Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
(1917)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 174]
| |
(beide XV) door kruisribgewelven (in een der sluitsteenen: 1561) overkluisd zijn. De baksteenen toren (XV, later verhoogd) vertoont tegen zijn oostwand sporen van lagere schipdaken.
De moderne r.k. kerk (H. Willebrordus) bezit een zilveren kelk (1528).
Het kasteel Ruurloo, vermeld in 1326, is een meermalen, blijkens een jaartal in den afzonderlijk staanden toren o.a. in 1576, vervolgens ook XVIII a verbouwde baksteenen huizing, bestaande uit een middendeel (XVI) met aansluitenden vierkanten noordwestelijken toren (1572 op de kroonlijst), een oostelijk deel (XVIII a), en ten zuidoosten hiervan een afzonderlijken vierkanten toren (XVII b). Steenen brug (XVI) met ijzeren hekbalusters (XVIII a). Twee windvanen (XVIII a). Voordeur, Lodewijk XVI. Inwendig: in het onderhuis riblooze kruisgewelven; in de benedenzaal een stucplafond, Lodewijk XV; in de eetkamer een betimmering, Lodewijk XIV, en een schoorsteen met eiken spiegelomlijsting, afkomstig uit het kasteel de Voorst, gerestaureerd door Retera; in de groote torenkamer een stucplafond, gemerkt: 1706; in de achterkamer een stucplafond (1717) en een betimmering, Lodewijk XVI; in een koepelkamertje een stucplafond (1717). Portretten (XVIII) van het geslacht van Heeckeren. Gegraveerde koperen deursloten. In den tuin eenige kanonnen (XVI en XVII).
Gedeeltelijk oude watermolen (1783) bij het kasteel.
Huis Het Zelle. Windvaan: 1792.
Aan den weg naar Zelhem twee steenen palen (1793), afkomstig van een ouden molen. |
|