Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel X. De provincie Noord-Brabant
(1931)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 154]
| |
Gesneden eiken biechtstoel (± 1800). Houten beeld van den H. Norbertus (XVIIIc). Zilveren ciborie met gedreven deksel (XVIII B). Missaal met rijk zilveren beslag (XVIIIb). Twee eiken kasten in de sacristie (XVIIa en XVIIc)
2. De abdij van berne. Van het in 1852 bij den terugkeer der Norbertijnen van Berne in gebruik genomen, voormalige ‘speelhuis’ van den abt van Heeswijk, vermoedelijk oorspronkelijk een jachtslot van den hertog van Brabant, bevindt zich nog een gedeelte aan de westzijde van de tegenwoordige gebouwen, van welk gedeelte de oostelijke helft vermoedelijk in 1546 is verbouwd. Aan de noordzijde is nog een topgevel (XVI) bewaard, zoomede enkele vensterbogen in de gevels. Op een schilderij (XVII) binnen het gebouw, bevindt zich een afbeelding van den toestand na de vergrooting door den eersten gemeenschappelijken abt, Coenraad van Malsen. Aan den voorgevel een gevelsteen met het jaarcijfer 1546, waarboven: C V M. De abdij bezit: Wapenlijst (XVIII) van de abten, waarvan een copie in de vestibule (bijgehouden tot heden, het oudste wapen van 1165). In de vestibule twee eiken beelden (XVIII A): H. Norbertus en H. Augustinus. In de groote zaal een drieluik: aanbidding der drie Koningen (XVIa, door een Nederlandsch meester, paneel). Verder een schilderij (XVId, paneel): Abraham's offer; een (XVId, paneel): Christus' geboorte; stilleven (± 1650): boeken en muziekinstrumenten. In de ‘museumkamer’ een beschilderd houten bord (XVd, misschien gedeelte van een tafelblad), beschilderd met medaillons omgeven door banderollen en binnen een rand van laat-gothisch ornament (XVI). | |
[pagina 155]
| |
In de ‘zonnekamer’: eiken beeld van de H. Cunera (± 1450). Verder: verguld-zilveren krul van een bisschopsstaf (± 1540) met heiligenbeeldjes in nissen tusschen zuiltjes en eindigend in een beeld van St. Maarten, voorts versierd met edelsteenen en de wapens van de abdij en van abt Coenraad van Malsen (de staf is vervaardigd toen deze tot gemijterden abt werd verheven); ovaal zilveren ampullenblad (± 1700, merken: Antwerpen, gekroonde S en S = Wierick Somer II?) met twee ampullen. Geborduurden bisschopsmijter (± 1600). In 1927 zijn uit het Rijksmuseum te Amsterdam naar de vergroote abdijkerk overgebracht de drie zerken van de laatste abten der oorspronkelijke abdij te Herpt, n.l. van Coenraad van Malsen (abt 1528-1549), Otto van Boetselaer (1549-1552) en Theodorus Spierinck (1552-1584).
g 1. Het kasteel van heeswijk, dat oorspronkelijk aan de hertogen van Brabant behoorde en vermoedelijk reeds XII is gesticht, kwam, na herhaaldelijk van eigenaar veranderd te zijn, in 1833 in het bezit van het geslacht van den Bogaerde. Het is in den loop der eeuwen herhaaldelijk gewijzigd en ten laatste XIX door zoogenaamd-‘gothieke’ aanbouwsels en onoordeelkundige restauraties, als monument van geschiedenis en kunst grootendeels verloren gegaan. De grachten met de ommuring bleven behouden. Het kasteel en de voorburcht zijn door een dwarsgracht van elkander gescheiden. a. De voorburcht heeft aan de zuidzijde een over een brug toegankelijk poortgebouw (XVId of XVIIa) met trapgevels boven de poortopeningen en aangebouwde vleugels, die de dienstgebouwen en stallen bevatten. De gevels zijn opgetrokken van baksteen met afwisselende lagen van natuursteen; | |
[pagina 156]
| |
b. De beide burchtgedeelten zijn door een gemoderniseerde brug verbonden, die naar een ten deele door moderne gebouwen omgeven slotplein voert, aan welks noordzijde het eigenlijke kasteel verrijst met, in den noord-westelijken hoek, het blijkbaar oudste gedeelte. De gebouwen zijn gezamenlijk in baksteen opgetrokken (XV-XVI) en eenvoudig versierd, met een boogfries en uitgemetselde overkragingen. Inwendig is van het oorspronkelijke nagenoeg niets overgebleven. Van de beroemde antiquiteiten-verzameling der familie van den Bogaerde, die omstreeks het jaar 1900 onder den hamer kwam, is nog een vrij aanzienlijk gedeelte in het kasteel aanwezig in slecht onderhouden toestand. Bij het kasteel, op den ‘Nonnenakker’, vijf zerken, afkomstig uit de kerk van Esch: 1553, 1557, 1610, 1613-1620, 1633 (priesterzerk) en twee grafkruisen (1607 en ?). 2. Molen: standaardmolen. |
|