Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel X. De provincie Noord-Brabant
(1931)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendBabyloniënbroek.e. De thans ned. herv. kerk, bestaat uit een eenbeukig schip (herbouwd in 1664, blijkens steen) en een smaller en lager, met riet gedekt rechtgesloten koor (XIV); ten W. van het schip een fragment der middeleeuwsche, van groot formaat baksteen opgetrokken, kerk. | |
[pagina 108]
| |
Het schip met gepleisterden westgevel heeft rondboogvensters en vlakke pilasters, het koor spitsboogvensters. Inwendig heeft de kerk houten tongewelven, het koor mist de bebording. De kerk bezit: Eiken, thans wit geverfden preekstoel (1631) met eenig snijwerk. Memoriebord (1806) voor den kerkmeester v.d. Beek. Twee gegraveerde zilveren Avondmaalsbekers (XVIII). Op het kerkhof een zerk (1721).
g. B 46. Het z.g. ‘Fort’ vermoedelijk een overblijfsel van den voormaligen uithof der abdij Bern, is een onderkelderd vierkant gebouw met zadeldak (in oorsprong XV of XVI), en met ontlastingsbogen boven de vensters. | |
Doeveren.e. De ned. herv. kerk is een eenvoudig zaalgebouw (1803) met toren (1917). Zij bezit: Geverfden preekstoel (XIX A), op de kuip de figuren der Evangelisten, afkomstig uit de R.K. kerk te Udenhout. Koperen doopbekkenhouder (1808).
g 1-3. Details: D 15, jaarsteenen: 1769; pastorie, ankers: 1826; D 8, ankers: 1850. | |
Drongelen.e. De ned. herv. kerk is een aan de west- en de zuidzijde gepleisterd zaalgebouw (± 1700) tusschen sluitgevels, met een torentje op het dak; het westelijke deel is afgescheiden voor kerkekamer. Rondboogvensters. In den zuidgevel het wapen-Boll met jaartal 1700. | |
Eten.e. De ned. herv. kerk (H. Germanus) bestaat uit een gepleisterd en gewijzigd schip, een smaller, driezijdig | |
[pagina 109]
| |
gesloten koor van baksteen met tufsteenen banden (XV B) en eenen toren (vermoedelijk ± 1400, later verhoogd). De spitsboogvensters van het verlaagde en aan de zuidzijde gedeeltelijk gepleisterde koor zijn even boven de geboorte van de bogen afgesneden. De vlakopgaande toren, beneden gepleisterd en aan de westzijde door lage (nieuwe) beeren geschraagd, bestaat uit vier door waterlijsten gescheiden geledingen, waarvan de derde dichtgemetselde rondboognissen met twee spitsbogige galmgaten, de vierde kleine spitsbogige galmgaten heeft. Het schip wordt overdekt door een gestuccadoord tongewelf. De kerk bezit: Geverfden eiken preekstoel (XVIII). Twee koperen kroontjes (XVIII), tweemaal vijf-lichts. Grafzerk (1666) van den predikant M. Rotarius. Twee zilveren Avondmaalsbekers (XVIII); een aarden kruik met tinnen deksel (XVIII). Twee klokken, waarvan een gegoten in 1393 door mr. Joris Huerieveke en een in 1753 door Alexius Petit. | |
Genderen.e. Van de gemoderniseerde ned. herv. kerk (XVII of XVIII), een zaalgebouw met driezijdige sluiting, is de oude toren (XIII, later herhaaldelijk verhoogd) vrij gaaf overgebleven: onversierd, vlakopgaand, en bestaande uit drie, thans door gecemente waterlijsten gescheiden, geledingen, tot op drievierde gedeelte der tweede geleding van tuf, daarboven eerst van groot en vervolgens van klein formaat baksteen opgetrokken en tenslotte in zijn bovendeel XIXd grootendeels met machinale steen vernieuwd; in de bovenste geleding telkens twee spitsbogige galmgaten boven elkander (het onderste dichtgemetseld). Van vier- tot achtkant ingesnoerde spits. Inwendig over de benedenruimte een op ruw gemetselde zwikken rustend koepelgewelf; aan | |
[pagina 110]
| |
de west- en noordzijde diepe nissen. In het slechts uit de kerkruimte toegankelijke bovendeel van den toren sporen van dichtgemetselde rondbogige galmgaten. Klok, in 1686 gegoten door Jan van den Gheyn te Mechelen. | |
Heesbeen.e. De ned. herv. kerk is een gemoderniseerd rechtgesloten gebouw (XVII of XVIII) met een tufsteenen toren (± 1400, thans in restauratie); het kerkhof is omringd door een muur met poortgebouw aan de noordzijde. De onversierde vlakopgaande toren heeft een rechthoekigen ingang van twee stijlen met een te weerszijde uitstekende latei; spitsboognissen, waarin gekoppelde spitsbogige galmgaten. De kerk bezit: Geverfden eiken preekstoel (XVIII). Koperen doopbekkenhouder (XVIII). Orgel (1823, door Cs. van Oeckelen en Zonen te Breda). Heerenbank (XVIII) met het wapen-van Gent. Rouwbord (1764) voor Sofia Amalia Maria van Gent, vrouwe van Heesbeen. Gebeeldhouwde zerk voor jhr. Willem Torck, heer van Heesbeen († 1557) en zijn vrouw Bartha Pieck († 15...). Avondmaalszilver: twee bekers (1743 en 1806) met wapen. Tinwerk: twee bekers en een kan (XVIII B of XIX A), twee bekers, een kan, een grooten schotel, twee kleine schotels, twee bussen (± 1850, gem. Abraham Reynders). | |
Meeuwen.e. De ned. herv. kerk bestaat uit een aan de noordzijde gepleisterd schip (vernieuwd 1659-1660), een | |
[pagina 111]
| |
lager, niet voor den dienst gebezigd, rechtgesloten koor (XIV) en een aan de noord- en de westzijde onderaan gepleisterden zwaren toren (XIV A): vlakopgaand, van groot formaat baksteen, doch met kleinere steen ommetseld; op de hoeken lisenen verbonden door een onregelmatig boogfries (aan de noordzijde verdwenen); ronde galmnissen met gekoppelde spitsbogige galmgaten. Spits van vier- tot achtkant overgaande. Inwendig op een der trekbalken van het houten tongewelf over het schip: 1660. De toren heeft over de benedenruimte een gemetseld halve-tongewelf, thans ten deele uitgebroken. De kerk bezit: Eiken preekstoel (± 1660) met balustervormigen voet en kuip met Ionische zuiltjes en festoenen. Twee koperen lezenaars - en dubbele kaarsenhouders (alle XVIII). Orgel (1791, blijkens opschrift), met eenig snijwerk. In het koor: beschadigde zerk (1452) op gemetselde verhooging, voor Dierick van den Merwede, heer van Ethen, waarin een afbeelding gegrift van den overledene in volle wapenrusting, omgeven door grillig gevormd randornament; voorts een zerk (1656). In het schip zerken (1711, 1716 en 1720). Bord met geschilderde cartouche, waarin opschrift betreffende de steenlegging (1659). Vier rouwborden, waarvan twee (1753) voor het geslacht van Hemert en twee (1763 en 1786) voor mr. Diedrik van Bleiswijk en zijn vrouw Cornelia van Schuylenburch, alle met kwartierwapens. Klok (1475).
g 1-2. molens: ronde bovenkruier met steen (1740), waarop het wapen van Johan Maurits van Hemert; en een wipmolen met open scheprad in den polder Babyloniënbroek. |
|