Kastrikum.
De ned. herv. kerk (H. Pancratius) bestaat uit een tufsteenen, ten deele gepleisterd, schip (XII a, of nog ouder, XVI a gewijzigd, en van andere vensters voorzien); een smaller, 5/10 gesloten koor (XV b) van baksteen met tufsteenbanden, thans van het schip afgeschoten; en eenen baksteenen toren (XVI a), versierd met spitsboognissen, waarin traceeringen. In den noordmuur van het schip een klein en hooggeplaatst rondboogvenster; in den zuidwand een dichtgemetselde, met een rondboog gedekte ingang. Aan de N.-W.-zijde twee steunbeeren, in een waarvan: 1519. Inwendig: een moderne vlakke zoldering. In den toren overblijfselen van een kruisribgewelf. De kerk bezit:
Modernen preekstoel, welks voet gevormd wordt door een omgekeerde doopvont (1519). In den achterwand van den preekstoel een paneeltje met opschrift (1599).
Eiken doophek (1742) met een gesneden wapen, en met een koperen doopboog.
Twee koperen lezenaars (XVIII).
Zerken: een laat-gothische, een priesterzerk (1512, in den toren), een zerk (1586) van een predikant, een zerk (1623).
Avondmaalszilver (1836).
Klok, in 1604 gegoten door Gert Powel te Emden.