Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, I. De provincie Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam)
(1921)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 339]
| |
met een hardsteenen plint, heeft een vooruitspringende middenpartij met drie ingangen, waarboven eene verdieping met Dorische pilasters en een balcon, en eene met Ionische pilasters. Als bekroning dezer partij een driehoekig fronton met het gemeentewapen. Op het dak een open koepel op een met festoenen versierden vierkanten onderbouw. Klok, in 1776 door Pieter Seest te Amsterdam gegoten. Windwijzer: het oude gemeentewapen. Twee met beeldhouwwerk versierde schoorsteenen. Inwendig: vestibule, waarvan door Toscaansche zuilen en een gesmeed hek het achterdeel als Vierschaar afgeschciden is; hierin zinnebeeldige versieringen van stuc, marmeren bank en Justitiabeeld (XVII, afkomstig uit het vorige, in 1827 afgebroken stadhuis); achter de Vierschaar twee ondergrondsche gevangenissen en een verborgen trap, uitkomend bij de raadzaal en bij de folterkamer; hoofdtrap met eiken leuning; traphal met stucplafond; op de verdieping de burgerzaal met vloer van ingelegd marmer en met stucversieringen boven de in eiken omlijstingen gevatte deuren; eiken tafel (XVII); in de raadzaal Ionische pilasters van stuc, marmeren schoorsteen met fries, waarin attributen der Gerechtigheid, eiken balie, boven twee deuren schilderijen, regentenstuk (± 1650; door G.J. Sibylla); in de burgemeesterskamer een stucplafond, marmeren schoorsteen, mahoniehouten kast (XVIII d), twee schilderijtjes (XIXA) met afbeeldingen van een poort, regentenstuk (1652 door G.J. Sibylla, gerestaureerd door Hesterman); in de secretarie (voorheen burgemeesterskamer) een betimmering, marmeren schoorsteen met wapen en schilderij: Judith en Holofernes (± 1640, door G.J. Sibylla), boven de deuren twee schilderijen: Abraham's offer (?) en Ruth en Boaz (± 1650 door G.J. Sibylla), nog een schilderij: groep van drie burgemeesters (1821, door L. Moritz), notenhouten kabinet (± 1700). De trap naar de tweede verdieping heeft een marmeren borstwering, en, op het trapportaal, een marmeren monument ter vereeuwiging van de | |
[pagina 340]
| |
stichting van het gebouw. Op de bovenverdieping: de vroedschapskamer (nu tot gemeentelijk museum ingericht, zie h) met eiken betimmering en rood-trijpen behangsel, schouw met gemeentewapen; in de kamer ten Z. van de laatstgenoemde een betimmering en een zijden behangsel (XVIII c); in het voormalige kantongerecht een eiken betimmering en balie (XVIII c), marmeren schoorsteen met stucversiering, gedrukte kaart (± 1750) van het Hoogheemraadschap; in de archiefkamer een eiken kast (XVII) waarin een HS.: Bouc van den verlichten mannen (geschreven door Pieter Swanines, 1468), op den zolder een opmeting (1897) van den toren der Groote kerk. Op de binnenplaats een steen (XVII) met opschrift, afkomstig uit het oude raadhuis. | |
e. Kerkelijke gebouwen.1. De ned. herv. kerk (H. Laurentius), in 1462 gewijd, in 1855 verbouwd en in 1913 hersteld door den gemeente-architect Plaat, is een gebouw van baksteen met spaarzame toepassing van tufsteen, bestaande uit: een schip (XV c) met twee zijbeuken; een 5/10-gesloten koor (XV a, verhoogd XV d) met een traptoren; en eenen grootendeels baksteenen toren (beneden XIII c, de vierde geleding, XIV A, grootendeels met tuf bekleed, de bovenste XVI-XVII) met ingesnoerde achtkante spits (XVI d), bekroond door een open koepeltje met peer en windwijzer. Aanbouwsels: ten Z. van het schip de kosterswoning (XVII) en een portaal (XVI, thans keuken) met banden van tufsteen en met een dichtgemetselden ingang; ten Z. van het koor twee aanbouwen waarvan de oostelijke een (gewijzigden) topgevel aan den oostkant heeft; ten O. van den noordbeuk een klassiek portaal (1673). Op het koor een koepeltje met een windvaan: H. Laurentius. De bovenlichten der twee westelijke traveeën zijn dichtgemetseld. Inwendig: zuilen; een doorloopend | |
[pagina 341]
| |
houten tongewelf over schip en koor, halve tongewelven over de zijbeuken. Geprofileerde sleutelstukken (XV). In het koor spitsboognissen (voor beelden) onder de muurschalken. De kerk bezit: Eiken koorhek met koperen spijlen (± 1525) en met gaten voor doken ter bevestiging van beelden. Sporen van polychromie nog zichtbaar. Eiken preekstoel (XVIII d) met oudere bekroning (XVI a), boven het klankbord aangebracht. Koperen voorzangerslezenaar (XVII d); overhuifde eiken heerenbank (XVII A) en twee banken (XVII). Orgel (1825, door gebr. Batz te Utrecht). Zerken: 1508 (priesterzerk), gebeeldhouwde van 1602, 1629-1638, 1671, XVII, 1718, 1740 (twee), 1760, 1766-1775, nog verschillende XVII en XVIII. Tiengebodenbord en credobord (beide XVII). Drie psalmbordjes (XVII c). Vier rouwborden met wapens (1664, 1680, 1705, 1746). Wapenbord (1672, gehavend). Drie zilveren bekers (XVII d) en vier dito borden (XVII d). Drie klokken, eene in 1664 door Henrick Wegewart te Kampen, eene in 1674 door P. Hemony en eene in 1763 door Pieter Seest te Amsterdam gegoten. Klokkenspel van 29 klokken, waarvan eene in 1506 door Gherardus de Wou, eene in 1562 door Gherardus Moor, eene in 1711 door Claes Noorden en Jan Albert de Grave, eene in 1805 door Henricus Petit, de overige in 1671 door P. Hemony gegoten. In het koor een klok (XV A), afkomstig uit het angelustorentje, en een laat-gothische tafel (XVI a?). In de kerkemeesterskamer: een spiegel in eene omlijsting (XVIII c), drie houten spreuklinten (1755, vermoedelijk afkomstig van het vorige orgel), twee koperen blakers (XVII). De consistoriekamer, van den zuidbeuk uit toegankelijk, | |
[pagina 342]
| |
heeft een gesneden dubbele deur met omlijsting en bekroning (XVIII c), en bevat een houten schoorsteen met spiegelomlijsting (XVIII c), alsmede vier afbeeldingen der kerk. Een verzameling Hss. uit het archief der kerk berustsinds 1846 in de Koninklijke Bibliotheek en gedeeltelijk in het raadhuis.
2. De evang.-luthersche kerk (1818) aan de Nieuwstad heeft een ingang, versierd met festoenen en gesneden deuren (XIX a). Open houten torentje boven den voorgevel. Zij bezit: Eiken altaar met altaarhek, doopbanken en betimmering (alles XVII d). Eiken preekstoel (XVII d); op het altaar een koperen lezenaar (XVII B). Orgel (1769 door Joh. Strumpler te Amsterdam) met wijzerklokje (XVIII b). Zilveren doopschotel (1793); verguldzilveren broodschotel (1656), zilveren Avondmaalsbekertje (XVII b); verguldzilveren Avondmaalsbeker. In de consistoriekamer een eiken tafel (XVII) met schuiflade en twaalf stoelen (XIX a).
3. De r.k. kerk (1858) bezit: Verguld zilveren miskelk (1620, blijkens jaarletter). Geborduurd stel paramenten (± 1700). Tien koperen kandelaars (XVII). Thans in het Bisschoppelijk museum te Haarlem: een met schildpad opgelegde tabernakel (± 1700). | |
f. Gebouwen van liefdadigheid.1. Het st. bartholomeus gasthuis bestaat uit: a. een noordelijken vleugel (XVI), waarvan het westelijk deel in 1772 wegens den bouw van het raadhuis afgebroken is. Baksteenen | |
[pagina 343]
| |
gevel met banden van bergsteen. Geveltop afgebroken. Vier gevelsteenen (1612). In den gevel aan de Gasthuissteeg een geribde deur met rijk gesneden kalf (1623). b. een middendeel, dat in 1911 verbouwd en van een nieuwen gevel voorzien is; c. een zuidelijken vleugel met muurpilasters. De voorgevel aan het binnenplein heeft een driehoekig fronton en twee cartouches, waarin: 1650. In den achtergevel aan de Schoolsteeg een dichtgemetselde ingang met fronton en opschrift (1650). Inwendig: in den zuidelijken vleugel de regentenkamer met schouw (XVII) en eiken paneelwerk om den ingang naar den kelder, twee eiken kasten (XVII en XVIII), acht matten stoelen (XVII), vier met trijp bekleede stoelen (XVIII). Schilderijen (in slechten staat): Salomo's Gerecht (?), de zeven Werken van Barmhartigheid (1647, door G.J. Sibylla), stilleven (XVII a) op paneel; de Zondeval (XVII a) op paneel; een landschap (in den trant van J.H. Roos en J.v.d. Does); mansportret (± 1820) in pastel.
2. Als herinnering aan de stichting (1718) van Cornelis van Drosthagen is in den gevel Middelstraat 20 een steen ingemetseld (1778). In de Middelstraat 9-11 bevinden zich drie steenen: Geloof, Hoop en Liefde (XVII A) en een steen: ‘Drosthagen’. | |
g. Particuliere gebouwen.1. Oude gracht, hoek Achterom. Geverfde gevel (XVII a) met bergsteenen lijsten. Aan den noordkant overgebouwde verdieping. Staafankers. Pui gewijzigd. 2. Achtergracht 56. Topgevel (XVII A) met toppilaster, waartegen een anker. Twee gemetselde waterlijsten. Ontlastingsbogen boven de (gewijzigde) vensters. 3. Achtergracht Oz. 1. Pakhuisgevel (XVII) met gevelsteen. | |
[pagina 344]
| |
4. Achtergracht 67. Twee geheel verbouwde gevels (XVII). Twee gevelsteenen (1800 en 1857).
Gevels (XVII d) van het Amsterdamsche type: met ingezwenkte kanten, waarop festoenen, en met krullen: 5. Hoogstraat 47. Festoenen om het topvenster en drie als versiering van den gevel. 6. Binnenveer 9. Dergelijke gevel, eenvoudiger. 7. Hoogstraat 28. Gebogen fronton. Krullen. 8. Hoogstraat 34. Steenen lint: 1675.
Verder: 9. Binnenveer 10. Eenvoudige halsgevel (XVIII a) met gebogen fronton. 10. Nieuwstad 18. Gevel (XVIII c) met rijk gesneden deur, kalf, een bovenlicht, versierde vensterdorpels. 11. Plein, hoek Oudegracht. Kroonlijst met consoles (XVIII c). Gesneden deur.
Fragmenten.
Krom Elleboogsteeg. Overblijfselen van een gevel (XVII).
Details.
Naast Oudegracht 41. Poortje met steen (1710), waarop afbeelding van een kerk. Binnenveer 7. Houten deuromlijsting (XVIII a). Achtergracht Wz. 70. Windvaan (XVIII). Hoogstraat 60-61. Deuromlijsting (XVIII d). Hoogstraat 32. Bovenlicht (XVIII d). Hoogstraat 48. Deur en omlijsting (XVIII d). Hoogstraat 24. Boven- en onderdeur, en deurkalf (± 1800). Hoogstraat 55. Deuromlijsting (XIX a). | |
[pagina 345]
| |
Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld: Hoogstraat 9-10 (drie, XVII a), Hoogstraat 21 (drie, XVII a, een ervan heeft een cartouche, waarin later: 1756), Oudegracht 131 (twee, 1660), Achtergracht Wz. 33 (1781), Achtergracht 107 (1798), Nieuwstraat 28 (XVIII), Nieuwstraat 50 (XVIII).
Ankers: Achtergracht Oz. 117 (1771). | |
h. Museum.Het museum ten raadhuize (zie d 2) bevat o.a.: verguldzilveren halsketen (± 1500) der handboogschutterij met eenige geëmailleerde schildjes, een vogel en een Wederdooperspenning (1534), genielleerde gordelgesp (XVI) met kettingen waaraan naaldenkokers, schaar enz.; bronzen aquamanile (XIV A), een gerechtsdoornstokje, gedreven koperen schotel (XVI B) met St. Joris erop, twee gedreven zilveren gildeplaten (1648), verguldzilveren zegelstempel (XVII), zilveren bodeteeken (XVIII), geschilderde plattegrond der stad op paneel (1551, door Corn. Antoniszen), twee kaarten van Weesp (1613 en 1618, door den landmeter L. Jz. Sinck), eiken tafel (XVII), acht stoelen (XVIII), schilderij: Christus en de cijnspenning (± 1640, door G.J. Sibylla); schilderij Salomo's eerste recht (1635, door G.J. Sibylla, blijkens opschrift hersteld door M.C.v. Maes in 1703); schilderij: het vroegere raadhuis (gemerkt J.N., 1763); geschilderd bord met het stadswapen (1646). |
|