen tegen de verdieping, ± 1900 nog met klaverbladmotieven in de boogvelden. 7. Hoogstraat 284. ‘In de vergulde helm’. Dergelijke gevel (1601, blijkens jaartal). 8. Hoogstraat 285. ‘In 't herdt’. Soortgelijke gevel (1601, blijkens cartouche) als nr. 7, doch met geprofileerde togen op kopjes om de ontlastingsbogen. 9. Hoogstraat 45. Dergelijke gevel (1608, blijkens cartouche) als nr. 7. 10. Hoogstraat 17. Gepleisterde trapgevel (1605, blijkens een thans verdwenen steen) van hetzelfde type. 11. Hoogstraat 21-22. Verminkte gevel (XVII A) van hetzelfde type als de vorige. 12. ‘De Witt's poortje’ (1611, blijkens jaartal in fries), van bergsteen. Geblokte pilasters met Ionische kapiteelen en hoofdgestel boven doorgangsboog met sluitsteen, bekroond door een driehoekig fronton, waarin alliantiewapen. Verder eenige latere gevels: 13. Topgevel (1758, blijkens steen in de pui). | |
[pagina 380]
| |
14. Hoogstraat nr. 300. Geheel baksteenen gevel (XVIII) met middenrisaliet, verlevendigd door geblokte pilasters. Rechte kroonlijst. 15. Op den stadswal een molen: hooge achtkante bovenkruier met stelling. Details. 1-3. Hoogstraat nrs. 30 en 34, vensters met gepleisterde korfbogige togen; Hoogstraat nr. 295, deur (XVIIIc). |
|