Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
(1917)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekendb. Verdedigingswerken.Overblijfselen der oude stadswallen in de Langestraat, o.a. in Nr. 309 een fragment van een ronden vestingtoren. In den tuin achter het huis Eusebius-Binnensingel 16 een fragment van een walpoortje. Sabelpoort, genoemd 1357, vernieuwd 1440, daarna gebruikt voor de opsluiting van krankzinnigen, de bewaring van geschut en als ‘tolkamer’ der Geldersche Rekenkamer, in 1625 verwijd, in 1647 verbouwd door Arien Verhoeff, ± 1910 uitwendig gerestaureerd. Vierkant baksteenen gebouw, aan de buitenzijde geflankeerd door torens met vernieuwde kanteelen, aan de stadszijde voorzien van een klassieke poortomlijsting met | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 15]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een opschrift en: 1647, in de kroonlijst het stadswapen. In den doorgang een sleuf voor een valhek en, aan de stadszijde, een ribloos kruisgewelf. Daarboven een vertrek, toegang gevend tot de met koepelgewelven overdekte torenkamers. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. Wegen, bruggen enz.Bij de Schipbrug een klok, in 1755 gegoten door Joan Nicolaus Derck. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d. Burgerlijke openbare gebouwen.1.Gouvernementsgebouw (1803-1818, ter plaatse van het in 1310 gestichte, XVII vernieuwde en in 1802 gesloopte Stadhouders- of Prinsenhof, waarvan een houten model in het Stedelijk Museum). In de voorzaal en in de Statenzaal plafonds uit den tijd van den bouw. In de laatste schutterijvlaggen (1830). Een deel van het oudere gebouw, bij het huis Markt 6 aangetrokken, bevat een trap met gesneden leuning, een zaal met stuc-plafond, betimmering, damastbehangsel en marmeren schoorsteen, en een kamer met stuc-plafond en schoorsteen (alles XVIII c).
2.Ambtswoning van den Commissaris der Koningin. Baksteenen gevel (XVII b, gewijzigd XVIII) met hardsteenen plint, pilasters en kroonlijst. Ter plaatse van den ouden (vóór 1830) ingang een balkon met omlijsting, waarboven een nis met krijgstropheeën. Inwendig: gebeeldhouwde eiken trapleuning; trappenhuis met stucwerk; zaal met stuczoldering, marmeren schoorsteen, betimmering en geschilderd behang; eetkamer (voorheen gang) met betimmering, stuczoldering en vier | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 16]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
grisailles; tuinkamer met stuczoldering, alles Lodewijk XV. In de achterliggende bijgebouwen steenen: 1706 en 1707.
3.Het Raadhuis aan de Markt, is het 1539-1546 door Maarten van Rossum gestichte z.g. duivelshuis, doch aanmerkelijk gewijzigd in 1830, en gerestaureerd en vernieuwd in 1898 en volgende jaren. Van den ouden bouw zijn, met het muurwerk, slechts over: de ingang, geflankeerd door saters als draagfiguren onder het zuidelijke uitstek; de koppen (opgehakt) boven de vensters; en een poortje met gothische omlijsting en renaissance-fries, voorloopig ingemetseld in een muur achter het Raadhuis. In den doorgang, die zich onder het uitstek opent, een kruisgewelf met gebeeldhouwde sluitsteentjes.
4.Het paleis van justitie, gebouwd in 1838 door A. Aytinck van Falkenstein, bevat, in het parket van den Officier van Justitie, een gesneden eiken kast (XVII c).
5.De waag (1761), wier verdieping als Museum van Oudheden dienst doet, is een baksteenen hoekgebouw met hardsteenen plint, hoekpilasters, en omlijstingen. Balcon met ijzeren smeedwerk, rustend op kolommen. Frontons op de beide gevels.
6.Het Centraal-gebouw aan de Bakkerstraat, na 1698 stadswaag en turfhuis; 1791-1865 schouwburg, thans verkooplokaal, heeft nog de zijmuren en steunbeeren (XV) der kerk, behoorend bij het in 1636 verlaten St. Catharina-gasthuis (zie f.3).
7.Koninklijk Koloniaal Militair Invalidenhuis Bronbeek (1847). Verzameling van wapens en vlaggen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 17]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8.Openbare bibliotheek. Baksteenen gevel (XVIII c) met houten omlijsting van de deurtravee. Boven de deur een alliantie-wapen (XVIII d). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
e. Kerkelijke gebouwen.1. De ned. herv. groote of St. Eusebiuskerk, sinds 1452 gebouwd ten Z. van de toenmalige St. Maartenskerk, na brand in 1633 ten deele hersteld, sinds 1894 gerestaureerd onder leiding van de architecten C.B. Posthumus Meyjes (inwendig), J.W. Boerbooms, en Jos. Th. Cuypers (uitwendig) en door H. Portheine, is een grootendeels van natuursteen opgetrokken kruiskerk, bestaande uit een schip (voltooid 1470) met twee zijbeuken, beide ± 1503 verlengd met een kapel naast den toren; een dwarspand (1529); een naar het N. afwijkend 3/8-gesloten, en door een omgang omgeven choor (1536, overwelfd 1570, het gewelf ingestort 1633, toen vervangen door een houten, en in 1783 door een gestucadoorde zoldering, doch hernieuwd 1902); en eenen westtoren (beneden 1470, verhoogd 1550 en 1650, meermalen door brand beschadigd, belangrijk hersteld in 1900). Aanbouwen: tegen den zuidwand van het schip de St. Eusebius-kapel (± 1470, in 1783 een zoldering ingelegd); ten O. van den zuid-arm de sacristie (1528) met erboven gelegen, langs een traptoren bereikbare gerfkamer, en met latere oostelijke uitbreiding. Zuidportaal (± 1529) met laat-gothisch beeldhouwwerk en deur (XVII) Noordportaal (1783), waarboven een aanzet van de vroegere welving. Portiek (± 1500) in den westmuur van den noordarm. Venstertraceeringen en luchtbogen vernieuwd, ook de balustrade langs het dak, onder welke een spitsboogfries loopt, op ten deele oude koppen. Inwendig: triforium (met vernieuwde balustrade), doorloopend langs de muren en de groote lichtramen van het dwars- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 18]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
pand Spitsboogfriezen op gebeeldhouwde koppen onderlangs het triforium en de waterlijst. De ‘raadskapel’ ten Z. van den toren is in 1855 door een ingelegden vloer in twee verdiepingen gedeeld: een bergplaats en een consistoriekamer, in welke laatste draagsteenen met dier-voorstellingen. Netgewelven over schip, beuken, choor en omgang, sacristie en de kapellen naast den toren. Stergewelven over dwarspand, St. Eusebiuskapel en zuidportaal. Kruisribgewelf over de gerfkamer. Jaartallen tegen enkele gordelbogen geschilderd: in den noorddwarsarm 1526, tegen den triomfboog 1529, aan de westzijde van de kruising 1694, in den choor-omgang aan de zuidzijde 1528, aan de noordzijde 1536. Tegen den zuidwestpijler overblijfselen van een altaar. De oorspronkelijk vrijstaande toren heeft vier geledingen, de twee onderste vierkant en ten deele van tufsteen, de derde (open) achtkantig met: 1651 in het fries onder de balustrade; de vierde achtkantig met het stadswapen aan vier zijden. Leien spits met open koepel. Inwendig een kruisribgewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel (± 1660, trap nieuw) met koperen lezenaar (XVII c). Orgel (1770 door Johan Michael en Johannes Wagner te Schmiedefeld, hersteld 1908). Houten beeld (XVI b, hersteld 1903) van Karel van Gelre in harnas, onder overhuiving (XVII B). Marmeren graftombe (XVI b) van Karel van Gelre († 1538) boven zijn grafkelder, waarin o.a. een zilveren kistje met hart. De tombe vertoont sporen van polychromie. Zes nieuwvergulde zandsteenen leeuwen (XVI). Tusschen den tweeden en den derden pijler van den chooromgang aan de noordzijde een geschilderd grafschrift (XVI d). Gebeeldhouwde epitafen van Joost Sasbout (1546) en van Martinus Goris (1632). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 19]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Grafmonument van George Ripperda (1696). Talrijke grafzerken (1541, 1543, 1553, 1561, enz. enz.) Gothische gedenksteentjes in den chooromgang aan de noordzijde. Fragment van een glasschildering (XVI b). Drie andere fragmenten (XIV) bevinden zich ten huize Babberich onder Zevenaar. Gewelfschildering (1515-1550, gerestaureerd ± 1890 door Ellens) in de zijbeuken. Overblijfselen van een muurschildering tegen den oostwand van den chooromgang en in de St.-Eusebiuskapel; tapijtschilderingen op twee kruispijlers. Twaalf gildeborden (XVII en XVIII); vier gildetafels (1766). Tekstbord (1706). Koperen kroontje (XVII b), afkomstig uit de Gasthuiskerk; verschillende schildjes (XVII c) van oude kronen. Acht zilveren bekers; een groote en drie kleine zilveren schalen (alles XVIII c). Drie klokken, waarvan eene in 1477 gegoten door Gobelinus Moer, eene in 1477 door Gherardus de Wou en eene in 1539 door Wil. Tolhuis; klokkenspel van 44 klokken, waarvan 25 in 1652 door F. Hemony te Zutfen, 7 door F. en P. Hemony, 9 in 1734 door I.B. Le Vache gegoten, en 2 zonder opschrift. Uurwerk (1650, door J. Spraeckel te Zutfen, hersteld 1835). Plattegrond der kerk (1740 door H. Schreven, wapens in 1757 door Wilh. ten Haegh). Ontwerp voor het orgel (1770). Deur (XVII) in het zuidportaal. Twee beschilderde kisten (XVII).
2. De ned. herv. koepelkerk (1837 door A. Aytinck van Falkenstein, inwendig vertimmerd in 1902) bezit een orgel (1841).
3. De voormalige luthersche kerk (XVII) aan de Koren- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 20]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
markt, in 1701 verbouwd, in 1898 gerestaureerd en tot graanpakhuis ingericht, heeft opgaande Ionische pilasters, houten kroonlijst en fronton, gedichte boogramen. Boven de deur een zwaan in eene versiering, Lodewijk XIV.
4. De waalsche kerk bestaat uit het 3/8-gesloten, thans uitwendig bepleisterde choor (XV c) der kerk van het voormalig St. Agnietenklooster (zie e 9).
5. De r.k. st. walburgskerk, oorspronkelijk een, vermoedelijk eenbeukige, kruiskerk (XIV b) met rechte choorsluiting, 1391-1422 van zijbeuken voorzien, in 1499 en 1553 met kapellen verrijkt, XVII a tot arsenaal en militaire gevangenis ingericht, 1808 herwijd, 1853 belangrijk verbouwd en uitgebreid door Th. Molkenboer, bij welke gelegenheid het noordwestelijk deel instortte, bestaat thans uit een driebeukig schip met een in 1853 aangebouwd 5/8-gesloten choor; een dwarspand; vier kapellen (± 1886 gerestaureerd onder leiding van Dr. P.J.H. Cuypers) tegen den zuidwand van schip en dwarspand, en twee westtorens (de noordelijke in 1365 begonnen, in 1854 ingestort en daarna herbouwd). Tegen den westgevel een vierkante traptoren. De vensters in den noordgevel in 1886 heropend. Kruisgewelven in twee, kruisribgewelven in de twee andere kapellen, overigens gestucadoorde gewelven. De kerk bezit: Negen grafzerken (1495/1543, 1498, 1532, 1553, 1561, 1563, 1566, 1566, 1569). Twee paneelen (XVI a) van een drieluik: Aanbidding der herders en Besnijdenis. Zilveren pax (XVI a). Zilveren crucifix (voet XVI, bovendeel XVIII). Twee klokken, eene (1477) en eene in 1481 door Gherardus de Wou gegoten, beide afkomstig uit de in 1818 afgebroken St. Janskerk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 21]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. De r.k. kerk van den H. Eusebius (1864) bezit: Schilderij (XVI a): Kruisiging. Zilveren reliekhouder: borstbeeld (XV) van den H. Eusebius op voetstuk van 1669. Zilveren godslamp (1687). Zilveren wierookvat (bovendeel gegoten XV A, kuip gedreven XVI A.)
7. De r.k. kerk van den H. Martinus (1875) bezit een gepolychromeerd beeld (XVI a) van Maria met het Kind.
8. Van de in 1858 gesloopte st. nicolaaskerk (XV) bevinden zich twee ijzeren kruisen in het Stedelijk Museum.
9. Het St. Agnietenklooster (1404), in 1636 tot Gasthuis ingericht (zie f 3), is in 1860 gesloopt.
10. Op Mariendaal, ter plaatse der voormalige abdij Marienborn, bevinden zich fragmenten van grafzerken (XV d). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f. Gebouwen van liefdadigheid.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 22]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
g. Particuliere gebouwen.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 23]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 24]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op de Sonsbeek-weide een boerderij(XVIII) met watermolen. In het park Sonsbeek zijn in 1914 grondslagen van een kasteel (gulden Spijker? 1524) gevonden.
Details. Drieharingenplaats C 64. Zeven koppen en maskers. Gevelsteen (XVI d). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 25]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Langstraat 89 en 138. Deuren, Lodewijk XIV. Koningstraat 34 en 36. Houten kroonlijsten, Lodewijk XIV.
Gevelsteen. Janslangstraat 1-2 (1665).
Ankers. Turfstraat 5 (XVI), St. Jansstraat 11a (1608), Varkenstraat 24.
In het villapark Hulkestein gemetselde hekposten met vazen en opschrift, en een gesmeed ijzeren hek (XVIII c).
Het kasteel Zypendal (1743, doch geheel gemoderniseerd) heeft in den achtergevel een steen: 1651.
Bij Monnikenhuizen zijn in 1890 gebeeldhouwde grafzerken en fragmenten daarvan (XV d en XVI) gevonden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
h. Musea en particuliere verzamelingen.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 26]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|