Geffen.
Geffen.
e. De r.k. kerk (H. Maria Magdalena, een baksteenen gebouw), in 1497 gedeeltelijk verbrand, in 1512 verder verwoest, XVId tot op de naakte muren verbrand, in 1622 hersteld, in 1648 aan de Hervormden, in 1757 beschadigd door hoog water, in 1801 aan de Katholieken teruggegeven, in 1833 andermaal bij dijkbreuk beschadigd, is in 1893 door architect C. Franssen gerestaureerd en vergroot met transept en koor. De kerk heeft een schip van vijf traveeën (XVI), gescheiden van de zijbeuken door ronde pijlers, die door spitsbogen zijn vereenigd. Het oorspronkelijk houten tongewelf van het schip is in 1801 door een nieuw plafond en in 1893 door gewelven vervangen. In dit jaar zijn de zijbeukvensters vergroot en van harnassen voorzien en de gedichte spitsboogvensters van de opgaande schipmuren geopend, zoodat zich nu een afwisseling vertoont van vensters en blinde nissen (als in de St. Lambertuskerk te Rosmalen). De steunbeeren der zijbeuken zijn bij de restauratie gedeeltelijk vernieuwd.
De toren (± 1450, hersteld in 1923), van baksteen, heeft drie geledingen en een veelhoekigen uitgebouwden traptoren aan den Z.-O. hoek, overhoeksche contreforten. De benedenste geleding heeft vlakke wanden en aan de westzijde, in een spitsbogige nis, een vlakgetoogde deuropening waarboven een (vernieuwd) bovenlicht tusschen twee spaarnissen; de tweede aan elke zijde twee spaarnissen, die van boven zijn afgesloten met een spitsboogfries en de derde aan elke zijde twee vlak-getoogde spaarnissen, in elk waarvan, boven elkander, twee gekoppelde spitsbogige galmgaten. Waterlijsten vernieuwd. De toren is gedekt door een vierzijdige leien spits, boven een vernieuwde uitmetseling. De kerk bezit:
Houten preekstoel (XVIId) met reliëf-figuren.