[Nummer 2]
Redactioneel
De redactie van Vooys presenteert vol trots: een herbezinning op de fundamenten van het letterkundig onderzoek. Met de ontwikkelingen van de laatste tijd, waarin de geesteswetenschappen en dus ook de literatuurwetenschap onder vuur liggen, heeft de redactie besloten dat het hoog tijd is geworden voor een kritische reflectie op de kernbenaderingen van de literatuurwetenschap. We willen de fundamenten van ons onderzoek doen schudden door ze te bevragen, te bekritiseren, en weder op te bouwen. Diverse auteurs schrijven in dit themanummer over de methodologische kernbenaderingen als bouwstenen voor verschillende toepassingen en doen vanuit metaperspectief hun licht schijnen op de beperkingen, de kansen en natuurlijk ook de relevantie van deze benaderingen in de hedendaagse literatuurwetenschap.
De eer om het nummer in te leiden is aan professor Frans-Willem Korsten. Hij betoogt dat de gekozen benaderingen - structuralisme, poststructuralisme, hermeneutiek en narratologie - sterk afhankelijk zijn van de context waar zij uit voortkomen en waarin zij worden toegepast. Het aanhoudende en soms verrassende nut van een benadering blijkt het best wanneer de onderzoeker er zelf mee aan de slag gaat. Vervolgens is er de narratologie en daar schrijft niemand beter over dan literatuurwetenschapper Mieke Bal. In haar artikel zet zij in een persoonlijk betoog uiteen wat narratologie in het algemeen kan betekenen voor de maatschappij. Deze visie werkt zij uit door de focalisatie te analyseren in een roman met migratie als belangrijkste thema: The Namesake van de Bengaalse auteur Jhumpa Lahiri. Universitair docent Hans van Stralen legt vervolgens uit waarom ondanks de vele transformaties van hermeneutiek haar kern hetzelfde is gebleven. Dit doet hij door de belangrijkste momenten in kaart te brengen die bijdroegen aan de ontwikkeling van de hermeneutiek en aan te wijzen hoe de kern ondanks veranderingen steeds opnieuw zichtbaar blijft. Hierop volgt het artikel van RMA-student Lucas van der Deijl waarin vragen worden beantwoord over de invloed van het structuralisme op de filosofie van taal, en over de verhouding tussen het structuralisme en de Digital Humanities. Van der Deijl betoogt dat in een volledig gedigitaliseerde samenleving, het structuralisme nog wel eens van groot belang kan zijn. Literatuurwetenschapper Hans Bertens beziet in zijn artikel de poststructuralistische literatuurtraditie op kritische wijze, met name door een podium te bieden aan alle (vroege) kritiek die destijds op het poststructuralisme werd geuit - en door te onderzoeken hoe het poststructuralisme nu relevant is.
De Stijlbreuk wordt ditmaal verzorgd door redactielid Maria van Leeuwen en Oom Piet, en is een samenkomst van beeld en woord. Redacteurs Jacco Doppenberg en Roel