Vooys. Jaargang 32
(2014)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 47]
| ||||||||||
Maurice Dümont
| ||||||||||
[pagina 48]
| ||||||||||
Uiteraard kunnen sociologen en letterkundigen elkaar aanvullen, bijvoorbeeld door te onderzoeken of de maatschappelijke perceptie van bepaalde popliedjes, artiesten of genres daadwerkelijk door de liedteksten ondersteund wordt. Willie Wartaal, Faberyayo en Vjèze Fur van De Jeugd van Tegenwoordig behoren ongetwijfeld tot de meest populaire Nederlandse liedtekstschrijvers van de afgelopen jaren. Hun teksten zijn in brede kring geroemd om het taalspel en de taalvariaties. (Sollie 2012) Juist deze kenmerken bemoeilijken echter een daadwerkelijke interpretatie van de teksten. Dat is voor de meeste luisteraars wellicht geen enkel probleem, maar de letterkundige neemt daarmee geen genoegen. In mijn masterscriptie uit 2012 heb ik een model voor een tekstanalyse van popalbums opgezet en dit model uitgewerkt voor vier Nederlandstalige popalbums: Skunk van Doe Maar, Spinvis van Spinvis, De Lachende Derde van De Jeugd van Tegenwoordig en Brik van De Kift. (Dümont 2012) Dit model bestaat grofweg uit de volgende stappen: (1) een kwantitatieve analyse van aanwezige motieven op basis van close reading, (2) een kwalitatieve analyse van de verhalende laag van zowel de afzonderlijke liedteksten als het hele album, (3) een interpretatie van de betekenislaag op basis van de motieven en de verhalende laag, afgezet tegen de sociologische en culturele context van het album (externe motieven). Hieronder bespreek ik de resultaten van mijn analyse van het album De Lachende Derde van De Jeugd van Tegenwoordig, waarbij ik me, gelet op de ruimte die ik hier tot mijn beschikking heb, beperk tot het belangrijkste thema op het album, het voor rockmuziek en hiphop- en rapcultuur typische ‘machismo’. | ||||||||||
MachismoMachismo is de term die in de sociologie en psychologie (met name in gender studies) wordt gebruikt om sterk of overdreven masculien gedrag te beschrijven. Vaak is dit gedrag cultureel bepaald. Hoewel mannen worden geacht zich waardig te gedragen en verantwoordelijkheid voor hun gezin te nemen, gaat dit vaak gepaard met seksueel dominant gedrag tegenover vrouwen. De ideale vrouw is in dit opzicht onschuldig en onwetend, maar machismo roept ook hyperfeminiteit op, waarbij sterk seksueel bewuste vrouwen seks gebruiken als ruil- of machtsmiddel. (Zie bijvoorbeeld Temmink 2005.) Machismo wordt vaak beschouwd als een topos, een gemeenplaats, binnen de popmuziek en in het bijzonder binnen de hiphop. Michael Behrendt concludeert in zijn proefschrift over Amerikaanse rocklyriek dat de vroege bluesmuziek al bol staat van het mannelijk chauvinisme. (Behrendt 1991) Rock ‘n’ roll draait om motieven als hedonisme en datgene wat de ‘rockmythe’ wordt genoemd: idealisering van seksuele, persoonlijke en geestelijke vrijheid, in combinatie met drugs en avontuur, kort gezegd: sex, drugs & rock ‘n’ roll. In de R&B-pop, waarmee onder andere de Rolling Stones in het begin van de jaren zestig furore maken, wordt het chauvinisme uit de blues nieuw leven ingeblazen, in de vorm van wat Behrendt anstößige Potenzprahlerei noemt, vrij vertaald: scabreuze seksuele opschepperij. Seksualiteit en seksisme zijn in deze teksten karikaturaal en dubbelzinnig: ze zijn er tegelijk een uitdrukking en een bekritisering van. | ||||||||||
[pagina 49]
| ||||||||||
Ook Simon Frith wijst op het typisch masculiene van rockmuziek. (Frith 1983) De rockmythe pakt in zijn ogen slecht uit voor vrouwen. De vrije rebel, altijd een man, wordt in deze mythe verheerlijkt en zijn ideale seksuele partner is de ‘onschuldige prostituee’, bij wie de rebel zonder verdere verplichtingen, maar ook zonder argwaan of zelftwijfel zijn eigen seksuele vrijheid kan botvieren. Het gros van de rockmuziek is volgens Frith gemodelleerd naar de rockmythe met de voorspelbare verdeling tussen avontuurlijke, creatieve, ongebonden mannen en indolente, aan huis gebonden vrouwen. Seks en chauvinisme spelen ook een belangrijke rol in de rapmuziek. Adam Bradley wijst in deze context op de termen swagger, dissing en braggadocio. (Bradley 2009) Swagger omschrijft Bradley als het zelfvertrouwen waarmee iemand zich verbaal uitdrukt. Dit zelfvertrouwen wordt traditioneel uitgedragen en op de proef gesteld door elkaar onderling met woorden te beledigen, te dissen, en zichzelf op te hemelen, braggadocio. Bradley beschrijft de lange Afro-Amerikaanse traditie waaruit dit woordenspel voortkomt als signifying, maar herkent er ook een algemeen mannelijk trekje in: ‘Rap is a musical form made by young men and largely consumed by young men. It is music about those things generally on the minds of young men: sex, cars, money, and above all, their own place in society.’ (Bradley 2009: 189) | ||||||||||
De Lachende DerdeNu het thema ‘machismo’ helder is, gaan we kijken of, en hoe, we deze in de teksten van het album De Lachende Derde kunnen herkennen. De betekenis van een tekst komt primair tot stand door middel van identificatie (het herkennen van gelijkenissen) en differentiatie (het herkennen van verschillen) van de betekenisdragende eenheden. Deze eenheden (woorden of woordgroepen) worden motieven genoemd. De samenhang tussen deze motieven wordt isotopie genoemd. (Zie bijvoorbeeld Van Boven & Dorleijn 2008.) Een analyse op het niveau van woorden en woordgroepen is daarom de eerste stap. Door de motieven in de liedjes op basis van isotopie in categorieën onder te brengen en deze vervolgens op frequentie te ordenen, wordt de hiërarchie der motieven zichtbaar.Ga naar voetnoot3 In figuur 1 is te zien wat een dergelijke analyse van De Lachende Derde oplevert: de status- of machismo-isotopie blijkt zeer duidelijk de overhand te hebben. Interessant is ook de aanwezigheid van tegengestelde thema's als vervreemding, kindertijd, eenzaamheid en onmacht. Deze tegenstelling duidt mogelijk op de door Behrendt beschreven dubbelzinnigheid, die ook in de R&B-pop van the Rolling Stones en hun tijdgenoten te herkennen is. Om te kunnen vaststellen welke boodschap de tekst over de aanwezige thema's bevat, is een analyse van de verhalende laag nodig, waarbij de communicatieve situatie (perspectief, aanspreking), de presentatievorm en | ||||||||||
[pagina 50]
| ||||||||||
de poëtische aspecten in kaart worden gebracht. Hieronder zal ik de verhaallijn rondom het thema ‘machismo’ samenvatten.Ga naar voetnoot4 In het openingsnummer, ‘Zo volwassen, zo beleefd’, staat het volwassen worden centraal, in de vorm van een tegenstelling tussen vroeger en nu. Deze tegenstelling wordt karikaturaal uitvergroot: vroeger konden de personages niet met geld omgaan en waren ze onrustig, ze feestten en dronken veel, nu leiden ze een rustig, burgerlijk leven (‘mijn geduld is nu lang als vloei’) en ze hebben hun zaken op een rijtje, hoewel ze nog wel graag naar ‘meisjes met korte rokken kijken’. Aanvankelijk lijkt het alsof De Jeugd zich hier als rolmodel voor de Nederlandse jeugd presenteert. In het derde couplet - van Vjèze Fur - wordt een té burgerlijke levensstijl (‘meubelboulevard’, ‘manicure’, ‘espressootje’) evenwel geridiculiseerd. Het refrein, met onder andere de regels ‘Vroeger was het altijd feest / maar die tijd is nu geweest’, en de coda, ‘ik wou alleen maar nemen / nu is het tijd om te geven / party time is voorbij’, moeten met een korreltje zout worden genomen, aangezien deze voornemens in de rest van de teksten op het album regelmatig onder druk zullen komen te staan. Er is dus mogelijk sprake van ironie, al is het op grond van alleen dit eerste nummer niet eenduidig of nu de draak wordt gestoken met de feestbeesten of juist met de beleefde volwassenen. Faberyayo en Vjèze Fur proberen in het eerste en tweede couplet van ‘Sexy Beesten’ indruk te maken door hun buitengewone seksuele prestaties te benadrukken: Faberyayo beweert een vrouw negen keer klaar te kunnen laten komen. Vjèze Fur benadrukt vooral zijn talent om het zowel smooth als hard aan te kunnen pakken. Opvallend is dat Vjèze Fur in het tweede couplet droomt van ‘tieten zonder hoofden’, waarmee een duidelijke scheiding tussen het lichamelijke en het geestelijke wordt gesuggereerd. Uit een frase als ‘never dat ze klagen’ spreekt de suggestie dat hij meerdere seksuele partners nastreeft en vrouwen als inwisselbaar beschouwt. Het machismo wordt nog benadrukt doordat Vjèze Fur zichzelf benoemt tot ‘Koningscock’. In het derde couplet is Willie Wartaal aan het woord: hij legt de nadruk niet zo zeer op zijn seksuele prestaties, maar op de bewondering voor de aangesproken dame: hij probeert te overtuigen door te vleien en stelt zich dus, in tegenstelling tot de andere twee, kwetsbaar op. Echter, wanneer hij afgewezen dreigt te worden, verandert zijn toon direct: het vleien slaat om in beledigen (‘piggy’, ‘kippy’). In ‘Sterrenstof’ bezingen Willie Wartaal en Faberyayo het ‘verhaal van hun succes’, een veel voorkomend thema in rap en hiphop. De titel verwijst naar motieven als succes, drugs, onsterfelijkheid en verliefdheid. In het eerste couplet beschrijft Willie Wartaal dat hij door hard werken (‘ik deed alles zelf’) succes heeft bereikt en nu een rolmodel is (‘alle dikzakken willen op me lijken’). In de brug - de overgang van couplet naar refrein - doen de drugs hun intrede: de regels ‘ik kijk omhoog / m'n pupillen worden groot’ lijken te verwijzen naar het gedrag van iemand die net drugs heeft | ||||||||||
[pagina 51]
| ||||||||||
ingenomen. Het refrein kan worden beschouwd als een fantasiewereld waar alles in superlatieven wordt beschreven: de droomvrouw, het succes, de sterrenstatus. In het tweede couplet vertelt Faberyayo hoe hij vanuit het niets een ster werd, en van het wilde leven dat daarop volgde. Hoewel vrienden hem aanspraken op zijn exorbitante gedrag, kon hij zijn gedrag pas veranderen toen hij de vrouw van zijn leven tegenkwam: hij werd zo verliefd dat hij geen drugs meer nodig had om zich goed te voelen. Het ‘mokkaprinsesje’ op z'n ‘bankje’ en het ‘brood op 't plankje’ duiden erop dat zijn leven zich genormaliseerd heeft. Het huiselijke ‘mokkaprinsesje’ staat uiteraard in schril contrast tot de ‘sletten’ die hij als ster backstage tegenkwam. Deze met het thema ‘machismo’ samenhangende tegenstelling, waarin vrouwen enerzijds als heilige maagden op een voetstuk worden geplaatst of anderzijds als minderwaardige prostituees worden beschouwd, kent een lange traditie.Ga naar voetnoot5 De hit ‘Elektrotechnique’ kan worden beschouwd als een zelfpresentatie die als doel heeft een mogelijke seksuele partner te overtuigen om het bed te delen, met name door het verwoorden van seksuele fantasieën, die in een elektro-allegorie zijn gegoten. Er is wederom sprake van het overdrijven van de eigen seksuele prestaties (‘ben een dondergod’), het als louter lustobject beschouwen van vrouwen (‘stekker in je mond / hou je bek gewoon’) en het tot hoer reduceren van door anderen als deugdzame beschouwde vrouwen (‘moedertjes zwartgeblakerd’), waarin opnieuw de moederhoertegenstelling te herkennen valt. Faberyayo diskwalificeert en passant eventuele concurrenten: ‘je kan niet eens bij het knopje gast’. ‘Vijf sterren abbo’ is een openbaarvervoer-allegorie, waarbij het gewone verkeer als geslachtsverkeer is op te vatten, met dubbelzinnige frasen als: ‘verkeersdrempel / d'r in, geen stempel’ en ‘als ik over, over je heen scheur’. In dit lied neemt Vjèze Fur lijn 37. Ervan uitgaande dat zo'n nummer niet willekeurig is gekozen, zou dit op de leeftijd van de bezongen dame kunnen slaan. Het begeren, dan wel als lustobject beschouwen van vrouwen van middelbare leeftijd is de laatste jaren uitgegroeid tot een erotisch subgenre, waarbij dergelijke dames veelal worden aangeduid met de term milf. In de milf als seksueel nog steeds aantrekkelijke en actieve moeder vallen moeder en hoer samen, hetgeen voor de echte macho-man een natte droom is of juist een verwarrende nachtmerrie. In ‘Hengel at the bitch’ is Willie Wartaal alleen maar uit op seks en de vrouw wordt als een passief, onnozel, inwisselbaar lustobject voorgesteld (‘ezelsvis aan het lijntje’). Faberyayo verleidt vrouwen met het expliciete doel om het bed met ze te delen (‘teruggooien? nee’) en beweert een expert op het gebied van het oraal bevredigen van de vrouw (‘vis eten’) te zijn (‘maak je geen zorgen, ik doe dit vaker’). Enerzijds lijkt deze nadruk op cunnilingus het machismo weer enigszins te relativeren, aangezien de man bij deze seksuele handeling (voornamelijk) genot verschaft aan de vrouw. Anderzijds | ||||||||||
[pagina 52]
| ||||||||||
wordt zo indirect weer de passieve rol bevestigd van de vrouw, die het genot immers slechts hoeft te ondergaan. In ‘Huilend naar de club’ wordt de man juist voorgesteld als passief slachtoffer van een vrouw. Moeder, nota bene, waarschuwde al dat er altijd sletten zijn. Ook hier ligt de nadruk op inwisselbaarheid van vrouwen (‘voor haar tien anderen, dertien in een dozijn’). Dit nummer kan daarom amper als relativering van het machismo uit de eerder besproken nummers worden beschouwd, de tegenstelling moeder-hoer wordt opnieuw benadrukt, doordat de eigen moeder op een voetstuk wordt geplaatst als wijze vrouw tegenover de vele sletten. In het eerste couplet van ‘Zilt’ overweldigt Faberyayo haast zijn sekspartner (‘je kronkelt en gilt van dit baasje, alsof de cock is teveel voor dat gaatje’), overigens zonder dat zij daar veel onder lijkt te lijden. In het tweede couplet waarschuwt Willie Wartaal waartoe een beetje ‘voelen’ en ‘kroelen’ kan leiden: ongewenste zwangerschap. Aangezien je moeder en zus achter je rug om roddelen, kun je een meisje niet ongemerkt in de steek laten als je haar per ongeluk zwanger hebt gemaakt. Hoewel deze boodschap zeker wel een pedagogisch gehalte heeft (‘vrij veilig!’, ‘laat een meisje niet in de steek als je haar ongewild zwanger maakt!’) is er op de argumentatie wel het een en ander aan te merken: de nadruk ligt niet op een intrinsieke motivatie om de verantwoordelijkheid te nemen voor dergelijke daden, maar op de extrinsieke motivatie: de sociale druk die kan ontstaan. De belangrijkste betrokkenen bij deze sociale druk zijn moeder en zus (‘twee chicks, makkelijk en vlug’), wier uit verantwoordelijkheidsgevoel ontsproten gedrag hier als negatief wordt voorgesteld: ‘ze snitchen achter je rug’. Zij worden dus voorgesteld als vrouwen die de man hinderen en in zijn handelingsvrijheid onderdrukken, iets wat tevens een extra lading aan het moeder-hoermotief geeft: de man wordt door de moeder onderdrukt, de hoer wordt door de man onderdrukt. In de volgende nummers op de CD spelen vrouwen amper een rol. De tekst van ‘Get Spanish’ lijkt voornamelijk klankpoëtisch. De tekst bestaat uit alledaagse Spaanse woorden gemengd met losse Engelse en Nederlandse woorden en frasen. De frase ‘voor die ho's chorizo’ (= voor die hoeren een Spaanse worst) is in al zijn dubbelzinnigheid niettemin in de context van de rest van de plaat te plaatsen. Het lied ‘Party: 15’ lijkt in de eerste plaats te willen waarschuwen tegen (excessief) drugsgebruik. Ook in ‘Aldiedingen’ spelen vrouwen een beperkte rol: Faberyayo pretendeert in de intro seksueel contact te onderhouden met ‘je moeder’, die zodoende tot hoer wordt gedegradeerd. Willie Wartaal wil in het eerste couplet wel enige moeite doen om een vrouw te versieren, maar een etentje mag niet meer dan een tientje kosten. In het derde couplet bespot Vjèze Fur een ontevreden voetbalvrouw, die steeds meer luxeproducten van haar partner eist. ‘De broer van Edwin’ handelt over een personage dat overal een voordeeltje uit wil halen. Met het lied ‘Pappa is thuis’ wordt de thematische rode draad weer opgepakt. ‘Pappa’ duidt in dit lied niet per se op een vader, maar vooral op een macho, net zoals de moeders bij De Jeugd niet per se moeders zijn, maar symbool staan voor nette, | ||||||||||
[pagina 53]
| ||||||||||
zorgzame, onwrikbare vrouwen. De enige vrouwen die in de ogen van een macho voor de titel ‘moeder’ in aanmerking komen, zijn z'n eigen moeder en de moeder van zijn kinderen, die idealiter ook de liefde van zijn leven is - zie ook ‘Sterrenstof’. De eigen uitverkorenheid en de speciale identiteit, die de macho boven alle anderen verheffen, lijken hierbij centraal te staan. In het eerste couplet van dit lied heeft Willie Wartaal vijf vrouwen tot zijn beschikking, waarvan er ééntje wordt uitverkoren om vandaag de bloemetjes met hem buiten te zetten (‘spenden tot de nul’). De avond zal eindigen in bed, waar de uitverkoren dame wordt ‘gestampt als andijvie’. In het refrein wordt benadrukt dat ‘pappa’ graag op z'n wenken bediend wordt (‘beter breng je snel een biertje’). Vjèze Fur beschrijft zijn ‘pappa’ in het derde couplet vanuit een jeugdig perspectief (‘het is me met de paplepel ingegoten’): pappa is de baas in huis en iedereen heeft zich te schikken naar zijn wensen (‘breng me mijn slipper’); in het algemeen is hij niet uit op een warme band (‘geen amicale grappen, ik heb niet met je geknikkerd’). De beschrijvingen van ‘pappa’ werken daarmee twee kanten op: als beschrijving van een bepaald type macho, die zijn dominante gedrag in een vaderlijke vermomming hult en als beschrijving van het type macho-vader als rolmodel binnen het gezin. Dat deze beschrijvingen wat karikaturaal aandoen, zou erop kunnen wijzen dat dit lied dergelijk machogedrag op de korrel wil nemen, al is deze kritiek dan niet echt overtuigend in het licht van de andere, ook door dergelijke macho's bevolkte liederen. Na het opmerkelijk introverte ‘Stay black’, waarin Vjèze Fur beschrijft hoe hij als kind een eenzaam, in zichzelf teruggetrokken jongetje was met alleen denkbeeldige vrienden, sluit het album af met ‘Tante Lien’, een dame die wordt voorgesteld als ongenaakbare ‘moeder’ én als bedrieglijke ‘hoer’. Ze is dominant, doet wat ze wil en heeft - ook in haar seksuele contacten - de touwtjes strak in handen, iets wat eerder op deze plaat alleen aan mannen was voorbehouden. Faberyayo bezingt in het eerste couplet zijn bewondering voor tante Lien als oudere, maar nog steeds aantrekkelijke milf (‘ik word helemaal warm van je’). De frase ‘Lord have mercy, wees lief voor pappa’ hoeft niet per se op Faberyayo te slaan, maar duidt er wel op dat tante Lien machomannen de baas kan. Vjèze Fur beschrijft haar in het tweede couplet als de schrik van de straat en als iemand die een ruig en crimineel leven leidt, hetgeen associaties oproept met prostitutie. Ook Willy Wartaal is in de ban van tante Lien, die hij in het derde couplet beschrijft als vervangende (wellicht onderdrukkende) moederfiguur: ‘soms kookt ze voor me’, ‘Je moet investeren, zegt ze’, maar ook als minnares: ‘ze heeft een slechte invloed op me / het is lekker tot het eind’. | ||||||||||
BesluitHet moge duidelijk zijn: Behrendts ‘rockmythe’ van sex, drugs & rock ‘n’ roll is volop aanwezig in de teksten van De Lachende Derde. Ze passen ook naadloos in de raptraditie van dissing en braggadocio en het eloquente taalspel sluit ook aan bij de door Bradley beschreven artisticiteit van rap. Een vraag die op basis van louter tekstanalyse moeilijk eenduidig te beantwoorden blijkt, is in hoeverre de karikaturale, spottend-heroïsche, maar vooral ook dubbelzinnige zelfpresentatie van Willie Wartaal, Faberyayo en | ||||||||||
[pagina 54]
| ||||||||||
Vjèze Fur alle mannelijke zelfverheerlijking moet relativeren. Dienen wij hen in de eerste plaats als fictieve personages, of als zelfkarikaturen van de vocalisten Olivier Locadia, Pepijn Lanen en Freddy Tratlehner te beschouwen? Veel popmuzikanten voeren immers op het podium én in de media een act op, waarbij het soms duidelijk, maar vaak ook onduidelijk is wat bij de act hoort en wat niet. Ook kan er sprake zijn van een bovenindividueel ik, waarbij de personages een afspiegeling zijn van het doelpubliek van de tekst, bedoeld om herkenning te veroorzaken bij dat publiek. In deze interpretatie zou De Jeugd van Tegenwoordig hun publiek een soort seksistische (lach)spiegel voorhouden. Het is aan de letterkundige om deze interpretatiemogelijkheden te beschrijven, maar het is aan de lezer/luisteraar om een keus te maken. | ||||||||||
Literatuur
| ||||||||||
Discografie
| ||||||||||
[pagina 55]
| ||||||||||
Figuur 1
|
|