Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, I. De provincie Limburg (Amby-Meer)
(1926)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 91]
| |
Geul.e. Van de r.k. kerk (H. Martinus), dagteekenend uit 1626, is voor eenige jaren het schip afgebroken, waarna een nieuwe kerk dwars door de oude heen is gebouwd, zoodat van deze slechts het 3/8-gesloten koor van baksteen en mergel, thans als zijkapel dienst doende, behouden bleef, terwijl de westtoren (XIV) van de middeleeuwsche kerk over is. In de zijkanten der steunbeeren van het koor rondboognissen (dichtgemetseld) voor kruiswegstaties. Spitsbogige vensters met eenvoudig negprofiel. Baksteenen kroonlijst met twee rijen tanden. Leien dak. De toren heeft drie geledingen; de muren bestaan beneden uit gietwerk van keien, bekleed met mergel. Westingang (1840), waarboven een steen met opschrift betreffende den bouw der kerk (1626); hierboven, in de lijst boven de eerste geleding, een klein rond venster met twee ijzeren spijlen. De tweede geleding heeft aan de westzijde een kleine en smalle lichtopening en aan de vier zijden S-vormige ankers (XVIII); de derde geleding vier galmgaten, in algemeenen vorm overeenkomend met de koorvensters, doch met andere profileering. Achtkante spits met leien gedekt. Baksteenen gewelven op eenvoudig geprofileerde mergelribben en Renaissance-kraagsteenen in het koor. Tongewelf in den toren. De kerk bezit: Twee koorbanken (XIX) met gesneden eiken paneelen (XVIII B). Eiken preekstoel (1695), met inlegwerk en gesneden paneelen, waarin de H. Martinus en de vier Evangelisten. Gesneden eiken balustrade (XVII) der orgeltribune. Een aantal eiken kerkbanken (XVIII B). Grafsteen (1631) van Walter van Hoensbroek, den stichter der kerk. Groot Kruisbeeld (XVIII afkomstig van het klooster te Reckheim in België) | |
[pagina 92]
| |
Twee koperen armluchters (XVII); twee koperen kandelaars (XVIII). Gesneden houten offerschaaltje (XVIII). Verguld koperen stralenmonstrans (XIX A); gedreven zilveren pyxis (XVIII d, merken: Maastricht, slang, wapen); gedreven zilveren kelk (1779, Luiksch werk); twee zilveren kelken, waarvan een met nieuwen voet (XIX A). Een koorkap van rood fluweel met verspreide sterren en ornamenten in goudborduurwerk (XVII); op het schild en de breede banden (XVI) langs den voorrand gerestaureerd borduurwerk in zijde; een bursa van roodfluweel met goudborduurwerk (XVII). Twee klokken, waarvan eene in 1807 gegoten door Drouot et Thouvenel en eene gegoten in 1644, hergoten waarschijnlijk ook in 1807 door denzelfden gieter.
g. Het z.g. kasteel geulle (XVII) is een gedeelte van eene versterkte hoeve, behoorend bij het vroeger noordoostelijk gelegen kasteel, en ligt op een vierkant terrein geheel door grachten omgeven; behouden zijn: a. de (XVIII en XIX gewijzigde) westvleugel, met een reeks ronde vensters en met den toegang, waartoe een steenen brug op ronde bogen voert, in een verhoogd torenvormig gedeelte, gedekt door een vierkant puntdak met overstekende dakvlakken; b. een aansluitend gedeelte van den zuidvleugel, halfrond gesloten poortopening in omlijsting van Naamsche steen, waarboven venster met traliewerk. De oorspronkelijke poort heeft twee vleugels, in een waarvan een kleine opgeklampte eiken deur met groote nagelkoppen. Aan de hofzijde hangt boven de poort een groote gesmeed ijzeren lantaarn aan een arm in den vorm van een draak. Zadeldaken. Inwendig: drie vermoedelijk van elders overgebrachte schouwen, een met steenen wangen met figuren en zware gesneden lijst, een van gesneden hout, en een met getorste steenen Korinthische kolommen, waarboven een versierde houten lijst, in het midden een schild, waarop 1609. | |
[pagina 93]
| |
In deze gemeente bevinden zich verschillende huizen en boerderijen (enkele XVII, de meeste XVIII) geheel of gedeeltelijk van baksteen of in vakwerk, met schaars toegepaste mergel. Aan eene poort een fraai gesmeed ijzeren klopper. |
|