[Nummer 1]
Redactioneel
Hoera, Vooys viert feest! Sinds 1982 - ruim voor de geboorte van de huidige redactieleden - hebben studenten van diverse universiteiten in Nederland zich belangeloos ingezet voor Vooys. Dit jaar bestaat Vooys dertig jaar en dat vieren we uitgebreid met onze essaywedstrijd ‘Lof der Letteren’. We luiden deze jaargang officieel in met dit jubileumnummer en daarvoor hebben we verschillende oud-redacteuren en voormalige auteurs gevraagd om weer eens bij te dragen. Maar zoals altijd is er ook ruimte voor nieuw bloed.
Voormalige hoofdredacteuren Willem Bongers-Dek, Jeroen Dera en Laurens Ham trakteren ons op een wel heel bijzondere terugblik. Geïnspireerd op hun briefwisseling ‘Jonge wolven’ in tijdschrift DW B maken zij de balans van dertig jaar Vooys op. Zonder gêne steken zij de loftrompet over ons blad, maar weten tegelijkertijd ook de onbeduidendheid ervan bloot te leggen.
Koen Potgieter, amerikanist, neemt ons mee naar de gesegregeerde Verenigde Staten van de jaren twintig. Potgieter beschrijft hoe ‘zwarte’ Amerikanen zich destijds voordeden als blanken om te kunnen ontkomen aan de beperkingen die hen, vanwege hun afkomst, werden opgelegd. Deze tactiek werd passing for white genoemd. Het bijbehorende literaire genre, de zogenaamde passing novel, ontleedt hij aan de hand van twee contemporaine romans.
Neerlandicus Arie Jan Gelderblom heeft Vooys vanaf de eerste jaargang regelmatig van bijdragen voorzien. Deze keer bespreekt Gelderblom de roemruchte Franse intellectueel Renaud Camus en neemt ons mee in de wondere wereld van diens Journaux: de nauwgezette en omvangrijke dagboeken die Camus sinds 1987 publiceert.
Hoogleraar Historische Nederlandse Letterkunde Lia van Gemert schrijft een artikel over de ontwikkeling van de roman in de zeventiende en achttiende eeuw. Zij laat daarbij zien hoe de roman destijds stof deed opwaaien vanwege zijn beruchte imago en tegelijkertijd aan populariteit begon te winnen.
Oud-redacteur Kila van der Starre analyseert aan de hand van Jonathan Cullers befaamde theorie over de vier poëticale functies van de apostrof het woordje ‘o’ in de gedichten van Astrid Lampe. Van der Starre laat zien hoe deze uitroep de traditionele lezing ervan weet te parodiëren en hoe dat kleine woordje de wil tot aanwezigheid van de postmoderne Lampe in haar poëzie toont.
De nieuwe directeur van het Nederlands Letterenfonds voorzag Vooys in het verleden al eens van een bijdrage; dit keer schrijft Pieter Steinz een ‘In de kast’ over John Kennedy Tooles absurdistische Een samenzwering van idioten. Docent Bas Jongenelen