Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, I. De provincie Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam)
(1921)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendMedemblik.b. Verdedigingswerken.Het Slot (z.g. ‘kasteel Radboud’), XIII d gesticht door graaf Floris V, waarschijnlijk ter plaatse eener oudere sterkte (± 700), XVI d gedeeltelijk ontmanteld, 1654 ingericht tot Schuttersdoelen, waarbij het voorplein werd verhoogd en van een hardsteenen poort voorzien, ± 1850 verminkt door het | |
[pagina 243]
| |
sloopen van drie torens, andermaal, 1870, door het sloopen van twee torens, 1889-1898 gerestaureerd door Dr. P.J.H. Cuypers, thans Kantongerecht, is een baksteenen gebouw, bestaande uit: a. Een westelijken vleugel (1661-1734 gebruikt voor N. Herv.-kerk) met, tegen den noordwestelijken hoek aangebouwden, vierkanten traptoren; b. een rechthoekig hierop staanden vleugel met eenen ronden toren (1897, blijkens een steen) op den zuidwestelijken hoek en eenen vierkanten toren tegen den zuidgevel. a. Aan de noordzijde een trapgevel met drie spitsboogvensters, waarboven een rond venster. Boven den westelijken muur een om den ronden hoektoren loopende weergang met (XIX d vernieuwde) kanteelingen. Inwendig: De voormalige ridderzaal. Eiken bekapping. Schilderij (XVII B, op doek), voorstellend een fantasie-portret van RadboudGa naar voetnoot*). b. Twee brandgevels met trappen. Aan de noordzijde: een spitsbogige ingang; vensters met kruiskozijnen. Weergang met (XIX d vernieuwde) kanteelingen. Inwendig: In de voormalige burchtzaal (thans rechtzaal) een zoldering met eiken moerbalken en overhoeks geplaatste kinderbalken. Onder de moerbalken gesneden sleutelstukken (XVI d). Gebeeldhouwde zandsteenen schouw (XV d). Eiken tochtportaal (XVI d). In de kelders eiken balken en standvinken. Het slot bezit een klok, 1703 gegoten door Claes Noorden en Jan Albert de Grave, te Amsterdam. | |
d. Wereldlijke openbare gebouwen.1. Het raadhuis (XVII c), uitwendig geheel verbouwd (± 1890), heeft op het bordes twee schildhoudende leeuwen (XVII). Inwendig: Grootendeels oorspronkelijke binnenmuren. In de secretarie (voorm. Vierschaar): schouw (XVIII a) met | |
[pagina 244]
| |
wapens en opschrift; goudleeren behangsel (XVIII a); gesneden lijst (XVII d) van een gebed; eiken tafel (XVII); leunstoel (XIX a). In de burgemeesterskamer: een geteekende kaart (1552). De volgende schilderijen: Portret (XVII d, copie naar M.J. Miereveld) van Prins Willem I; portret (XVII d, copie naar M.J. Miereveld) van Prins Maurits; portret (XVII d, copie naar Miereveld of J.v. Ravesteyn) van Prins Frederik Hendrik; Bijbelsch tafereel (XVII c, Hollandsche school), waarschijnlijk voorstellend Christus en de overspelige vrouw; stilleven (XVII c, Vanitas, door E. Collier).
2. De waag (XVII a) heeft een baksteenen trapgevel met bergsteenen boogblokken. De toppilaster rust op een kraagsteen met kopje, die tevens dient tot sluitsteen van een segmentvormigen boog. Houten puikozijn met bovenlichten, en twee deuren. Hierboven een steen met het stadswapen, kaaswegers en: 1773. Inwendig: Steen met opschrift betreffende de overbrenging der stadswaag in dit gebouw, en: 1692.
3. Het koggenhuis, voormalig gemeenlandshuis van het waterschap ‘de vier Noorder Coggen’, 1613 gebouwd, heeft een baksteenen trapgevel met bergsteenen hoek-, neg-, en boogblokken. Toppilaster op een kraagsteen met masker (tevens sluitsteen). Portaal met rijke omlijsting, waarboven het wapen der vier Noorder Koggen. Boven de vensters sluitsteenen met koppen. Drie leeuwenmaskers. In een nis een beeldje (Charitas). | |
e. Kerkelijke Gebouwen.1. De ned. herv. of Westerkerk (H. Bonifacius), omstreeks 1400 gebouwd ter plaatse van eene oudere, in 1118 vermelde, kerk, 1555 verbrand op den toren na, vervolgens herbouwd met behoud van muren en zuilen, 1658 van een nieuwe bekapping, en 1680 van gebrandschilderde glazen voorzien, 1724 hersteld, | |
[pagina 245]
| |
1859 ingekort door slooping van het (5/10-gesloten) koor, 1900-1906 gerestaureerd, is een baksteenen hallenkerk, bestaande uit drie evenhooge beuken, waarvan de zuidelijke recht-gesloten is en smaller dan de beide andere, welke 3/8-sluiting hebben (1859); en eenen vierkanten toren (± 1350) tegen den middelsten beuk. Aan de noordzijde geprofileerde spitsbogige vensters (XV a) en vijf steunbeeren. Onder den naar het Noorden overhellenden toren bevindt zich een (thans gesloten) spitsbogige doorgang van het N. naar het Z. In de gevels spitsboognissen. Op de bovenste geleding een balustrade (XVII). Achtkante spits (1604) met zandsteenen hogels langs de ribben, en gedekt door een koepeltje (± 1600), dat bekroond wordt door een opengewerkte peer van gesmeed ijzer. Inwendig (geheel gepleisterd): houten gewelven. Tusschen de beuken twee rijen zuilen met achtkante lijstkapiteelen. Gedrukte scheibogen met afgeschuinde dagkanten. De kerk bezit: Koorafsluiting (± 1600). Gebeeldhouwden eiken preekstoel (XVI c) met trap (XVII d). Gesneden engelenkopje onder een koperen lichtarm. Doophek (XVII d, ten deele verplaatst naar den noordbeuk). Koperen predikantslezenaar (XVII B) op arm; koperen voorzangerslezenaar (XVII B); koperen doopbekkenhouder; koperen zandlooperhouder; twee koperen doopbogen (XVIII c). Orgel (1785 vernieuwd door Chr. Bätz te Utrecht). Banken (XVII a) met snijwerk. Zerk (1760) van Lord George Murray. Een aantal zerken (XVII) met gebeeldhouwde wapens. Negen zuilschilderingen (1602, ontdekt 1902, bijgeschilderd). Zes gebrandschilderde glazen (waarvan vijf hersteld 1902-'04, en een modern) in den zuidbeuk, en wel, te beginnen van het Oosten: in het eerste het wapen van Monnikendam, waaronder een opschrift en: 1670; in het tweede een bijbelsche voorstelling: het penningske der weduwe, met onderschrift en: | |
[pagina 246]
| |
1670, waarboven zes wapens van schepenen en diakenen (hiervan het wapen-Slicher vernieuwd 1903); het derde is modern (1904); in het vierde een voorstelling van de dieren, in de Ark gaande, voorts een gezicht op den waterkant van Medemblik, waaronder, in het midden, een gezicht op Medemblik uit het O., de wapens van Oranje-Nassau, van Holland en van Medemblik, een opschrift en: 1671 (van de panden in de traceering zijn het bovenste en het meest westelijke vernieuwd); in het vijfde (1709, door S.v.d. Meulen, blijkens een opschrift, aanwezig vóór de restauratie) eene voorstelling der stedemaagd, zes wapens, van burgemeesteren en kerkmeesters, en een opschrift; in het zesde (de panden der traceering grootendeels vernieuwd) tien wapens, waarbij het wapen van Medemblik en: 1681, en eene voorstelling van Salomo's oordeel. Zes koperen kronen (XVII d). Drie klokken, waarvan een in 1636 gegoten door Everhardus Splinter te Enkhuizen, en twee in 1649 gegoten door F. en P. Hemony te Zutfen.
2. De Ev. luthersche kerk (XVIII a gesticht) bezit: Koperen voorzangerslezenaar (± 1700). Twee koperen kronen (XVIII).
3. De r.k. kerk van den H. Martinus, gebouwd 1904, ter plaatse eener oudere (1780), bezit: Verguld zilveren monstrans (XVII b). Verguld zilveren miskelk (XVII), met later deksel (wordt als ciborie gebruikt). Zilveren oliebusje (XVII c). Twee zilveren ampullen (XVIII d). Gedreven zilveren ampullenblad (1660). Zilveren schaaltje op voet (± 1645). Vier groote en drie kleine zilveren kandelaars (XVIII); acht koperen kandelaars (XVII); een koperen lichtarm (van een kroon) | |
[pagina 247]
| |
Twee koperen kronen, uit deze kerk afkomstig, zijn thans in het raadhuis te Haarlem.
4. De synagoge (1808) bezit: Tien groote en zeven kleine koperen kaarsenstandaards (XVI). Drie koperen kroontjes (XVII). | |
f. Gebouwen van liefdadigheid enz.Het burgerweeshuis, XVI gebouwd, later meermalen gewijzigd, XVIII met het armenhuis vereenigd, heeft een eenvoudig poortgebouw met verminkten topgevel (XVIII). Aan de zijde der Torenstraat een bergsteenen poort met gesmeed ijzeren hek (XVIII c); hierboven, in een rondbogige nis, gebeeldhouwde figuren van weeskinderen, en een fries waarin: 1785. Boven de kroonlijst het gemeentewapen, gehouden door twee leeuwen. In den, aan een binnenplaats gelegen voorgevel, de hoofdingang met hardsteenen stoep, gesneden deuren, geflankeerd door pilasters met snijwerk. Rijk gesneden bovenlicht (alles 1762, in den trant van Lodewijk XV). Hiernaast, in den muur, een pompje in een nis (XVIII c). Enkele houten kruiskozijnen met luiken en vensters met glas-in-lood. Zijgevels (XVI?). Twee windwijzers. Inwendig: Kelders waarin ten deele uitgebroken kruisribgewelven met ongeprofileerde ribben. Korbeelen en sleutelstukken (XVI B). Betimmeringen (XVII b). Tafel (XVI d). Tekstbord. Verder bezit het gesticht: vier schilderijen (± 1600) met bijbelsche voorstellingen; een oude, verkleinde copie naar een daarvan, voorstellend de Wijze maagden; een geschilderd portret van prins Willem I (zeer beschadigd). | |
g. Particuliere gebouwen.Trapgevels, meerendeels met zandsteenen lijsten en afdekkingen, hoek- en negblokken, en met op een kraagsteen rustenden toppilaster, bekroond door een schildhoudenden leeuw: | |
[pagina 248]
| |
1. Oosterhaven W 1, 75. Trapgevel (XVII a). Ankers: 1 (6?) 13. Pui met gesneden consoles. 2. Nieuwstraat W 2, 20. Trapgevel (XVII a). Beneden gewijzigd. 3. Nieuwstraat W 2, 20. Lage trapgevel (XVII a, geverfd). Gesmeed bovenlicht: A.K. 1826. 4. Oosterhaven W 1, 174. Trapgevel (XVII a). Beneden gewijzigd. 5. Oosterhaven W 1, 189. Trapgevel (XVII a, gepleisterd en vervallen). Lelieanker. 6-7. Oosterhaven W 2, 37. Twee trapgevels. De kleinere rijk versierd: sluitsteenen met kopjes, gevelsteenen. Tusschen de vensters der eerste verdieping een steen: 1641. 8. Achterom W 2, 95. Trapgevel (XVII A) met ankers. 9. Nieuwstraat W 1, 45. Trapgevel (XVII A). Top gewijzigd. 10. Nieuwstraat W 2, 8. Dergelijke gevel. Gepleisterd. 11. Nieuwstraat W 2, 9. Trapgevel (XVII A). Vijf sluitsteenen met kopjes. 12. Nieuwstraat W 2, 21. Trapgevel (XVII A). 13. Nieuwstraat W 2, 24. Dergelijke gevel. Beneden gewijzigd. Ankers. Baksteenen lijsten. 14. Nieuwstraat W 2, 27. Lage trapgevel (XVII A). Geverfd. 15. Nieuwstraat W 3, 1. Trapgevel (XVII A). 16. Nieuwstraat W 4, 19. Dergelijke gevel. 17. Ooievaarsgat W 3, 13. Dergelijke gevel. Verbouwd. 18. Ooievaarsgat (bij de zee). Twee dergelijke gevels. Gepleisterd. 19. Oosterhaven W 1, 190. Trapgevel (XVII A). Verbouwd. In den top een lelieanker. 20. Oosterhaven W 2, 29. Dergelijke gevel. Anker. 21. Oosterhaven W 2, 43. Dergelijke gevel. Gepleisterd. Pui met gesneden consoles. Luifel. 22. Oosterhaven W 2, 44. Dergelijke gevel. Ankers. | |
[pagina 249]
| |
23-28. Westerhaven W 2, 38-44. Zes eenvoudige trap gevels (XVII A). 29. Westerhaven W 2, 53. Eenvoudige trapgevel (XVII A). 30-32. Westerhaven W 2, 54-56. Drielinggevels (XVII A) met bergsteenen banden. Doorloopende gesneden puibalk. 33-34. Westerhaven W 2, 73. Twee trapgevels (XVII A). Sluitsteenen met kopjes. Beneden gewijzigd.
Voorts de volgende gevels:
35. Vooreiland W 2, 157a. Gevel met dichtgemetselde onderpui. Gesneden kalf en ijzeren traliewerk boven den ingang. In de borstwering drie gevelsteenen: 1646. 36. Nieuwstraat W 3, 8. Gevel (XVII A). Ankers. 37. Nieuwstraat W 3, 12. Gevel (XVII A) met luifel. 38. Oosterhaven W 1, 167. Gevel (1656, blijkens jaartal in een cartouche). Gesneden puibalk. Fries met vier steenen. IJzeren stoephek (XVIII b). 39. Oosterhaven W 2, 54. Gevel met twee cartouches: 1656. Sluitsteen met engelkoppen. Vier gevelsteenen. 40. Vooreiland W 3, 52. Gevel met houten bekroning, waarin een wapen en: 1728. Twee siervazen. Omlijsting van deurtravee. Twee steenen omlijstingen van ronde vensters. Windwijzer (ruiter). Op een topgevel van den zijvleugel drie vazen (alles XVIII A). 41. Nieuwstraat W 2, 30. Halsgevel (1783) met krullen. 42. Dam (naast het raadhuis). Dergelijke gevel (1798). Cartouche als bekroning.
Pakhuisgevels:
43-45. Vooreiland W 2, 140-142. Drie trapgevels (XVII A) met vijf gevelsteenen. | |
[pagina 250]
| |
Fragmenten en details van buitenarchitectuur.
1. Tuinstraat W 1, 86. Schroefvormig gemetselde pinakels (XVI). 2. In een zijstraat van de Bangert: stoeppaal (XVII a). 3. Westerhaven W 2, 59. Vijf sluitstukken met kopjes (XVII, geverfd). 4. Oosterhaven W 1, 191. Fragment van een pakhuisgevel (XVII). 5. Oosterhaven W 1, 198. Gesneden deur (XVIII a).
Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld:
Ooievaarsgat W 2, 84 (twee, 1635); Ooievaarsgat W 3, 15 (twee, 1635); Vooreiland W 2, 58 (twee, XVII); Vooreiland, naast 58 (twee); Oosterhaven W 1, 182 (drie); Rechte end W 3, 63 (twee); Rechte end W 3 (twee); Westerhaven W 3, 45 (vijf); Westerhaven W 3, 49 (twee). |
|