Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
(1917)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendb. Verdedigingswerken.Van de vijf poorten staat nog slechts een gedeelte der Waterpoort, waarnaast een fragment van een ronden waltoren (XV). Overblijfselen van den vestingmuur (XV) tusschen de voormalige Gamersche poort en de Boschpoort. | |||||||||||||||
c. Pompen.Hardsteenen pompen met bronzen spuwers: Markt, over het huis D 10 (1781); Markt over A 27 (1781) en Boschstraat C 68. Op den hoek van Nieuwstraat en Boschstraat en bij de Vischmarkt pompen (XVIII d). | |||||||||||||||
d. Burgerlijke openbare gebouwen.
| |||||||||||||||
[pagina 207]
| |||||||||||||||
| |||||||||||||||
[pagina 208]
| |||||||||||||||
e. Kerkelijke gebouwen.1. De ned. herv. groote of St. Maartenskerk, in 1303 kapittelkerk, in 1368 door brand geteisterd en daarna herbouwd en verfraaid, in 1462 wederom door brand beschadigd, is een gebouw van baksteen met ruime toepassing van tufsteen, vooral aan de zuidzijde. Zij bestaat uit een driebeukig schip (XIV d, verbreed en verhoogd XV c); een uitgebouwde kapel (XV a) met 5/8-sluiting naar het Z., tegen de zesde travee van den zuidbeuk; een 7/12-gesloten choor (XIV d) met een moderne consistoriekamer tegen den zuidwand, een vierkanten traptoren tegen den N.W. hoek en een, tusschen de steunbeeren uitgebouwde, kluis tegen den noordwand bij de sluiting; in het verlengde van elken beuk, naast den toren, een aangebouwde kapel (XV d); eene doopkapel (XV a) met verdieping (galerij) tegen de zuidelijke dezer kapellen; en eenen tufsteenen toren (XV a, gerestaureerd 1908-1917 door den architect Jac. van Gils; de spits hersteld na een brand in 1538 en in 1696 weder vernield). Tegen den zuidwand van het schip een klein portaal (XV d), tegen den noordwand een groot portaal (XVI a). Tegen de schuin bij den toren aansluitende wanden der kapellen lage bijgebouwen (knekelhuisjes). Sporen van een dwarspand aan de noordzijde van het schip. De steunbeeren van het schip zijn door spitsbogen verbonden. Toreningang (XVI a). Inwendig: triforiumgalerij. Kruisribgewelven over het choor. Stergewelf in den toren. Overigens netgewelven, in de uitgebouwde kapel op gebeeldhouwde draagsteenen (sluitsteenen met voorstellingen). Tegen de derde zuil van den toren af, aan de zuidzijde, een kogel, waaronder: 1574; in den wand der zuidkapel een kogel waaronder: 1599. Boven het choorgewelf, tegen den triomfboog aanzetten van een voorgenomen hooger welving. De kerk bezit: Kuip van een zandsteenen doopvont (XVI a) met gebeeldhouwde voorstellingen, in de doopkapel. | |||||||||||||||
[pagina 209]
| |||||||||||||||
Choorbanken met gesneden Heiligenfiguren (± 1400). Eiken bank met overhuiving (1679); eiken banken (XVII c). Preekstoel (1679) met koperen predikantslezenaar (XVII d) en dito voorzangerslezenaar (XVIII a). Orgel (vernieuwd 1723, hersteld 1758, 1789, 1795 en 1905); orgelkast (XVIII a). Gewelfschilderingen (XVI, opgehaald in 1857); muurschilderingen (XV c): ‘Dit des trois morts,’ in de zuidelijke kapel; H. Christoffel, in de noordelijke kapel; H. Johannes. Schilderijen, waaronder een met chronogram (1538) en afbeelding der kerk, en een, voorstellend het beleg van 1574; een teekening van den plattegrond der kerk. Rouwbord (1789). Tekstbord (1615) en Tien-gebodenbord (XVI d). Groote gebeeldhouwde grafzerk (XVI d); verder talrijke zerken (XV-XVIII). Vier klokken, eene gegoten in 1634 door Peter van Tryer, Johan Philipsen en Willem Everts; eene in 1634 door Peter van Tryer en Johan Philipsen, eene in 1669 door Franciscus de la Pax (1669), en eene in 1698 door Alexis Jullien.
2. De Gasthuiskerk, in 1572 van het Gasthuis (zie f 1) gescheiden, 1830-1845 stadsrijschool, daarna weer bij het Gasthuis getrokken, heeft een, thans in twee verdiepingen verdeelden, beuk met 3/6-sluiting. Vensters gewijzigd. Inwendig: houten tongewelf (XVI b) met geprofileerde schinkels en rozetten. De preekstoel is overgebracht naar de Ned. Herv. Kerk te Heerewaarden. De afzonderlijk staande toren (beneden XV c, ten deele ommanteld, boven XVI c) heeft een uitgebouwden traptoren met loodversiering en bevat een uurwerk met ruitertjes en een klokkenspel van negen-en-twintig met het uurwerk verbonden klokken, waarvan de grootste in 1533 gegoten door Jasper Moer, twintig in 1654 door F. en P. Hemony, drie in 1721 door Jan Albert de Grave, en vijf in 1735 door Petrus Bouvrie. | |||||||||||||||
[pagina 210]
| |||||||||||||||
3. De r.k. kerk van den H. Martinus is een gebouw (1830) in Waterstaatsstijl. Zij bezit: Houten Calvarieberg in omlijsting (XVIII c). Klok, in 1843 door Petit en Fritsen gegoten. | |||||||||||||||
f. Gebouwen van liefdadigheid enz.
| |||||||||||||||
g. Particuliere gebouwen.A. Laat-gothisch. 1. Waterstraat A 57. Trapgevel (XVI A, gerestaureerd in 1904) met korfbogen en, in den top, spitsboognissen. Pothuisje op den hoek.
B. Renaissance.
2. Waterstraat A 113. Gevel met rijk behandelde omlijsting (XVI b) van de vensternissen der middenverdieping: balusterzuiltjes met putti, die pilasters dragen, waartusschen geprofileerde stomphoekige ontlastingsbogen. | |||||||||||||||
[pagina 211]
| |||||||||||||||
3. Boschstraat D 51. Gepleisterde en verminkte trapgevel (XVI b). De vensters in rondboognissen, waartusschen (op twee na verdwenen) balusterzuiltjes. Twee vullingen van boogtrommels als aan het huis van Maarten van Rossum. De deur en het gesneden kalf, Lodewijk XV, zijn onlangs verwijderd. 4. Gasthuisstraat C 18. Gepleisterde en verminkte trapgevel als voren. 5. Boschstraat D 57. Gepleisterde en verminkte gevel (XVIc). Deur, Lodewijk XV, in een omlijsting met zijlichten, bovenlicht en bekroning (XVII c). In den zijgevel een kopje (XVII) onder den toppilaster. 6. Kerkhof. Voormalig ‘Gouverneurshuis.’ Gepleisterde en gewijzigde gevel (XVI c) met twee uitgemetselde deklijstjes over de vensters. Twee koppen. Steen met wapen, geflankeerd door caryatiden. 7. Markt D 46. Gewijzigde trapgevel (XVI c). Twee zandsteenen tympanvullingen, twee dito medaillons. Middenzuil met schubornament. Top met vleugelstukken (1664). Pui vernieuwd. 8. Tolstraat. Zijgevel (XVI) met ankers. 9. Ruiterstraat naast C 93. Pakhuis (XVI) met dichtgemetselden ingang. 10. Koningsstraat B 257. Gepleisterde trapgevel met topleeuw. Ankers: 1609. Stoeppaal (XVII a).
Trapgevels (XVII a) met als een streksche boog gemetselde cordonlijsten, in welker midden een kopje, en met uitgemetselde deklijstjes, gedragen op kopjes, boven de met metselmozaiek gevulde boogtrommels der vensters: 11. Gasthuisstraat C 17. De zijgevel heeft hier eveneens trappen. Looden verlaatbak (1802). Gesneden deur en kalf, Lodewijk XV. 12. Gasthuisstraat A 134. Ankers. Benedendeel gewijzigd | |||||||||||||||
[pagina 212]
| |||||||||||||||
13. Gasthuisstraat A 132. Cordonlijsten doorbroken. Ankers. Gevelsteen en opschrift (1605) 14. Markt D 39. Gevelsteen en twee leeuwenkoppen in het fries. Benedendeel gewijzigd, top afgebroken. 15. Oenselsche straat B 64. Lijsten weggebroken. Benedendeel gewijzigd. Ankers. 16. Oenselsche straat B 132. Oude pui met bovenlichten. Ankers. Inwendig is de oorspronkelijke indeeling met een voorhuis en glazen binnenpui bewaard gebleven. Gesneden en gebeeldhouwde schouw en betimmering (XVII a). Houten bord met snijwerk (XVII). 17. Kerkstraat B 240. Huis ‘de Ark’. Verdieping op overstek. In het fries 1610. Hiernaast een steen met cartouche (XVI d).
Eenvoudige trap- en topgevels: 18-19. Ruiterstraat C 90 en C 91. Twee trapgevels met zandsteenen banden. Nr. C 90 draagt het jaartal 1630. 20. Ruiterstraat C 89. Geverfde trapgevel. Steen: 1632. 21. Boschstraat D 76. Trapgevel (XVII c). Toppilaster, waarop een bol, en waaronder een kopje. 22. Steigerstraat A 145. Gepleisterde topgevel (XVII c). Benedendeel gewijzigd. 23. Boschstraat C 70. Trapgevel (XVII c). Anker. 24. Ruiterstraat C 94. Gepleisterde trapgevel (XVII). Ankers. 25. Kerkstraat B 26. Trapgevel (XVII) met kopje onder den toppilaster. 26. Lange Steigerstraat A 89. Topgevel. Inwendig: indeeling als in het huis Oenselsche straat B 132. Insteekkamer. 27. Kerkstraat B 26. Trapgevel (XVII c). Anker.
C. Lodewijkstijlen. 28. Ruiterstraat C 93. Gevel (XVIII c) met kroonlijst en | |||||||||||||||
[pagina 213]
| |||||||||||||||
consoles. Omlijsting, Lodewijk XV, van de deurtravee. Gesneden deur, Lodewijk XV. 29. Nieuwstraat C 134. Gevel (XVIII c) met omlijsting van deur en raam erboven. Zijgevel met trappen. 30. Gasthuisstraat A 128. Gevel (XVIII d). Boven- en onderdeur en gesneden kalf, Lodewijk XVI. 31. Gasthuisstraat A 125. Gevel (XVIII B). Deur- en vensteromlijsting (XIX a).
Fragmenten en details: Gasthuisstraat C 26. Drie ruitervormige medaillons (XVI c) met koppen. Boschstraat D 84. Fragment van een gevel (gerestaureerd in 1917) met pakhuisvenster en als een streksche boog gemetselde lijst. Twee leeuwenkoppen. Opschrift: 1617. Boschstraat D 56. Deur met bovenlicht in een omlijsting (XVIII c). Kommerstraat D 251. Gesneden voordeur in een omlijsting (XVIII d). Markt A 135. Houten deuromlijsting (XVIII d). Markt D 36. Deur (XVIII d).
Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld: Markt A 53 (1644), Massstraat B 107 (1649), Maasstraat B 65 (XVII).
Ankers (XVI-XVII): Boschstraat C 39 en 143, Gasthuisstraat A 125, Kerkstraat B 40 (zijgevel), Kommerstraat D 255, Vogelenzang C 178, Gamersche Straat D 73 (zijgevel), Waterstraat A 110 (zijgevel), Gasthuisstraat A 125.
Stoeppalen, meest met wapenschilden: Markt voor D 10 (XVI d), voor A 37 (twee XVII A) en voor | |||||||||||||||
[pagina 214]
| |||||||||||||||
A 28 (twee XVII A), Boschstraat voor C 76 (XVII A) en voor D 62 (1660). | |||||||||||||||
h. Musea en particuliere verzamelingen:stedelijke oudheidkamer: gesneden houten groep (XV d): Begrafenis van den H. Franciscus; met zilver beslagen drinkhoorn (1619), twee geslepen glazen (XVII d), zilveren bus van den stadsbode, bouwfragmenten. |
|