Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, I. De provincie Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam)
(1921)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendd. Wereldlijke openbare gebouwen.Het voormalig raadhuis. Zie: f 1. | |
[pagina 230]
| |
e. Kerkelijke gebouwen:1. De ned. herv. kerk (1685, blijkens een steen; in 1824 vergroot met twee zijarmen door Latenstein, afgebrand Mei 1920, waarbij de buitenmuren en een deel der meubelen bewaard bleven), wordt thans gerestaureerd door den architect J. de Meyer. Gebouw van bak- en bergsteen op kruisvormig grondplan. Steunbeeren met ingezwenkte buitenlijn. In den oostgevel een banderol (1686). Spitsboogvensters. Inwendig: Overblijfselen van een houten tongewelf, trekbalken en muurstijlen. Op de hoeken der kruising Dorische driekwart-zuilen (XIX a). Boven den ingang, tegen den oostelijken wand, een steen met opschrift (o.a. vermeldend: Jacob Reijersz. mr. timmerman), waaromheen festoenen met wapens. In den westelijken wand een opschrift betreffende het leggen van den eersten steen in 1685. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1686). Koperen doopbekkenhouder (XVII d). Heerengestoelte (XVIII d) met wapen als bekroning. Verschillende zerken (XVIII) met wapens. Vier koperen kronen (XVII d).
Het ten westen dezer kerk gelegen kerkhof wordt aan de noordzijde begrensd door een baksteenen muur (1645). Hier bevinden zich eenige zerken (XVII B, XVIII, XIX a).
2. De doopsgezinde kerk, gebouwd 1873, ter plaatse der vroegere Vermaning (1680), heeft inwendig een galerij met balken, waaronder twee Dorische zuilen (XVII d), van het vorige gebouw. Op den balk boven den preekstoel een opschrift: Jacob Reijerszen Mr. timmerman. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII d, geverfd), waaraan een ruggeschot met bordje (XVII c). Koperen predikantslezenaar (XVIII d). | |
[pagina 231]
| |
Koperen lezenaar (XVIII c) met de letters: I.C.H. Houten voorzangerslezenaar (XIX a) op koperen arm (XVIII d). Twee koperen kronen (XVIII d). Zes zilveren Avondmaalsbekers (XVII). In de consistoriekamer: geslepen spiegel (XVIII c); barometer (XIX a, door J. Stopani, Amsterdam) met intarsia-versiering; gravure van het Menno Simonskerkje te Witmarsum in lijst (XIX a). | |
f. Gebouwen van liefdadigheid.1. Boschjesstraat. Het voormalige wees- en armenhuis (1721; in 1753 en 1823 vergroot, in 1827 deels afgebroken, overigens hersteld en tot raadhuis ingericht, in 1908 buiten gebruik gesteld) is een vrijstaand gebouw, deels van hout, deels van baksteen. Inwendig: In de vroegere raadzaal een zoldering: twee houten Dorische zuilen; schoorsteen met spiegel in vergulde lijst, tusschen wit marmeren zuiltjes (alles XIX a). In de achterkamer (voormalige armenkamer); een schouw met spiegel, geflankeerd door marmeren pilasters (XIX a). Fragmenten van een kleine luiklok (XVIII) en van een gesmeden windwijzer.
2. Schipperslaan. Het voormalige weeshuis der doopsgezinde gemeente (1698) heeft een baksteenen gevel met een rechte kroonlijst. Deurkalf met jaartal (1698) en gepolychromeerde figuren. Naast de deur een lantaarnhaak (XVIII) van gesmeed ijzer. Achtergevel met houten dakkapel. Inwendig (geheel gewijzigd): In een benedenvertrek een schouw met tegels (XVIII, gedeeltelijk vernieuwd), afkomstig uit de vroegere regentenkamer. Boven: balken (XVII); houten schouw, bekleed met tegels (XVIII); een glazen deurtje (XVIII c). Op den | |
[pagina 232]
| |
zolder: een Zaansch glazen deurtje (XVIII). Het gebouw bezit: eiken pers (XVII); offerbus (XVIII).
3. Lage Dijk. Het weeshuis der doopsgezinde gemeente bezit de volgende, grootendeels uit het oude weeshuis en uit een particuliere nalatenschap afkomstige voorwerpen: In de vestibule, een barometer (XIX a, door J. Molten te Amsterdam), een Zaansche klok (XVIII a, op de wijzerplaat: Jan Koogies, Wormerveer), een staande klok (XVIII d, door Abr. van der Naaten en Zn. te Amsterdam). In de gang: eiken kleerkast (XVII d), waarop een stel van vijf blauwe vazen (XVIII c). In de bestuurskamer: koperen doopbekken op ijzeren voet (XVII d), Zaansche klok (XVIII a, door Corn. van Rossen te Koog), mahoniehouten tafel en twaalf stoelen (XIX a), kabinetkast (XVIII d), waarop een stel van vijf blauwe vazen (XVIII d); geslepen spiegel (XVIII d) in houten lijst, twee blauwe borden (XVIII). In de (moderne) schouw blauwe tegels (XVII), koperen beddepan (XVIII) met wapen, blaasbalg (XVIII), kruik van Nassauer aardewerk (XVII d), houten vuurscherm (XIX a), koperen ketel op vuurtest (XVIII d), eenig tingerei (XVIII d). In een der gangen: kleerpers (XIX a); beschilderd ijzeren geld kistje (XVIII a). In de catechiseerkamer: spiegel (XIX a), bijbel met koperbeslag (midden-XVII). In een nevenvertrekje: tafeltje (XVIII), waarop een houten lezenaar (XVIII d), met een schildering op het deksel, voorstellend den maaltijd in het oude weeshuis; geschilderde archiefkast (XIX a) met koperen beslag (afkomstig uit de vroegere kerk); koperen trommel (XVIII d); twee zandloopers (XVIII). | |
g. Particuliere gebouwen:1. Lage Dijk E 1. Voormalige pastorie der Doopsgezinde | |
[pagina 233]
| |
gemeente. Houten huis (XVIII c) met een gebogen hoekvenster, en met een onderdeur. 2. Lage Dijk D 35. Houten halsgevel (XVIII d) met gesneden krullen en kuif (XVIII c). Deur met bovenlicht (XVIII d). Dakvenster (XVIII d). 3. Lage Dijk D 36. Dergelijke gevel. 4. Lage Dijk F 62. Huis (XVIII d). In den voorgevel een middengedeelte, omlijst door gepolychromeerd snijwerk. Groot dakvenster (XVIII c) met gesneden vleugelstukken en kuif. Twee gesneden deuren (XVIII d). Twee eindgevels (XVIII d). 5. Lage Dijk, hoek Schoolstraat. Eenvoudige baksteenen gevel (XVIII d). Ingang geflankeerd door Ionische pilasters. Gesneden deur en bovenlicht. 6. Lage Dijk D 48. Gevel (XVIII d). Gesneden deur met bovenlicht, waarin geschilderd glas-in-lood. 7. Lage Dijk C 208. Haremakerij. Houten huis (XVIII d) met geschilderd naambord (XVIII d). 8. Lage Dijk E 142. Voormalig koopmanshuis (XVIII d) met twee halsgevels, versierd met krullen en kuif. Beneden vernieuwd. In een zijgevel een gesneden deur (XVIII d) met bovenlicht. Inwendig: in een voorvertrek een marmeren schoorsteen (XVIII d), waarvan de schacht bekleed is met mahoniehout, waarin koperen biezen. In een achterkamer een gebeeldhouwde marmeren schoorsteen (XVIII d). 9. Lage Dijk F 51. Gevel (XVIII d). Rechte kroonlijst. Deur met gesneden bovenlicht. Dakvenster. 10. Lage Dijk D 82. Houten gevel (XIX a) met in- en uitgezwenkten top. Twee deuren. 11. Lage Dijk D 87. Dergelijke gevel. Top geschonden.
Fragmenten van buitenarchitectuur:
1. Lage Dijk E 105. Twee houten eindgevels (midden-XVIII). | |
[pagina 234]
| |
2. Lage Dijk D 31. Houten voorschot (XVIII d). 3. Lage Dijk, naast F 54. Tuinpoortje (XVIII d) in gesneden omlijsting, bekroond door een beeld van de Faam. 4. Stinkpad E 90. Gesneden zijdeur (XVIII d). 5. Stationstraat G 194-195. Vier dakvensters (XVIII). 6. Lage Dijk D 40. Deur (XIX a) met zij- en bovenlichten. Boven een venster een gebeeldhouwde steen met het jaartal: 1751. 7. Lage Dijk D 45. Boven een venster een gesneden houten versiering (1822). 8. Lage Dijk D 46. Houten schot van een in- en uitgezwenkten topgevel (XIX a). Deur met gesneden omlijsting (XIX a).
Molens:
1. Meelmolen (XVIII) ‘De Haan’ of ‘Koek-uit’. Bovenkruier. 2. Oliemolen (XVIII) ‘Het Pink’. Bovenkruier. 3. Zaagmolen (XVIII B) ‘De kleine Poort’. Gesloten paltrok. |
|