redactioneel
Literaire tijdschriften staan vaak bol van ‘bedachte leuzen’, schreeuwerige beginselverklaringen en polemische drukdoenerij. Helden worden aan de borst gedrukt, vijanden verketterd, reputaties verpulverd, en op de ruïnes die overblijven wordt het nieuwe droomkasteel gebouwd. Maar hoe spannend dit ook moge klinken, vaker dan branie en bravoure is er plaats voor braafheid en bedachtzaamheid.
Niet alleen in de ‘beginselloze’ postmoderne tijd is de toon zo nu en dan lauw, getuige de wat bloedeloze inleiding van de eerste Revisor, waarin de redactie zegt ‘niet in het teken [te willen] staan van ideologie of esoterische wijsheid. Wie daarop wacht kan nu met lezen ophouden.’ Maar ook in een tijd die wel om standpunten vraagt, zoals het Interbellum, blijken kritische geluiden soms ver te zoeken. De redactie van Het Duitsche Boek en De Weegschaal probeerde zich angstvallig buiten politiek vaarwater te houden en kwam juist daardoor in moeilijkheden, zo toont het hoofdartikel. Dat het niet noodzakelijk is om zich expliciet uit te spreken voor het een dan wel tegen het ander, daarvan getuigt het tijdschrift Randstad - hierin wordt niet gepolemiseerd, maar gepubliceerd. In haar keuze voor de bijdragen liet de redactie duidelijk zien waar ze voor stond.
Onze columnist vraagt zich af waar het heen moet met de literaire tijdschriften in het huidige gecomputeriseerde tijdperk. Terwijl de eerbiedwaardige literaire bolwerken hopeloos achterblijven, schieten de tijdschriftjes met een hoog hobbyclubgehalte als paddestoelen uit de virtuele grond. Een paar aanraders voor wie liever surft dan leest: www.boekgrrls.nl en www.uitgeestonline.nl/blik/.