anatomische les van Fred. Ruysch (1683, door Joh. van Neck), C. Boekelman en Jan Six, hoofden van het chirurgijnsgilde (1699, door Jurriaan Pool), vijf hoofden van het gilde (1716, door A. Boonen), anatomische les van W. Röell (1728, door Corn. Troost), drie hoofden van het gilde (1731, door Corn. Troost), anatomische les van Petrus Camper (1758, door Tibout Regters).
Uit de snijkamer afkomstig bevinden zich thans in het Rijksmuseum: fragment van de anatomische les van Jan Deyman (1656, door Rembrandt; in 1723 grootendeels verbrand), anatomische les van Sebast. Egbertsz. (1619, door Thomas de Keyser), anatomische les van Fred. Ruysch (1607?, door Adr. Backer), zes hoofden van het gilde (1732, door J.M. Quinkhard), vijf hoofden van het gilde (1683, door Adr. Backer), vijf hoofden van het gilde (1724, door Cornelis Troost), vier hoofden van het gilde (1744, door J.M. Quinkhard). In het Mauritshuis (sinds 1828): anatomische les van Nic. Tulp (1632, door Rembrandt).
Een met zilver beslagen drinkhoorn (1598) van het chirurgijnsgilde en een verguld-zilveren beker (1652, door Lutma den Jonge), aan het gilde geschonken door Nic. Tulp, zijn in de verzameling van wijlen Prof. Jhr. Dr. J. Six.
3. Muntplein. Van de Regulierspoort (XV d), die bij de uitlegging (XVI d) binnen de stadsmuren kwam en in 1618 door brand werd verwoest, staat nog een der beide torens, de Munttoren, zoo geheeten sinds in 1672-1673 in het aan de Singelzijde toegevoegde gebouw (1617), oorspronkelijk ingericht voor wacht- en schuttershuis en voor gildevergaderingen, de Munt werd ondergebracht. (Dit gedeelte is 1885-1887 afgebroken en vervangen door een gebouw naar ontwerp van den architect Springer).
De Munttoren is van baksteen opgetrokken op een half polygonaal, overigens halfrond benedengedeelte (XV d), waarop zich een achtkante geleding en een achtkante houten, met lood en leien bekleede, bovenbouw (1620, door Hen-