Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, I. De provincie Limburg (Amby-Meer)
(1926)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina V]
| |||||||||||||||||
Voorwoord.Afdeeling A der bij Koninklijk Besluit van 10 Mei 1918, No. 66 ingestelde Rijkscommissie voor de Monumentenzorg heeft in opdracht het samenstellen en uitgeven eener geïllustreerde beschrijving van alle in Nederland aanwezige gebouwen en voorwerpen, dagteekenend van vóór 1850, die eenig belang hebben uit een oogpunt van kunst of geschiedenis. Aldus zal worden verkregen een handboek, waarin men over de aanwezigheid, de artistieke of historische waarde en den toestand der monumenten van geschiedenis en kunst uitvoerige inlichtingen kan vinden en te gelijker tijd een volledige en betrouwbare bron voor de Nederlandsche kunstgeschiedenis. Ten einde dit groote werk met meer kennis van zaken te kunnen volbrengen en een handleiding te scheppen, welke bij de in bewerking zijnde en de voorgenomen geïllustreerde beschrijvingen nuttigen dienst zou verleenen, tevens ook om zoo spoedig mogelijk een overzicht te verstrekken van al wat het behouden waard is, ging men er toe over eene ‘voorloopige lijst’ der monumenten uit te geven, waarin gebouwen en met gebouwen samenhangende voorwerpen alleen kort worden vermeld. Voor het thans verschijnende achtste deel dezer lijstGa naar voetnoot1) is nagenoeg geheel de stof in de jaren 1918-1923 bijeengebracht door de te Maastricht woonachtige Afdeelingsleden Dr. J.W.H. Goossens, Ir. L.A.J. Keuller en J.H.A. Mialaret, en voor zoover het de schilderijen betreft, grootendeels door het Afdeelingslid Dr. C.J. Hofstede de Groot. De heer Mialaret nam in honderd van de toenmaals honderd-een-en-twintig Limburgsche gemeenten de daar aanwezige monumenten op. De heer Goossens inventariseerde de gemeenten Amby, Amstenrade, Berg en Terblijt, Gronsveld, Houtem (gedeeltelijk), Kadier en Keer, Meer, Meersen (gedeeltelijk) en Rijkholt; de heer Keuller de gemeenten Borgharen, Bunde, Eisden, Geul, Itteren, Kerkrade, Meersen (gedeeltelijk), Mesch, Oud-Vroenhoven, St. Pieter en Torn; voorts ook de Munsterkerk en de kathedraal van Roermond en de abdijkerk van Susteren, van welke gebouwen, ofschoon gelegen in den heer Mialaret toegewezen gemeenten, deze de inventarisatie gaarne afstond aan zijn medelid Keuller, toen laatstgenoemde hierop bleek prijs te stellen. De gemeente Valkenburg en | |||||||||||||||||
[pagina VI]
| |||||||||||||||||
een gedeelte der gemeente Houtem werden opgenomen door den secretaris, Dr. E.J. Haslinghuis. Wat Maastricht betreft werd het materiaal bijeengebracht door de heeren Goossens, Keuller, Haslinghuis en den commies, Jhr.E. van Nispen tot Sevenaer. De heer Hofstede de Groot inventariseerde de schilderijen en muurschilderingen in zeven-en-zestig gemeenten, nadat hij reeds vroeger de in Maastricht aanwezige had beschreven. Eindelijk zijn de aanteekeningen omtrent de vóór- en vroeghistorische oudheden en opgravingen afkomstig van den heer Goossens. De heer Mialaret bracht de door hem verzamelde gegevens in persklaren vorm; voor de overige gemeenten deden dit de secretaris, de hoofdcommies, de heer F.J. Vermeulen (St. Servaaskerk te Maastricht) en de juistgenoemde commies (kloosters, liefdadige gestichten en particuliere gebouwen te Maastricht). De correctie der drukproeven geschiedde, behalve door de bewerkers, door den voorzitter en den secretaris. De samenstellers mochten bij hun bezoeken welwillende aanbeveling en medewerking ondervinden van Z.D.H. den bisschop van Roermond, de betrokken gemeente- en kerkbesturen, de W. Eerw. heeren pastoors en rectoren, en de bezitters van kasteelen en andere particuliere huizingen. In het bijzonder worden hier voorts nog met erkentelijkheid herdacht de inlichtingen en hulp verleend door de W. Eerw. heeren pastoors: wijlen Martin Rutten, laatstelijk te Venraai, M.J. Janssen te Meerlo, J.A.R. Munnecom te Broekhuizen, J.A.L. van Soest te Broekhuizervorst; de Eerw. heeren G. Hesse o.f.m. te Weerd en J.H.J.A. Vaessen te Vaals; en de heeren J. Bloemen te Venloo, Th. Dorren te Valkenburg, G. Delhougne te Sittard, Ir. W. Sprenger en J. Mertz te Maastricht, P. Peters te Heerlen. Evenals tot dusverre zijn de monumenten in deze lijst gerangschikt volgens de gemeenten, en deze laatste in alphabetische volgorde geplaatst naar de spelling der ‘Woordenlijst’ van het Aardrijkskundig Genootschap. - Binnen elke gemeente geschiedt de vermelding der monumenten volgens deze indeeling:
| |||||||||||||||||
[pagina VII]
| |||||||||||||||||
Aan de vermelding der monumenten zijn toegevoegd: een opsomming hunner voornaamste onderdeelen, enkele historische gegevens, voor zoover die in voor de hand liggende literatuur werden gevonden en betrouwbaar geacht, en eene dateering, waar mogelijk aangegeven door een jaartal, en overigens door een eeuwcijfer, gevolgd door A of B ter aanduiding van de eerste of tweede helft eener eeuw, of door a, b, c, d, om een der vierendeelen van de eeuw aan te wijzen. De plaatsaanduiding der onderdeelen van een gebouw geschiedt zooveel mogelijk door aanduiding der windstreek, waarop zij gelegen zijn, bij kerken echter steeds, als waren zij zuiver georiënteerd. Bij het kennis nemen van de dagteekening der monumenten in deze provincie houde de lezer er rekening mede, dat de bewerkers hier een, in het bijzonder ten aanzien van voortbrengselen van den gothischen stijl heerschend, archaïsme hebben opgemerkt: afgezien van de bouwwerken in Maastricht en Roermond, bleek een voorwerp veelal een halve eeuw jonger te zijn dan zijn stijlkenmerken lieten vermoeden. Ten opzichte van wegkapellen, wegkruisen, boerderijen, jaarankers, en jaarsteenen was het niet doenlijk volledigheid te verkrijgen; nog minder ten opzichte van schuttersketens, waarvan het opsporen en onderzoeken doorgaans zeer tijdroovend bleek. Achter de ‘Toevoegsels en verbeteringen’ is (blz. 585) een lijstje opgenomen van de kerken, welke sinds 1923 werden afgebroken, buiten gebruik gesteld of belangrijk gewijzigd. De gemeente Maastricht is genomen in den omvang, dien zij heeft sinds 1 Januari 1920 na inlijving van de gemeenten Oud-Vroenhoven en St. Pieter en van gedeelten der gemeenten Amby, Borgharen, Gronsveld (Heugem), Heer en Meersen (Limmel). Een chronologisch overzicht der voornaamste bouwwerken, een register van kunstenaars en ambachtslieden, ingedeeld volgens hun vakken, een register van geslachts- en persoonsnamen en een topografisch register, een en ander samengesteld door Mr. Dr. J.C. Overvoorde, besluiten het boek. Zooals de titel aanduidt, draagt dit werk een voorloopig karakter. Voor op- en aanmerkingen houdt onze Afdeeling zich daarom dringend aanbevolen.
Afdeeling A der Rijkscommissie voornoemd:
De Voorzitter: Mr. Dr. J.C. Overvoorde.
De Secretaris: Dr. E.J. Haslinghuis. |
|