Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
(1917)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendAlmen.De thans ned. herv. kerk, in 1272 als parochiekerk vermeld, in 1849 door een noordelijken uitbouw vergroot, heeft nog overblijfselen van het oude gebouw in den zuidmuur van haar schip en in haar choor. Dit laatste heeft verhoogden vloer (wegens grafkelder XVIII) en kruisribgewelven (XV c). De toren (beneden XIV, overigens XV c, hersteld 1917) heeft een opschrift betreffende de vernieuwing (1770) van de spits. Inwendig, een koepelgewelf. In den grafkelder eiken kisten (XVIII). De kerk bezit: | |
[pagina 89]
| |
Zandsteenen doopvont (XI). Eiken preekstoel (XVII) met koperen lezenaar (XVII B). Zilveren beker (1702), dito beker (XVIII a). Twee klokken, in 1645 door Franciscus Hemony te Zutfen gegoten.
Het huis Dorth (1837) heeft nog fundamenten van het oude huis (XVI). Op zolder een uurwerk (1646).
Het huis De Ehze, gesticht XIII d, in 1610 herbouwd, en ± 1830 grootendeels gesloopt, in 1867 hersteld en na 1905 nog aanmerkelijk gewijzigd, heeft van den ouden bouw over: het onderhuis met steenen ton- en kruisgewelven, gescheiden door gordelbogen (XVI), en met sporen van schietgaten. Gesneden schoorsteenen en deurkozijnen (XVII c). Bij den tol twee vazen (XIXa) op steenen posten. | |
Gorsel.De ned. herv. kerk is een in 1842 zeer gewijzigd en vergroot, uitwendig gepleisterd gebouw, waarvan het schip en het benedendeel van den toren XV zijn, terwijl het bovendeel van den laatsten XVII A is. Dwarspand (1842). Tongewelf in den toren. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c). Gedenksteen (1781) in den oostmuur. Psalmbord (1762). Zilveren doopbekken, wijnkan en twee bekers (1834). Twee klokken, eene in 1448 gegoten door Johannes Gherardus de Wou, en eene in 1633 vergoten door Hendrik ter Horst.
De moderne r.k. kerk (O.L.V. Hemelvaart) bezit een albasten bas-relief (XVI A): Kruisdraging, en een verguld zilveren Miskelk (XVII b), beide afkomstig van het kasteel Zuderas.
Het huis te Voorst, van 1697-1700 gebouwd naar ont- | |
[pagina 90]
| |
werp van Daniel Marot, ter plaatse van een reeds XIV vermeld kasteel, was een gebouw van zandsteen met twee vleugels, door zuilengangen aan het middendeel verbonden. In 1846 gedeeltelijk gesloopt en inwendig uitgebroken, sinds 1875 gerestaureerd, heeft het nog over: het middengebouw en den rechtervleugel zonder colonnade. Het eerste heeft in den voor- en achtergevel het marmeren wapen van Keppel, en, inwendig: steenen kruisgewelven en een met marmer bekleed vertrek in het onderhuis; verder fraaie betimmeringen, gesneden schoorsteenen, wandtapijten, koperen sloten (alles uit den tijd van den bouw). Gesmeed ijzeren hek naar het oorspronkelijke, dat in den tuin van het Rijksmuseum staat.
In het Huis den Dam een wapensteen (1599). |
|