| |
| |
| |
h. Musea, verzamelingen.
1. Het Rijksmuseum heeft in den oostelijken toren een spel van vier-en-twintig klokken, waarvan een in 1553, acht in 1554, een in 1556, een in 1583, een in 1587, een in 1598 gegoten door Peter van den Gheyn te Mechelen voor den (in 1857 gesloopten) kerktoren te Arnemuiden en in 1898 naar hier overgebracht; één klok is vergoten en tien nieuwe zijn gegoten in 1900 door Petit en Fritsen.
In het Rijksmuseum bevinden zich de volgende verzamelingen:
A. Het Rijksmuseum voor schilderijen bestaande uit:
1. De aan het Rijk in eigendom toebehoorende schilderijen in olieverf, pastel en miniatuur, waaronder afkomstig uit:
het Trippenhuis (f 65), het Admiraliteitsgebouw (d 15a), de vergaderzaal van de directie van den Levantschen handel (in het oude Raadhuis), het Koloniaal magazijn, het agentschap van het Ministerie van Financiën (f 6 en g 1027) het huis Huydecoper (g 3231), het O.I. huis (d 9), de Oude kerk (e 1), de Nieuwe kerk (e 2); de Oude Evang.-Luthersche kerk (e 11) en het Agnietenklooster (f 68), alle te Amsterdam;
het Nationaal museum, het Koninklijk kabinet van schilderijen, de modelkamer van de Marine, het departement van Koloniën, het huis van Const. Huygens, het Koninklijk paleis, de Oranjezaal, het Stadhouderlijk kwartier, de zaal der Staten-Generaal en de Trèveszaal, het Rijksarchief, het huis van Bewaring en de stallen achter de Kloosterkerk, alle te of bij 's-Gravenhage;
de gemeentehuizen te Delft, Haarlem en Heusden; het voormalig Stadhouderlijk hof te Leeuwarden; het Gouvernementsgebouw te Groningen; de huizen Honselaersdijk bij Naaldwijk, Nieuburg bij Rijswijk, Wel bij Ammerzoden,
| |
| |
Moermont bij Renesse; het Hof van Holland te Noordwijk; het Paviljoen te Haarlem; het Hoogerhuis te Randenbroek; het huis Royaards te Utrecht (Nieuwe Gracht 8); het kantoor der O.I. Compagnie, de Admiraliteit van de Maas en de Rijksmarinewerf te Rotterdam; de Admiraliteit en de Rechtbank (voormalig huis-van de Perre) te Middelburg; de Weeskamer te Delft; de directie der onbeheerde boedels te Paramaribo;
de N.H. kerken te Alkmaar, Warmenhuizen en Kerkwijk; de Oud-Kath. kapel in den Driehoek te Utrecht; de Oud-Kath. kerk te Enkhuizen; de kloosters der Brigitinessen te Utrecht, Uden en Koudewater.
2. bruikleenen der gemeente Amsterdam:
a. | de verzameling van 224 oude en demi-moderne schilderijen van het legaat-A.v.d. Hoop (1854); |
b. | de familieportretten van het Amsterdamsche regentengeslacht Bicker (legaat-douair. van Winter-Bicker, 1881); |
c. | de schilderijen der ontbonden maatschappij ‘Felix Meritis’ (f 73); |
d. | schilderijen afkomstig van P. de Clercq en P. van Eeghen, Mevr. Messchert van Vollenhoven-van Lennep, Mr. J.F. van Lennep, C.P. van Eeghen; |
e. | schilderijen uit tal van gemeentelijke gebouwen en meest opgeheven gemeentelijke instellingen, zooals het voormalig Prinsenhof (d 15a), het voormalig stadhuis op den Dam met de stadskunstkamer en de kamer van het Groot Kramersgilde (d 1), de Universiteit (f 66), het Oude Mannenhuis (f 14), de drie Schuttersdoelen (d 28, 29 en 30), het Binnengasthuis (f 20), het Leprozenhuis (f 22), het Chirurgijnsgilde en het Collegium Medicum in de Waag (b 2) en de Kleine Vleeschhal, de vergaderkamer van het Geneeskundig Toevoorzicht, het Spinhuis (f 25), het Rasphuis (f 26), het Werkhuis (f 28), de Oude en Nieuwe-Zijdshuiszittenhuizen (f 15 en 16), de vergaderzaal der Oppercommissa- |
| |
| |
| rissen der Walen (b 7), de Staalhof (d 22), de kamer der Saainering (d 22), de Hortus Botanicus (f 67) en het Aalmoezeniersweeshuis (f 11). |
3. verschillende bruikleenen van instellingen en particulieren in en buiten de gemeente, o.a. van het Kon. Oudheidkundig Genootschap (zie h 3 op blz. 432), de Oude kerk (e 1), het Rijpenhofje (f 54) en de Doopsgezinde diakenen te Amsterdam; de gemeenten Utrecht en Gorinchem; de Ned. Herv. kerkvoogdijen te Haarlem; het weeshuis te Oudewater; de Emmanuelshuizen te Zwolle en de van Weedestichting te Utrecht.
Catalogi van de schilderijenverzameling: Catalogus der schilderijen, miniaturen enz. in het Rijksmuseum (1903, uitverkocht); Engelsche uitgave (1910), Fransche (1911), Duitsche (1920).
B. Het Rijksprentenkabinet, bestaande uit:
1. | Kunstverzamelingen.
a. | eene verzameling van prenten in den ruimsten zin des woords (gravures, etsen, zwarte kunstprenten, houtsneden en steendrukken) van alle tijden en alle volken, toebehoorende aan den Staat. Hierin zijn ook opgenomen: de verzameling prenten, loopende tot aan den tijd van dezen verzamelaar, door M. Hinlopen Tzn. aan de stad vermaakt, eertijds in de kunstkamer op het Stadhuis (zie d 1, blz. 20), daarna in de Rijksacademie van Beeldende Kunsten (zie h 4 op blz. 436): eigendom der gemeente Amsterdam; verder een aantal prenten afkomstig uit het legaat-N. de Gijselaar aan het prentenkabinet te Leiden. |
b. | eene verzameling teekeningen van alle tijden en scholen, toebehoorende aan den Staat, waaronder het geschenkmevrouw A.H. Beels van Heemstede-van Loon en het legaat-P.A. van der Velden. Hierin zijn ook opgenomen de verzameling teekeningen afkomstig van de maatschappij
|
|
| |
| |
|
| ‘Felix Meritis’ en in bruikleen gegeven door de gemeente Amsterdam, benevens een aantal teekeningen uit het genoemde legaat-de Gijselaar. |
|
2. | Historische verzamelingen.
a. | prenten en teekeningen op de geschiedenis van Nederland betrekking hebbende, waaronder de atlas-Fred. Muller (gedrukte catalogus van 1863-82). |
b. | topografische prenten en teekeningen, hoofdzakelijk op Nederland betrekking hebbende, waaronder de bestanddeelen van den atlas-Halma, die niet reeds in het overige gedeelte der verzameling vertegenwoordigd zijn, en de verzameling van het Kon. Oudheidkundig Genootschap. |
c. | portrettenverzameling van alle tijden en landen, waaronder het geschenk-D. Franken Azn. en de verzameling-Drugulin. |
d. | ex-libris van alle tijden en scholen, waaronder het geschenk-F.G. Waller. |
e. | kinder- en volksprenten, alsvoren. |
f. | optica-prenten (XVIII). |
g. | een verzameling boekbinderspapier (geschenk-F.G. Waller). |
h. | eene boekerij van werken van alle tijden en scholen, waaronder door prenten geïllustreerde boeken, een verzameling werken over bouwkunst (geschenk-A.N. Godefroy) en eene verzameling veilingscatalogi, waaronder die der maatschappij ‘Arti’ en die van het genootschap ‘Pictura’ te Groningen. |
|
Van de onder 1, en onder 2, a-c en h vermelde verzamelingen bestaan alphabetische, van deze en andere rubrieken ook systematische kaart-catalogi in handschrift.
C. Het Rijksmuseum voor beeldhouwkunst en kunstnijverheidGa naar voetnoot*); beeldhouwwerk, meubelen, aar- | |
| |
dewerk (glaswwerk, goud- en zilverwerk, geweven stoffen, kleederdrachten; ook twee poppenhuizen: een (± 1700) vervaardigd voor den resident van Rusland, Chr. van Brants, naar het door dezen bewoonde huis, en een (XVIII d).
a. | beeldhouwwerk: Hieronder de volgende aan de gemeente Amsterdam toebehoorende stukken:Ga naar voetnoot1) Vier eiken beelden (XV b), z.g. graven van Holland, afkomstig uit de vierschaar van het oude Raadhuis; notenhouten groep (zie bij f 15); tien koperen beeldjes (± 1430), afkomstig uit de werkplaats van Jac. de Gérines; beeld van de Razernij (toegeschreven aan H. de Keyser), vroeger opgesteld op den binnenhof van het Dolhuis (f 21); model in gebakken aarde van het grafbeeld van Willem den Zwijger te Delft (door H. de Keyser); borstbeeld in gebakken aarde van dr. Nic. Tulp (door A. Quellinus); schetsen in gebakken aarde (1650-51, door A. Quellinus en zijn leerlingen) voor beeldhouwwerken in het Koninklijk paleis.Ga naar voetnoot2) |
b. | meubelen: Hieronder aan de gemeente Amsterdam toebehoorend: zes stoelen (XVIII a) uit het Leprozenhuis (f 22), een kantoorstoel (XVII b) uit de Bank van Leening (zie bij f 19), twee vergulde armstoelen (XVIII B); |
c. | zilverwerk: Hieronder een zilveren kan en schotel (1655, door J. Lutma, zie bij d 1 op blz. 20) en de volgende van Amsterdamsche corporaties afkomstige, nu aan de gemeente Amsterdam toebehoorende, stukkenGa naar voetnoot1): vergulde keten (XVI a) van den koning van het St. Sebastiaansgilde (zie d 28), met vogel: vergulde keten (XVI a) van den keizer van het St. Jorisgilde (zie d 29), met geëmailleerden papegaai en tien schildjes (1502-1644); vergulde keten (XVI b) van den koning van het Kloveniersgilde (zie d 30), met vogel en twee
|
| |
| |
| schildjes (resp. 1631 met merk IDS, en 1633 met merk PRVD); drie gedreven, ten deele vergulde bodebussen (1548, merken: Amsterdam, D); drinkhoorn (1565, merken: Amsterdam, Y) van het St. Sebastiaansgilde (zie d 28); gedreven beker (1566, merken: Amsterdam, Y) in den vorm van een hoorn, afkomstig van het St. Jorisgilde (zie d 29); drinkhoorn (XVI b, merken: Amsterdam, C) van het Kloveniersgilde (zie d 30); vijf vergulde en gedreven bekerschroeven (1606, merken: Amsterdam, Y en CL dooreen = Leendert Claesz. van Emden?); vergulde en gedreven schotel met kan (1614, merken: Utrecht, T en AV door elkander = Adam van Vianen), versierd met cartouches en medaillons, waarin voorstellingen van den slag bij Nieuwpoort, steden en zeegevechten; met zilver beslagen palissanderhouten scepter (XVI a) van den koning van het St. Sebastiaansgilde (zie d 28), op den top een zilveren vogel; vier gedreven begrafenisschilden (1643; merken: Amsterdam, M, DI) van het schoenlappersgilde; vier (1633) van het korenwegersgilde (d 25); gedreven begrafenisschilden (XVII B) van het scheepstimmerliedengilde; brandewijnkan (XVII, Utrechtsche keur), vermoedelijk vroeger gebezigd door schout en schepenen bij de uitoefening van het halsrecht; gedreven beker (1717, merken: Amsterdam, G, VA) van het hoogheemraadschap van den Zeeburg en Diemerdijk (zie blz. 449); bodeteeken (XVIII) van het oude en nieuwe corduaniersgilde. |
d. | glaswerk Hieronder aan de gemeente Amsterdam toebehoorend: zie bij d 1 op blz. 20 en bij e op blz. 51. |
Catalogi van het ‘Nederlandsch museum voor geschiedenis en kunst’ (zie de noot op blz. 428); van de beeldhouwwerken (2e druk, Amsterdam, 1915); van de meubelen (2e druk, Amsterdam, 1913); van het goud- en zilverwerk (Amsterdam, 1902) van de textiele kunst (Amsterdam, 1903).
| |
| |
Van dit museum maken thans ook deel uit:
e: de verzameling van pleisterafgietsels. Beknopte catalogus (Amsterdam, 1915).
f. de verzameling van bouwfragmenten en gevelsteenen. Onder de bouwfragmenten, ten deele opgesteld in den tuin van het museum, bevinden zich:
Twee traveeën uit de voormalige Kleine kerk te Edam; de Bergpoort (1619), afkomstig uit Deventer, met beeldhouwwerk van H. de Keyser; de Heerenpoort (1621), afkomstig uit Groningen; de Waterpoort (1642), afkomstig uit Gorinchem; de stalmuur (± 1600) van de Kon. Militaire Academie te Breda; poortjes (XVII A) afkomstig uit Enkhuizen, het Binnenhof en het Militair hospitaal te Utrecht; fragmenten van een muur met pilasters (XVII b), afkomstig van een gebouwtje van Elsevier naast de Universiteit te Leiden; stucplafond (1775), afkomstig uit het huis Schiekade 65-67 te Rotterdam; pilasters, lijstwerk met ornament, gevelsteen (1555), uit een afgebroken huis aan den hoek van het Damrak en de Tesselsche kade; twee eiken balkdragers met gesneden figuren (XVI), afkomstig uit een gesloopt huisje aan de Hasselaarsteeg; tien gesneden balksleutels (XVI), afkomstig uit het gesloopte huis Warmoesstraat 5; drie bogen met pilasters, zijnde een gedeelte van het in 1875 afgebroken huis (door Jacob van Campen) van Constantijn Huygens te 's-Gravenhage; een betimmering, schoorsteen en plafond (XVII B), afkomstig uit het afgebroken Leprozenhuis (zie f 22); verschillende onderdeelen (XVI d), als: twee gesneden eiken sleutelstukken, een muurstijl, vijf korbeelen, twee gevelsteenen en een steenen cartouche, alles afkomstig uit het afgebroken Rasphuis (zie f 26); zes gebeeldhouwde zandsteenen consoles (XVI d), afkomstig uit het afgebroken huis Singel 316; tien gesneden eiken kraagstukken en een stuk fries, afkomstig uit een huis aan de Heerengracht bij de Driekoningenstraat; achttien fraai gesneden eiken kraagstukken (XVI d) en een kraagsteentje (XVI d), afkomstig uit
| |
| |
het huis Warmoesstraat 145; twee zandsteenen vensteromlijstingen (XVII c), afkomstig van een huis aan het Singel; vier zandsteenen pilasterkapiteelen met voetstukken (XVII d), afkomstig van een huis aan de Keizersgracht; zandsteenen balcon (XVII c), afkomstig van het afgebroken woonhuis van den architect A. Dorsman aan de Heerengracht 625 (zie g 1148); geveltop (1725) met beeldhouwwerk: twee weesjongens een cartouche houdend (toegeschr. aan Ign. van Lochteren), en vier houten consoles (XVIII a), een en ander afkomstig van het huis Kalverstraat 71 (zie bij f 1: Burgerweeshuis); tuinhuisgevel (XVIII b, vermoedelijk door Jacob Otten Husly) met beeldhouwwerk (door Ign. van Lochteren), een en ander afkomstig uit het perceel Keizersgracht 585; ijzeren hek (XVIII b) van het buiten ‘Over-Amstel’ aan den Amsteldijk; schoorsteen (XVIII a), Japansche wandversiering en zonnewijzer op hardsteenen voet (XVIII b), afkomstig van het Oost-Indische huis (zie d 9); eenige houten beelden en bloemslingers uit den vroegeren Stadsschouwburg aan het Leidsche plein; twee trapleuningen (XVIII d) uit het Zeemagazijn (zie d 3); een poort van 's Lands werf (zie d 4); een schouw uit de W.I. pakhuizen (zie d 14).
In de muren van den Drucker-uitbouw zijn aangebracht: vier gevelsteenen (XVII); een tiental festoenen (XVII B); een zestal cartouches (XVII c); een beeldje van de Fortuin in een nis; drie bergsteenen vensteromlijstingen (XVIII b), afkomstig uit het huis Heerengracht 589; vier zandsteenen pilasterkapiteelen (XVII d), afkomstig van een huis aan de Keizersgracht; in een tuinkoepel (1730), afkomstig uit Heemstede, zijn nog verschillende gevelsteenen ingemetseld; zie ook bij h 3 g.
D. Het Nederlandsch museum voor geschiedenis: schilderijen, portretten, meubelen en andere voorwerpen betrekking hebbend op de geschiedenis en op historische personen.
| |
| |
2. Bezit der gemeente Amsterdam. Voor de schilderijen, prenten, teekeningen, het beeldhouwwerk, de meubelen, het zilverwerk, het glaswerk en de bouwfragmenten, zie h 1 A 2, B 1 a en b, C a-d en onder f.
3. In bruikleen heeft het Rijksmuseum de volgende voorwerpen, toebehoorend aan het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, (zie ook h 1 A 3 en B 2 b):
a. | beeldhouwwerk, snijwerk: H. Ursula met haar tochtgenooten (XVI a), gepolychromeerd eikenhout; fragment van een kruisiging (XV d), eikenhout; snijwerk (XVI a), eikenhout, afkomstig van het orgel uit de kerk te Naarden; twee marmeren medaillon-portretten (1660, door Artus Quellinus): burgemeester Corn. de Graeff en zijn vrouw Catharina Hooft; marmeren buste van burgemeester Joh. Munter (1673) door Barth. Eggers; twee beeldjes (XVII B): Mars en Venus (portretten in fantasie-kostuum); schoorsteenfries van eikenhout (XVI A) met drie wapens; fragmenten (XVI B) van een betimmering van eikenhout met gestoken fries, afkomstig uit Enkhuizen; gesneden balk (XVI d of XVII a) van een binnenpui; gesneden stijlen (XVII a) van wand en venster, afkomstig uit Amsterdam; marmeren schoorsteen met eiken- en palissanderhouten mantel en dito betimmering (± 1650); eikenhouten deur (± 1650) met twee paneelen; binnenportiek (XVII B) van twee bogen, afkomstig uit Rotterdam; |
b. | meubelen: Eikenhouten dressoor (± 1500), afkomstig uit het hofje, gesticht door de familie Palinck-Foreest te Alkmaar; eikenhouten buffet, (1583) met inlegwerk; twee ebben- en palissanderhouten tweedeurs-kasten (XVII d); eikenhouten deurtjes (XVII B) van een (muur?-) kastje, afkomstig uit Enkhuizen; paneel (± 1650), afkomstig van een kastje (?); twee opengewerkte notenhouten deurpaneelen (XVII B); opengewerkte eikenhouten fries (XVII B); eikenhouten bedstede (XVII A); eikenhouten ledikant (XVII B),
|
| |
| |
| versierd met palissanderhout; mandewieg (XVIII); notenhouten kist (XVI c); eikenhouten kistje met bol deksel, op het voorbord in steekwerk: Rechtspraak van Salomo, opschrift en: Anno 1606; koffer (XVII a), volgens overlevering gediend hebbend tot vervoer van Hugo de Groot; grenenhouten kist (XVII A), met leder overtrokken; eikenhouten kistje (XVII A); vurenhouten linnenkist met ijzerbeslag: 1670; dergelijke kist: 1696; twee-en-twintig stoelen (XVII); twee (± 1700) en vijf (XVIII); twee tafels (XVII); eikenhouten pers (XVII A); twee spinetten (XVII A); spiegel- of schilderijlijst (± 1750); beukenhouten vogelkooi (XVII B). |
c. | zilverwerk: Relief (XVII B) met gedreven voorstelling: Christus als hovenier, later gemerkt: IL 1649; gedreven kop (XVII d, merken: Augsburg en H M = Heinrich Mannlich?) op drie bollen, met cartouche-ornament en voorstellingen van Geloof, Hoop en Zachtmoedigheid; brandewijnkom met drijfwerk (XVII d of XVIII, merken: Friesland, gekroonde lelie = Johannes Lely? en twee onleesbaar); drinkschaal (XVIII a, merken: 3 - FR): zg. Hansje in den kelder, op den voet drie opgelegde gegoten vrouwenbeeldjes en zes gegraveerde medaillons op de kop, op 't verhoogde middenstuk een krijgsmansbeeldje, familiewapens; glazen beker met verguld zilveren voet en deksel (± 1550, merken: Antwerpen, N en P S dooreen), den voet met cartouches waarop leeuwenkoppen, nodus en satyrkoppen, het deksel met gedreven voorstellingen: triomf van Fabius Maximus, wordt bekroond door fleuron met ever, aan den onderkant drijfwerk; ananasbeker (± 1600, Duitsch werk); kroes (XVII b) met gegraveerde wapens, in het latere voetstuk een dobbelsteen; beker (XVII B, merk: rad?) met gedreven voet, de kop met graveerwerk: de Drie koningen; met gedreven medaillon versierde beker met deksel, in 1678 aan de stad Zwartsluis geschonken door Hendrik Bentinck (merken: Zwolle, IK aaneen = Joh.
|
| |
| |
| Kuynder); beker (XVII) met voorstellingen van Prudentia, Temperantia en Mansuetudo; doos (XVII) met parelmoeren deksel waarop drie amoretten, gemerkt C. Bellekin; snuifdoos (XVII) met graveerwerk op zwarten grond, op het deksel drinkende boeren naar Bega; tabakspot, eereprijs van de Kon. Ac. van Valence en Dauphiné 1787; tabaksdoos (1800, merken: tempel(?), 1800 en?), het deksel gegraveerd door J.P. Visser Bender; gouden snuifdoos (XVIII, merk: ILM) met versiering in vier kleuren goud; tafelschuier met zilveren rug (± 1650) met drijfwerk: ruitergevecht door C. Baardt; lepel met gegraveerd opschrift: ‘William rex, Maria regina, 21 April 1689’, gekroond, benevens hun beider borstbeelden; gegoten lepel (XVII, merk: rozet), steel versierd met bloemen en amoret; lepel en vork, waarin gegraveerd MVDM, (1766, merk: Amsterdam); vork met zilveren heft (XVII a). |
d. | glaswerk: Kelkglas met drilwerk (XVIII b): zeilfregat; twee kelkglazen (1760) met drilwerk door J. Sang; glazen bokaal (1768) met drilwerk: droogmaking van Watergraafsmeer; kelkglas (XVIII d) met stipwerk, vermoedelijk door D. Wolff; glazen bokaal (XVIII) met stadswapen in drilwerk. |
e. | verder: twee gobelins (XVII c, door Alex Baert); twee fragmenten goudleer met jachtvoorstellingen (± 1700); tafelklok (XVIII) met schildpadden kast, gemerkt op wijzerplaat: N. Weylandt, Amsterdam; talrijke stukken porselein, aardewerk en steengoed; bronzen plaquette (XVI) met Adonis, Venus en Amor en jachttafereelen; geel koperen meetinstrument (1582); koperen kaarsenkroon (XVII) met zes armen; stalen sleutel (± 1700), versierd met acanthusbladeren en monogram CM. |
f. | gevelsteenen; o.a. met: haringbuis (1598), Nieuwe Testament (1613), twee monniken (162.), Emaus (1626), roemer (1646), familiewapen (1668), bok (1670), ‘D. Schafbanck’ (1672), Stad Ulm (1672), wapen-van Baerle
|
| |
| |
| (1686), ‘D goudtslagershamer’ (1681), ‘D Kuyper’ (1701), ‘Doude karreman’ (1720), ‘D Valk’ (1742), Erasmus (1746), de ARke Noachs, ‘d'Coromandelse Catoenbaalen’, ‘De vergulde Waage’, ‘Zeeburgh’, ‘In de stat van Grol’, ‘De 3 roskammen’, ‘D Aker’, ‘D Meermin met de spelt’, ‘De Rosekrans’, ‘De gekroonde Jaaglijn’, Elias en de raven, H. Jozef, Nestorianus en Castorianus. Zie ook bij h 15 op blz. 445. |
|
-
voetnoot*)
- Tot 1927: ‘Nederlandsch museum voor geschiedenis en kunst’ (zie ook blz. 430 en 432).
-
voetnoot1)
- Voor het aan het Kon. Oudh. Gen. toebehoorende, zie h 3, blz. 433 v.v.
-
voetnoot2)
- Zie Catalogus van de beeldhouwwerken, nrs. 277 en 278.
-
voetnoot1)
- Voor het aan het Kon. Oudh. Gen. toebehoorende, zie h 3, blz. 433 v.v.
|