een witmarmeren tombe met verguld ornament; tabernakel met vergulden houten expositietroon; twee altaarengelen van wit-geverfd hout.
Graftombe van den H. Gerlacus met liggend beeld van dezen heilige en met daartegen geplaatst gesneden houten altaar (1783).
Eiken communiebank (XVIII A, hersteld 1868).
Eiken biechtstoel (XVIII B).
Marmeren doopvont (XVIII of ouder? vermoedelijk oorspronkelijk koelbak) op modernen voet. Een dergelijke bak nog aanwezig op het kasteel naast de kerk.
Vergulden houten lezenaar (XVIII B), in den vorm van een adelaar, op een versierd voetstuk met drie pooten.
De oude grafmonumenten zijn bij het leggen van een nieuwen vloer in 1916 verwijderd. Op het kerkhof nog enkele grafzerken met opschriften (XIX A).
Beeld van den H. Gerlacus (afkomstig van een graftombe?) in eene nis boven in den westgevel van de kerk.
Schilderijen: St. Maarten met den bedelaar (gem. Raymondus Brebar pinxit Tornacensis anno 1786); een mannelijke en twee vrouwelijke Dominicanenheiligen met nog een Dominicaan zieken aan Maria aanbevelend; boetvaardige Magdalena (XVIII A).
In de sacristie het portret op doek van den proost van Pelt († 1728).
Kristalkroon (XIX A).
Zilverwerk: zonnemonstrans (1773, Maastrichtsche keur), reliekborstbeeld (1704, Maastrichtsche keur) van den H. Gerlacus op houten voetstuk; drie gedreven reliekhouders (XVIII B, twee met Maastrichtsche keur) in cartouchevorm, op een hiervan opschrift (1770); kleine ciborie (1611, Luiksche keur); groote ciborie (XIX A); gedreven en vergulden miskelk (XVIII a, Luiksche keur) met émailschilderingen in medaillons en wapen van de priorin en den proost van het stift; miskelk (XVIII A, Maastrichtsche keur); miskelk (1765,