Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IX. De provincie Friesland
(1930)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendBergum.d. Het raadhuis van Tietjerksteradeel (± 1800, voormalig woonhuis der familie Sminia) heeft boven de middentravee een verbouwden halsgevel. Deur met bovenlicht tusschen eenvoudige pilasters.
e. De ned. herv. kerk (H. Martinus), waarschijnlijk ± 1100 gebouwd, XIII B verbouwd en vergroot, in 1581 ontluisterd en gedeeltelijk verwoest, XVII en XVIII hersteld en gewijzigd, is een grootendeels baksteenen gebouw, bestaande uit een oorspronkelijk driebeukig schip, welks zijbeuken vermoedelijk in 1581 zijn gesloopt; een dwarspand; een vierkant, halfrond-gesloten koor; en eenen vierkanten toren (± 1100, XIII B verhoogd), met ingesnoerde achtkante spits. De westmuur van het schip, te weerszijden van den toren, is van tufsteen met lisenen, een overblijfsel | |
[pagina 317]
| |
(± 1100) van de oorspronkelijke kerk. In den van groote moppen opgetrokken noordmuur drie gedichte spitse scheibogen, waarboven een vernieuwd gedeelte van kleine baksteen; in de tweede travee van het Westen een korfbogige ingang (XVI d?) en in elk der gedichte traveeën een later ingebroken spitsbogig venster. De baksteen vertoont hier en daar sporen van brand. Het dwarspand heeft aan noord- en zuidzijde puntgevels, waarvan de noordelijke nog de oorspronkelijke nisversiering bezit; in beide dwarspandarmen gedichte, en later weer ingebroken spitsboogvensters, ingangen en sporen van verbouwingen. In de koormuren gedrukt-spitsbogige vensters geflankeerd door spitsbogige nissen, gevuld met zorgvuldig gemetselde ruit- en vischgraatvormige vlechtingen; de vensters hebben in de dagkanten gedeeltelijk weggebroken ronde kralen. Onder de gootlijst een vlak gemetseld rondboogfries tusschen lisenen. De geheel gewijzigde zuidmuur van het schip heeft een rondbogigen ingang met in de aanzeten sluitsteenen: Johannes van Glinstra, en: 1707. De toren bestaat uit drie een weinig versnijdende geledingen (± 1100) van tufsteen bekroond door een zaagtandfries, waarboven een geleding van baksteen met gekoppelde rondbogige galmgaten; aan de westzijde der onderste geleding een met groote moppen dichtgemetselde, rondbogige ingang; in de derde tufsteenen geleding dichtgemetselde rondbogige galmgaten. Inwendig (meermalen gewijzigd en gewit): over schip en koor gemetselde koepelachtige gewelven op halfronde ribben; die in het schip vierdeelig, waarvan twee met een sluitring; dat over het koor achtdeelig met een sluitring; over de koorsluiting een straalgewelf, welks ribben neerkomen op schalken, te halver hoogte eindigend op kraagsteenen. De ribben en gordelbogen der overige gewelven rusten op muurpijlers met eenvoudige afgeschuinde kapiteelen. In de armen van het dwarspand aanzetten en | |
[pagina 318]
| |
muralen van weggebroken gewelven, thans vervangen door een vlakke zoldering. In de westelijke muren dezer armen dichtgemetselde scheibogen naar de vroegere zijbeuken, welker profielen teniet loopen tegen de scheibogen van de middenbeuk. Het schip staat met den toren in verbinding door een rondbogig portaal. In de benedenruimte van den toren aanzetten van een gesloopt koepelgewelf; in drie verdiepingen hierboven dergelijke aanzetten. Boven de gewelven heeft de oostmuur van den toren, onder de dichtgemetselde galmgaten, een moet van een vroeger zadeldak. De kerk bezit: Overblijfselen (XIII B) van een sacramentshuisje, in het koor. Eiken preekstoel (XVII c) met gesneden paneelen, trap met gedraaide balusters en gewrongen trappaal. Orgel (1788) met rugpositief gesneden kast met vier beelden voorstellend het Geloof, David met de harp, en bazuin-engelen; gesneden lampet met: 1788. Tien familiebanken, waarvan vijf (XVII a) en vijf (XVII c) met overhuivingen. Groote gebeeldhouwde zerk (XV a), gedeeltelijk onder den houten vloer; gebeeldhouwde zerk (1615) van het geslacht Haersma, met opschriften en jaartallen: 1622 en 1663: dergelijke zerk (1654) met wapen-Bouricius en kwartieren; verschillende eenvoudige zerken (XVII en XVIII). Avondmaalszilver: twee bekers op voet, met wapens, gegraveerd opschrift en: 1643; een dergelijken beker met: 1837. Klok, in 1662 gegoten door Jurjen Balthasar.
g 1. I 273. Huis met ingezwenkten halsgevel boven de middentravee; segmentvormig fronton, waarin: 1735; op de zijkanten een rollaag; aanzetkrullen.
2. I. 2. Boerderij met ingezwenkten halsgevel, waarin | |
[pagina 319]
| |
H.T. (Haye Tjallings, oud-grietman), aanzetkrullen en gebogen afdekking van den top boven de middentravee, waarin: 1773. Ingang tusschen gegroefde Dorische pilasters. | |
Bergumerheide.a. Een groote zwerfsteen ligt op het plein voor de school. | |
Eernewoude.e. De ned. herv. kerk (1774) bezit: Eiken preekstoel met fraai snijwerk en in het ruggeschot namen van kerkvoogden en: 1699. Zilveren Avondmaalsbeker van Garijp, Suameer en Eernewoude, met opschrift en: 1717 (merken: B. RA. O. en twee wapens?, waarin de catalogus der Tentoonstelling van Friesch zilverwerk 1927, nr. 184, die van Friesland en Leeuwarden herkent). Twee tinnen kannen (XVIII). Klok, in 1500 gegoten door Gerhardus van Wou. | |
Eestrum.e. De ned. herv. kerk (H. Petrus), XIII A gebouwd, oorspronkelijk wellicht behoorend tot de Munstersche Achtkarspelen, is van groote baksteen opgetrokken en bestaat uit een schip, een halfrond-gesloten koor, en eenen vierkanten toren met zadeldak. Aan de noordzijde van het schip twee dichtgemetselde ingangen (XV d), waarvan een spits- en een segmentbogig; van een vroegoren romaanschen ingang is nog een afgeschuinde impost aanwezig. Tegen de afscheiding van het koor twee later aangebrachte steunboeren. Onder de gootlijst een rondgaand keperboogfries. In schip en koor kleine rondbogige vensters. De toren heeft hoeklisenen, rondboogfriezen en in de topgevels nisversieringen. Inwendig (geheel gewit): | |
[pagina 320]
| |
over schip en koor gemetselde baksteenen gewelven, met zeer gedrukt-spitsbogige gordelbogen, neerkomend op muurpijlers; twee vakken zijn overkluisd met achtdeelige gewelven met halfronde ribben, waarvan de middenrib is doorgevoerd om den gordelboog, en sluitringen; de westelijkste travee heeft een (later gewijzigd?) vierdeelig gewelf op vierkante ribben, die rusten op ronde aanzetten. De kerk bezit: Eenvoudige ‘kraak’ of galerij, met opschrift en: 1677. Eiken preekstoel (XVII b). Doophek (XVII b) met gedraaide balusters. Gebeeldhouwde zerk (1698, afgesleten) in den toren, en eenige eenvoudige zerken (XVII). Lijkbaar met opschrift, I.v.S., en: 1713. Klok, in 1759 gegoten door Johan Borchardt. | |
Garijp.e. De ned. herv. kerk, in 1833 gebouwd ter plaatse eener oudere (H. Petrus), heeft van deze nog den uitwendig geheel ommetselden, ingebouwden toren. De kerk bezit: Zerk (XIV) van roode zandsteen; zerk (1780) van generaal Mart. Acronius. Klok, in 1928 gegoten door Andries Obertiin.
Een klok, in 1490 gegoten door Herman, uit deze kerk afkomstig, is thans in de kerk te Bested (Sleeswijk). | |
Giekerk.e. De ned. herv. kerk (H. Martinus), vermoedelijk ± 1100 gebouwd, XV gewijzigd, en andermaal XIX c, is een deels van tuf-, deels van baksteen opgetrokken gebouw, bestaande uit een schip, een driezijdig-gesloten koor en een vierkanten westtoren, XIX c gebouwd ter vervanging van een vroegeren, aan de zuidzijde | |
[pagina 321]
| |
geplaatsten toren. De zuidmuur heeft overblijfselen van het oorspronkelijke tufsteenen muurwerk (± 1100) met rondbogige nissen en fragment van een zaagtandlijst. De noordmuur, geheel met klimop begroeid, evenals een deel van de koorsluiting, is met kleine steen ommetseld; de koorsluiting met hoekschalken bestaat grootendeels uit reuzenmoppen. Inwendig: trekbalken op geprofileerde sleutelstukken (XVI A). De kerk bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (XVII b). Doophek (XVII b, geverfd). Koperen doopbekken (XVII) op eiken voet. Overhuifde heerenbank (XVII b) met Korinthische zuilen. Drie gesneden rouwborden (1742, 1744 en 1762) van de geslachten Frisius en Meijer. Zilveren Avondmaalsbeker met gegraveerd wapen-Sioerda en Andringa, opschrift en: 1660 (merken: Leeuwarden, jaarletter J., I.P., en F.). Drie zilveren schotels (XVII c) met dezelfde wapens. Klok, in 1809 gegoten door Christiaan Seest te Amsterdam. | |
Hardegarijp.e. De ned. herv. kerk, in 1711 gebouwd door den timmerman Eilof Johannis te Wijns, blijkens een steen boven den noordelijken ingang, heeft zes wapensteenen boven dezen zelfden ingang, en in zijn rondboog drie boogblokken met wapens en: 1711. Oude deur, met spijkers beslagen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII a, later gewijzigd en geverfd) met rijk gesneden paneelen. Koperen zandlooperhouder (XVIII a). Gesneden eiken heerenbank (XVII c) met overhuiving op Korinthische zuilen en bekroning waarin het wapen-Roorda; dergelijke bank (XVIII d). | |
[pagina 322]
| |
Grafzerken: een (1610-1625); groote gebeeldhouwde (XVII c) van Jan van Roorda († 1657) en Watze van Roorda († 1670) met wapens en kwartieren; een (1752). Avondmaalszilver: beker (1735) met cartouche en opschriften (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter V en monogram H.A. met kroontje = Hans Atsma?). Klok, in 1498 gegoten door Johannes van Wou.
g. Aan den Leeuwarder straatweg, ten Oosten van het dorp, huis bennema. Eenvoudige gepleisterde pilastergevel (XVIII d), waarboven een groot dakvenster met vleugelstukken en balcon.
h. Overblijfselen van een tufsteenen doodkist (XII?) hier gevonden, zijn in het Friesch museum te Leeuwarden. | |
Oenkerk.e. De ned. herv. kerk (H. Maagd), XIII A gebouwd van groote moppen als eenbeukige kruiskerk, later gewijzigd door het wegbreken der kruisarmen, bestaat thans uit een schip, een 5/10-gesloten koor en eenen vierkanten toren met zadeldak. In den noorden in den zuidmuur dichtgemetselde rondbogen der vroegere dwarsarmen, waarboven de moet van een zadeldak. Spitsboogvensters (± 1500?). De (bouwvallige) toren is ommetseld met kleine baksteen. Inwendig: tusschen toren en schip een eenvoudige rondbogige doorgang. De kerk bezit: Preekstoel (XVII b, later gewijzigd en geverfd). Koperen doopbekken op eiken voet (XVII b). Heerenbank (XVII b) met overhuiving. Marmeren epitaaf (± 1625, geverfd) voor Gellius van Eysinga, met Latijnsch opschrift door P. Winsemius. Groote gebeeldhouwde zerk (± 1550, door Vincent Lucas) met geharnaste figuur, voor Aede Eysinga († 1551) en Fried Juckama († 1545); dergelijke zerk (1621, door | |
[pagina 323]
| |
monogrammist Y R?) voor Aede Eysinga († 1619) en?; gebeeldhouwde zerk (XVIII d) voor Jan de Wit, kapitein-ter-zee († 1786); voor den zuidelijken ingang twee zerken (XVII c, afgesleten). Zilveren Avondmaalsbeker (merken: Leeuwarden, N = 1664, en meesterteeken van Hildebrand Brongersma). In de consistoriekamer een kist (XVI) met zwaar ijzeren beslag. Twee klokken, waarvan een met relief: Kruisiging, in 1494 gegoten door Harmannus en een in 1768 door J. Borchardt te Enkhuizen. | |
Oostermeer.e. Van de in 1869 gesloopte Ned. Herv. kerk staat nog slechts de vierkante toren (XV) van groote moppen, ongeleed, met een zadeldak, en grootendeels met klimop begroeid. Inwendig geheel gewijzigd en tot bergplaats ingericht bevat hij in de bovenverdieping nog slechts een ouden klokkenstoel met: Klok, in 1835 gegoten door van Bergen. | |
Oudkerk.e. De ned. herv. kerk (H. Paulus), XII gebouwd, XV verbouwd, bestaat uit een deels van tuf-, deels van groote baksteen opgetrokken schip, een 5/8-gesloten koor en eenen vierkanten baksteenen toren (XIII A, in 1721 en in 1849 hersteld) met zadeldak. De noordmuur heeft overblijfselen van tufsteenen metselwerk (XIV), de zuidzijde is geheel bepleisterd. De toren heeft een rondboogfries onder de gootlijst en en in den oostgevel nisversieringen met vlechtingen; in het bovengedeelte van den westgevel jaartalankers: 1721; aan den voet een anker, waarin gegroefd: 1849 en S.Y. H(amstra). Inwendig (geheel gewijzigd en gewit): in den toren over de benedenruimte een steenen | |
[pagina 324]
| |
kruisgewelf; een in de muurdikte uitgespaarde trap voert naar een voormalige torenkapel boven dit gewelf, waarin overblijfselen van een weggebroken gewelf. De kerk bezit: Preekstoel (XVII b, geverfd) met snijwerk in den trant der Vlaamsche Renaissance. Koperen doopbekken op eiken voet (XVII b). Vijf heerenbanken, waarvan een (XVII b) met overhuiving; een (XVII b) in de koorsluiting, met wapens-Aylva en Eysinga, waarboven een bekroning, met een schilderij (1637), voorstellend Mozes op Sinaï, in gesneden eiken omlijsting; twee rijk gesneden gestoelten (XVII b) tegen den westgevel; overhuifde bank (± 1700) met rijk snijwerk en wapens-Sminia, waarin zes stoelen (LodewijkXVI). Eenvoudige eiken kerkvoogdenbank (± 1650). Eiken bank (± 1650, in den toren). Groote gebeeldhouwde zerk (XVI d), en een dergelijke zerk (1603); onder den preekstoel een dichtgemetselde grafkelder van het geslacht Sminia, en op het kerkhof een grafkelder (XIX a) van dezelfde familie. In de vensters nog enkele oude, groene ruitjes (XVIII), overblijfsels van vroegere gebrandschilderde glazen (door Ype Staak?). Twee rouwbladen (1734 en 1782) in gesneden omlijsting. Avondmaalszilver: twee bekers, waarvan een met opschrift en: 1655 (merken: Leeuwarden, jaasletter D, en meesterteeken H.B. waartusschen een bron=Hillebrand Brongersma); en een met opschrift en: 1788 (merken: Leeuwarden, Friesland, jaarletter l., en goudsmidshamer = H. Cuperus). Twee klokken, waarvan een in 1611 gegoten door Gregorius van Hall, en een in 1671 door Petrus Overney te Leeuwarden.
h. Een doodkist (XII?) van roode zandsteen, hier gevonden, is in het Friesch museum te Leeuwarden. | |
[pagina 325]
| |
Rijperkerk.e. De ned. herv. kerk bezit: Preekstoel (XVII c). Doophek (XVII c) met gedraaide balusters. Vier heerenbanken, waarvan een (XVII c) met overhuiving, een (XVII c) zonder overhuiving; een (XVII d), met overhuiving op gegroefde Ionische zuilen, en een dergelijke (XVIII d, eenvoudig). Zerk (1659) van een predikant; gebeeldhouwde zerk (XVIII d) met wapens en twee dergelijke zerken (XVIIIb). Klok, in 1546 gegoten door Frans Hachser.
h. Het huis vijversburg bezit een klok, in 1517 gegoten door Jan Tolhuis, afkomstig van de voormalige Hoeksterpoort te Leeuwarden. | |
Suameer.e. De ned. herv. kerk, in 1769 gebouwd, op grondslagen van een oudere, heeft boven den zuidelijken ingang een cartouche met opschrift en: 1769, waarboven wapen-van Altena. De toren, met kleine steen ommetseld, heeft een ingesnoerde achtkante spits. Zij bezit: Eiken preekstoel, in 1746 vervaardigd door Cornelis Meines, blijkens een opschrift in de halzen der Korinthische kapiteelen van de kuip. Eenvoudige familiebank (XVIII A) van blank eikenhout. Fragmenten (XVIIIc) van zes gebrandschilderde glazen, vervaardigd door Ype Staak, in den tijd der Fransche Revolutie geschonden. Eenvoudig Avondmaalsstel (XVII) van tin. | |
Suawoude.e. De ned. herv. kerk (H. Georgius), vermoedelijk XII A gebouwd, in 1922 gewijzigd, is een gedeeltelijk | |
[pagina 326]
| |
tufsteenen gebouw, bestaande uit een schip, welks westelijkste traveeën van baksteen zijn, terwijl het tufsteenen halfrond-gesloten koor in 1922 werd gesloopt en naar het Oosten uitgelegd, en uit eenen nieuwen toren met spits. Zij bezit: Eiken preekstoel (1642, geverfd). Eenige eenvoudige zerken (XVII). Klok, in 1617 gegoten door Hans Falck van Neurenberg. | |
Tietjerk.e. De ned. herv. kerk, in 1902 gebouwd ter vervanging eenen oudere (H. Martinus), heeft in den toren een gebeeldhouwden gedenksteen, met opschrift en: 1716, betreffende de stichting der vorige kerk. Zij bezit: Eiken preekstoel (XVIII c). Doophek (XVIII c) met gedraaide balusters. Klok, in 1608 gegoten door Gregorius van Hall. | |
Wijns.e. De ned. herv. kerk (H. Vitus), ± 1200 gebouwd van groote moppen, later verhoogd en meermalen hersteld, bestaat uit een schip, een versmald 5/10-gesloten koor en eenen vierkanten toren met zadeldak. De zuidmuur is gepleisterd en met klimop begroeid. Op de hoeken der koorsluiting dunne ronde lisenen, rustend op een versnijding aan den voet en opgaand tot onder de gootlijst van profielsteen. Aan de noordzijde een korfbogige ingang, overdekt door een puntboog. De toren, gedeeltelijk bepleisterd en met kleine steen ommetseld, heeft tegen de noordzijde een later aanbouwsel. Inwendig: houten tongewelf, met trekbalken, muurstijlen, korbeelen en geprofileerde sleutelstukken (XVI a). De kerk bezit: Eenvoudigen eiken preekstoel (XVII b, geverfd). Doophek (XVII b) met gedraaide balusters. | |
[pagina 327]
| |
Zilveren Avondmaalsbeker (1644) met opschrift (merken: Leeuwarden, N. en I.M. = Jan Melchiors Oostervelt). Twee klokken, waarvan een in 1711 gegoten door Petrus Overney, en een in 1807. |
|