Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, I. De provincie Limburg (Amby-Meer)
(1926)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 135]
| |
Hoensbroek.a. Onder Schuureik werden in 1884 overblijfselen blootgelegd van een Romeinsch gebouw met bad- en verwarmingsinrichting. De gevonden voorwerpen in het museum van het Geschied- en Oudheidkundig Genootschap te Maastricht; Romeinsche begraafplaats ten N.O. der voormalige R.-K. parochiekerk; de voorwerpen gedeeltelijk bewaard in genoemd museum. | |
Hoensbroek.e 1. De voormalige r.k. kerk (H. Johannes Ev.), thans patronaatsgebouw, georiënteerd met 18o noordelijke afwijking, van mergelsteen gebouwd, 1909-1910 gerestaureerd door den architect W. Sprenger, bestaat uit een klein driebeukig schip (± 1300) van drie traveeën; een van baksteen met mergellagen grootendeels herbouwd, enkelvoudig 3/8-gesloten koor (XIV-XVI), later verhoogd; een geheel vierkanten romaanschen mergelsteenen westtoren (XIII), thans met hoofdingang (XVIII) en met vierkante spits; ten Zuiden tegen het koor een baksteenen sacristie (1725). Het middenschip, aanvankelijk basilicaal verlicht met zeer kleine venstertjes in de niet hooge schipmuren, werd later overwelfd (XVI A) met drie kruisribgewelven, rustende op vierkante, tegen de oorspronkelijk ronde zuilen aangebrachte verzwaringen, en op uitkragingen; de zijbeuken afgedekt met (vernieuwde) van onderen open lessenaardaken; het koor, eertijds overwelfd op kraagsteenen, thans met een vlakke gestucadoorde zoldering. Fragment van een hollijst met baldakijnbeeldjes (XV?, zwaar beschadigd). Muurschilderingen (XV B?) op den triomfboog en (XVI A) op de gewelfvelden. Twee klokken, één in 1414 gegoten door Pe(ter) van Trier, en één in 1840 door F.A. Gaulard van Tongeren. | |
[pagina 136]
| |
Op het kerkhof een twintigtal steenen grafkruisen (XVII).Ga naar voetnoot1)
2. De (nieuwe) r.k. kerk (H. Johannes Evangelist), gebouwd in 1906 door C. Franssen, bezit: Het tabernakel van het oude altaar (XVII), waarvan de overige resten, met (opgerold) schilderstuk bewaard worden ter pastorie. Ruwe vierkante hardsteenen doopvont met tronk en voet (XVII?). Eenvoudigen eiken preekstoel (XVIII). Houten beelden: H. Annatrits (XV B), eiken beeldje (XV a), fraai Kruisbeeld (XVI a), H. Antonius Abt (XVII), H. Johannes Ev. (XVIII), klein Kruisbeeld (± 1700). Veertien gekleurde lithographieën (door Lemercier), de Kruiswegstaties voorstellende (XIX A). Zilveren ampullenstel (1817). Koperen processiekruis (XVIII?); acht gegoten koperen drievoetkandelaars (XVII B); twee eenvoudige gegoten koperen kandelaars (± 1700). Kazuifel met zilverborduursel en kleurige wapens (Hoensbroek-van der Leyen, 1775), met stola, velum, manipel en bursa; driestel met zilverborduursel (XVII); twee kazuifels van gebloemde zijde (XVIII); rochet met Vlaamsche kant. Credenstafel Lodewijk XV met marmeren blad.
g 1. Het kasteel van Hoensbroek staat met zijn twee voorburchten op drie omgrachte eilanden, waarvan het eigenlijke kasteel er één geheel inneemt. a. Van den eersten voorburcht, toegankelijk door een vierkante, twee verdiepingen hooge poort (1640, met wapen van Hoensbroek), vroeger met valbrug, bestaan nog de bakstee- | |
[pagina 137]
| |
nen hoeve (XVII, later veranderd), met in groefsteen omblokte vensters en schietgaten, en, thans vereenzaamd, een vierkante baksteenen wal-hoektoren (XVII) met rond traptorentje. b. De tweede voorburcht, met vroegere valbrugpoort, bestaat uit aan een bassecour aangelegde eenvoudige baksteenen paardenstallen, koestallen, brouwerij en branderij (alle XVII). c. Het van baksteen met natuursteenen details opgetrokken kasteel, onderkelderd en twee verdiepingen hoog, verheft zich om een langwerpig vierkant binnenplein, waartoe een poort (1643, wapen: van Hoensbroek-de Loë), vroeger met valbrug, in het midden van de (lange) noordzijde (bijna N.O.) toegang geeft; aan de zuidzijde van het binnenplein, een overbouwde vijfbogige arcadengalerij (midden-XVII) op Dorische zuilen, aan de oostzijde de hoofdingang in den vorm van een Dorisch Renaissance poortje. Van de vier vleugels, die het binnenplein omsluiten, zijn de noordelijke en de zuidelijke (beide midden-XVII) lang, maar smal, en onder zadeldaken, de westelijke (XVI-XVII) en de oostelijke (XVI-XVII, midden-XVII verbouwd, de vensters vergroot en rijker omblokt) breed en massaal, onder schilddaken, en bevatten de trappen, de zalen en groote kamers, die zonder gangen aan elkaar sluiten. Het noordelijk gelegen buitenfront van het kasteel wordt in drieën gedeeld door twee vooruitspringende vierkante kamertorens, die één verdieping hooger opgaan dan de westen de oostvleugel, waar zij respectievelijk toe behooren. Zij dragen achthoekige knobbelhelmen met topkoepeltjes. Het zuidelijk buitenfront wordt geflankeerd door twee hooge en zware geheel uitspringende hoektorens met steile achthoekige spitsen niet topkoepeltjes: op den oosthoek door een vierkanten toren (denkelijk ± 1650), hoog vier verdiepingen; op den westhoek door een nog hoogeren, zwaren, ronden toren, overblijfsel van het in 1368(?) gebouwde vroegere | |
[pagina 138]
| |
kasteel, met 10 voet zware muren (wenteltrap en latrine in de dikte van den muur), boven den gewelfden gevangeniskelder nog vier verdiepingen hoog; in het midden van dezen zuidgevel, de niet hooger dan de eerste verdieping opgetrokken halfronde uitbouw van de slotkapel (± 1650). Inwendig bevat elke verdieping een twintigtal vertrekken, vele met (meest geschonden) monumentale marmeren, of althans fijne kalksteenen schouwen (1650-1660) met stucversieringen; in twee vertrekken geschilderde zolderingen, deels beschilderde penanten (XVII-XVIII); vele resten van betimmeringen (deuren, kasten, enz.); in een der kelderruimten kruisribgewelven op twee Toscaansche zuilen (± 1650). Beeldwerk, smeedijzeren bordeshek. In de kapel een ontredderd altaar (XVII). Smeedijzeren weegschaalevenaar (XVII). Het kasteel verkeert in een toestand van uiterst verval; van één der torens zijn de vloeren ingestort.
2. De slot-kapelanie. Vrijstaand, vijf vensters, breed, rechthoekig baksteenen gebouw (XVII, verbouwd in 1727 door P. Horstmans), onder hoog schilddak; kleine vleugelaanbouw, en ommuurd voorpleintje, toegankelijk door een poortje, waarboven smeedijzeren hek Lodewijk XIV; met natuursteen afgezette vensters. Begane-grondverdieping met de keuken. De eerste of hoofdverdieping, oorspronkelijk toegankelijk langs een buitentrap, bevat een vijftal vertrekken, waarvan nog vier met schoorsteenboezems met rijke stucversiering Lodewijk XIV; één vertrek met stucplafond Lodewijk XIV. Zolderverdieping met kleine vensters. Het gebouw verkeert in een toestand van schromelijk verval.
3. Het huis ter Linden. Klein, vijf vensters breed, twee verdiepingen hoog, baksteenen heerenhuis Lodewijk XVI. onder gebroken kap; met natuursteen omraamde deur en vensters; gesneden eiken dubbele voordeur met dito boven- | |
[pagina 139]
| |
licht. Inwendig: betimmerde salon met vier stel dubbele deuren, gestoken eiken lambrizeering; houten schoorsteenbetimmeringen en stucversieringen; bordestrap tot den zolder met rijk gestoken eiken platte baluster-leuning. Het gebouw is ontredderd en in een toestand van verval. Met dit huis is verbonden een ten deele met mergellagen versierde baksteenen hoeve met kleinen vierkanten hoektoren (XVII) en een dakruitertje. |
|