Vooys. Jaargang 17
(1999)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 39]
| ||||||||
Hoofs koket of boers vloekend
| ||||||||
De Ivens saga: avontuur, verdriet en liefdeIven, een dappere ridder aan het hof van koning Artus, staat centraal in de Ivens saga. Samen met Guinievre, de vrouw van de koning, en in gezelschap van een reeks beroemde ridders, verneemt hij op een dag het pijnlijke verhaal van zijn vriend Kalogrenant, die door een onbekende ridder is verslagen. Iven trekt er vervolgens in zijn eentje op uit om de schande van zijn vriend te wreken. Hij vecht tegen de onbekende ridder totdat die, dodelijk gewond, zijn kasteel invlucht. Iven achtervolgt hem, maar raakt in het kasteel met zijn paard tussen twee valhekken ingeklemd. Hij kan ontsnappen door de hulp van de slimme dienares Luneta. Deze houdt Iven in het kasteel van de onbekende ridder verborgen. Vanuit zijn schuilplaats ziet Iven op een goede dag een mooie vrouw: het is Laudine, de weduwe van de | ||||||||
[pagina 40]
| ||||||||
ridder (die inmiddels aan de hem door Iven toegebrachte wonden is overleden). Iven wordt meteen verliefd. Luneta krijgt met veel mooie praatjes voor elkaar dat ook haar meesteres Laudine in de roemrijke Iven geïnteresseerd raakt en zelfs verliefd op hem wordt, ofschoon hij haar echtgenoot heeft gedood. Uiteindelijk trouwen de twee, maar als dappere ridder trekt Iven gauw weer op avontuur uit. De belofte om na een jaar weer naar zijn vrouw terug te keren, houdt hij niet. Bedroefd zegt Laudine haar liefde voor hem op en Iven wordt vervolgens uit liefdesverdriet waanzinnig. De ridder met de leeuw (Princeton University Library, Garret 125, f. 56v).
Iven leeft lange tijd als een naakte wildeman in de bossen, totdat de dienares van een andere Dame, Dame Norison, hem vindt en hem met een geneeskrachtige zalf weer bij zinnen brengt. Iven bevecht nu eerst voor Dame Norison een aanvaller en stort zich dan in een reeks avonturen. Hij redt het leven van een leeuw, die zijn vriend wordt en voorgoed aan zijn zijde zal blijven; hij strijdt tegen een reus die het land zal vernietigen als hij niet de dochter van een slotheer krijgt; en ten slotte vecht hij ook voor Luneta, die intussen bij Laudine in ongenade is gevallen omdat zij volgens haar meesteres schuld heeft aan de verbroken liefde tussen haar, Laudine, en Iven. Laudine weet niet dat het Iven is die voor haar dienares vecht, maar zij bewondert de dappere ridder met de leeuw. De ongelukkige Iven echter, lijdt onderwijl nog steeds aan zijn liefde voor Laudine. Als deze na een tijdje bang wordt omdat ze al lang zonder mannelijke bescherming leeft, roemt Luneta de dappere ridder met de leeuw. Hij zou Laudine zeker goed kunnen verdedigen. Het probleem is alleen zijn liefdesverdriet. Laudine belooft uiteindelijk aan haar dienares dat zij alles zal doen om de onbekende ridder met zijn geliefde te verzoenen - niet wetend dat zij dat zèlf is. Zo worden zij op het eind weer herenigd. | ||||||||
De sociale positie: dienares en meesteresHet is interessant om, met betrekking tot de sociale positie van de vrouwelijke personages, de Ivens saga te vergelijken met het ‘origineel’, Le chevalier au lion. Net zoals in Le chevalier is de vrouwelijke protagoniste van de Ivens saga een dienares. In de Oud-Noordse tekst is zij de enige vrouw die een naam heeft gekregen: Luneta (deze naam is uit het Franse verhaal overgenomen). Luneta verschijnt in veel meer hoofdstukken dan haar meesteres (in het Frans Laudine genoemd) ofschoon Laudine de echtgenote van hoofdpersoon Iven is. Vaak is Luneta degene die een bepaalde verhaalhandeling bewerkstelligt. Zo praat zij net zo lang in op haar meesteres totdat deze verliefd wordt op Iven, hoewel zij hem nooit heeft gezien. Zij is het ook die tegen Iven zegt dat de bedroefde Laudine hem nooit meer wil zien. Aan het eind van het verhaal is het weer Luneta die de echtgenoten dwingt zich te verzoenen. Zo ligt de gehele loop van het verhaal, dat zich rond de wisselende gevoelens van Laudine en Iven afspeelt, uitsluitend in de handen van de dienares Luneta. Deze vertelwijze is opmerkelijk, aangezien er in de inheemse Scandinavische literatuur slechts zeer zelden een dienares als protagoniste verschijnt. Dienaren blijven hulpfiguren die nooit een belangrijke rol spelen, en in saga's wordt doorgaans verteld over de handelingen van vrije boeren. En ook zijn vrouwen in Oud-Noordse saga's zelden zo belangrijk voor de handeling als Luneta is. Zij vloeken misschien wel zó hard dat de mannen wel wraak moeten nemen voor een bepaalde misdaad als ze niet voor lafaards uitgemaakt willen worden, maar zij zijn nooit voor de gehele verhaallijn belangrijk door zelf actief te handelen. En als ze een keer actief zijn, dan is dat veelal niet om te tonen hoe daadkrachtig de IJslandse vrouwen zijn, maar om te laten zien hoe slecht de mannen weten wat er moet gebeuren. In Oud-Noordse saga's heb- | ||||||||
[pagina 41]
| ||||||||
ben de actieve deelname en de woorden van een vrouw vaak de functie om aan mannen te laten zien dat zij veel laffer zijn dan vrouwen - en dat is de ergste belediging voor een Scandinavische man.Ga naar eind2. Wat verder opvalt, is dat Luneta een zeer slimme meid is. Zij verschijnt, net zoals in het Franse origineel, als ‘raadgeefster’ van haar meesteres Laudine. Dit beeld vormt een compleet contrast met het beeld van andere vrouwen in de Oud-Noordse saga's, die vaak als stereotype personages afgebeeld worden en die door hun onhandigheid en domheid een ander tot handelen drijven. De Oud-Noordse bewerker heeft niets veranderd aan het feit dat Luneta ondanks haar verstandigheid een vrouw is, maar anders dan in de brontekst maakt hij niet met zo veel woorden duidelijk dat zij een dienares is. De Oud-Noordse tekst wekt eigenlijk bijna nooit de indruk dat Luneta een klasse beneden haar meesteres en de ridders staat. Inderdaad kende men in Noorwegen in die tijd nog niet zulke vaste scheidingen tussen adel en vrije mannen en vrouwen. Er is in de Ivens saga dan ook een duidelijke onzekerheid waarneembaar over hoe de aanspraakvormen van de personages vertaald zouden moeten worden. In het Oud-Franse Le chevalier au lion is het niet alleen vanzelfsprekend dat de dienares haar meesteres en de ridders met ‘u’ aanspreekt, maar ook dat de meesteres en de ridders tegen bedienden en hun echtgenoot altijd ‘u’ zeggen. De Ivens saga gebruikt in het eerste geval de jij-vorm. Laudine zegt altijd ‘jij’ tegen haar dienares Luneta, en ook Iven tutoyeert de bediende. Maar in het omgekeerde geval blijkt de Oud-Noordse vertaling verre van consequent: Luneta en ook de dienares van Dame Norison zeggen soms inderdaad ‘u’ tegen hun meesteres, maar gebruiken in de volgende zin bijvoorbeeld alweer ‘jij’. Ook tegenover de machtige ridder Iven wisselt Luneta tussen ‘u’ en ‘jij’. Blijkbaar vond de Oud-Noordse bewerker het vreemd dat Luneta en Laudine, die als vriendinnen met elkaar omgaan, elkaar niet met ‘jij’ zouden aanspreken. Aan de andere kant is het mogelijk dat de vertaler het publiek iets van de hoofse zeden wilde leren. In ieder geval was het voor de vertaler, anders dan voor de schrijver van het Franse origineel, heel natuurlijk dat de hogere klasse iemand uit een lagere klasse altijd met ‘jij’ aanspreekt. Dat Luneta als dienares zo belangrijk voor de Ivens saga is, hoeft echter niet te betekenen dat men in Scandinavië vond dat dienaressen belangrijke mensen waren. Het onverschillige behouden van een dienares als protagoniste duidt er mijns inziens eerder op dat men in de nog niet zo verfijnd ingedeelde Noorse maatschappij alleen een onderscheid tussen lompe boerenmeiden en beschaafde vrije vrouwen maakte. De slimme Luneta werd misschien eerder gezien als een helpende vrije vrouw dan als een meid. De onzekerheid over wie nu wie moet tutoyeren wijst hier zeker op. | ||||||||
Sterk rouwen of snel trouwenLaudine, de meesteres van Luneta en echtgenote van de ridder Iven, is minder actief dan haar dienares. Maar van haar gevoelens verneemt het publiek juist het meest van alle personen in het verhaal. Niet alleen de gevoelens die zij daadwerkelijk ervaart, zijn beschreven, maar ook wordt melding gemaakt van wat zij uiterlijk aan gevoelens laat zien om daar iets bepaalds mee te bereiken. Dit is opmerkelijk, want over het algemeen hebben Oud-Noordse saga's er geen boodschap aan om meer complexe karakters (mannelijke of vrouwelijke) in detail te beschrijven. (Heller 1958, p. 67) Daarom moeten de wisselende gevoelens van Laudine het Noorse publiek zeker opgevallen zijn. Het personage Laudine is tevens interessant, omdat uit dit personage de verschillende rollen die een vrouw ten opzichte van een man kan aannemen, afgeleid kunnen worden. Laudine toont zeer sterke gevoelens, die nooit zo in een typisch Oud-Noordse saga zouden worden verteld. Voor het eerst zien wij een vrouw als rouwende weduwe: Laudine valt flauw, huilt en barst bijna van verdriet, en zij wil zich zelfs wurgen en liever haar echtgenoot in de dood volgen dan alleen verder leven. In IJslandse saga's worden bijna nooit gevoelens beschreven. Wanneer er een echtgenoot doodgaat, huilt een vrouw meestal meer om aan de verwanten te tonen dat er wraak moet worden genomen, dan om haar gevoelens voor de dode te tonen. De kleurrijke rouwscène in de Ivens saga is dus heel duidelijk ontleend aan het Oud-Franse stereotype van een rouwende vrouw. De Oud-Noordse bewerker heeft het bijna woordgetrouw overgenomen - alleen dat Laudine voor de ziel van haar overleden man bidt is weggelaten. Misschien had de bewerker, het Noorse publiek of de Noorse koning niets op met christelijk religieuze vermaningen? Dat Laudine na de begrafenis van haar eerste echtgenoot ven al zeer snel wil zien, kan zowel in de Oud-Franse als in de Oud-Noordse tekst als manziek | ||||||||
[pagina 42]
| ||||||||
worden geïnterpreteerd. Omdat de Oud-Noordse bewerker de passages sterk heeft ingekort, blijkt de Oud-Noordse Laudine nog een beetje wispelturiger te zijn dan haar Franse voorbeeld. Misschien was het in Scandinavië in de bovenlaag van de maatschappij ook heel gewoon dat een weduwe snel weer ging trouwen en was de periode van rouw om de overledene te eren niet zo belangrijk als de vervanging van de belangrijkste werkkracht in een huishouden. Inderdaad wordt in Oud-Noordse saga's het huwelijk vaak om materiële redenen gesloten. Maar in deze saga is Laudines reden voor haar plotselinge verliefdheid op Iven slechts zijn dapperheid, en niet, zoals in het Franse origineel, het feit dat zij vooral een man nodig heeft om haar bedreigde magische bron te verdedigen (dit wordt in de Oud-Noordse vertaling wel door Luneta geopperd, maar haar overijlde meesteres lijkt er zelf niet eens aan te denken). Het is in de saga's niet erg belangrijk wat een vrouw van haar toekomstige echtgenoot denkt en liefde hoeft er tussen de trouwenden helemaal niet te zijn; vrouwen kunnen zelfs tegen hun wil worden uitgehuwelijkt. Zo is er in de Ivens saga een scène waarin Iven als beloning voor een heldendaad de dochter van een slotheer krijgt aangeboden. Iven antwoordt echter, dat God niet moge toelaten dat hij haar op die manier zou ‘kopen’ (‘kaupa’ in het Oud-Noords, het woord dat in saga's normaal gesproken bij het sluiten van een huwelijkscontract wordt gebruikt). Dit wijst erop dat ook de Noorse bewerker - misschien onder de invloed van de kerk of ook van de hoofse cultuur - de wil van de vrouw toch wilde noemen als iets belangrijks voor het huwelijk. | ||||||||
Wie heerst in de liefde?Een verhaalelement dat voor het Noorse publiek zeker helemaal vreemd was, is dat van de hoofse minne, de amour courtois. Een dappere man die zich aan een vrouw onderwerpt? De bewerker moest hier een tussenweg zien te vinden. Hij volgt dus op enkele plekken het Franse origineel (Iven zegt bijvoorbeeld tegen Laudine dat hij alles zal goedkeuren wat zij met hem wil doen), maar zwakt de intensiteit een beetje af (Laudine antwoordt dat zij nog nooit zo'n man heeft ontmoet en dat zij hem niet wil dwingen zich op die manier aan haar te onderwerpen). Opvallend is dat de Noorse Laudine zelf zegt dat ze aan alle wensen van Iven gehoor wil geven ‘omdat jij mijn heer bent’, iets wat haar Franse equivalente niet zegt. Deze plek in het verhaal wordt vaak geduid als een verwijzing naar de klerikale afkomst van de bewerker, omdat de uitspraak de machtsverhoudingen tussen man en vrouw weergeeft zoals die beschreven staan in de bijbel. In ieder geval gaat Ivens liefde voor Laudine in de Oud-Noordse tekst niet zo ver als in de Franse. Terwijl de Franse Yvain voor Laudine zou willen leven en sterven, zou de Oud-Noordse Iven dat alleen met haar doen. (Kretschmer 1982, p. 180 e.v.) Aan de hand van de beschrijving van de relatie tussen Laudine en Iven wordt dus duidelijk dat de vertaler met de situatie van de amour courtois moeite had: of hij begreep niet dat uitdrukking geven aan dit onderwerp een teken van beschaving en niet van lafheid was, of hij vond dat het idee van hoofse liefde te ver afstond van wat zijn publiek gewend was. Blijkbaar vond de vertaler het tevens een beetje vreemd dat de liefde tussen man en vrouw iets zeer sterks kan zijn. In het Franse origineel geeft Laudine aan Iven namelijk een ring die hem aan haar zou herinneren, en hem daardoor sterk zou maken. De Oud-Noordse bewerker begreep blijkbaar niets van de psychologische dimensie en maakte de ring kortweg tot een toverring die kracht gaf. Niet alleen de psychologische dimensie, maar ook de erotiek werd door de bewerker geschrapt. Vooral in de scène waarin een dienares de naakte en verdwaasde Iven opwindt, wordt het verschil tussen de Franse en de Oud-Noordse versie opvallend: de Franse dienares ‘bekijkt’ de naakte man heel lang, terwijl de Ivens saga in deze episode niet duidelijk wil maken dat Iven nog steeds naakt is en alleen maar vertelt dat de dienares lang moest ‘nadenken’. De Oud-Noordse vrouw ‘maakt daarop de bus met de zalf leeg’, terwijl de Franse dienares de naakte man ‘over zijn hele lichaam’ en ‘uitvoerig’ met de geneeskrachtige zalf ‘bestrijkt’. De veranderingen die de bewerker in de relatie tussen Iven en Laudine heeft aangebracht, duiden erop dat het in de Scandinavische maatschappij niet gewoon was dat een sterke, dappere man zich aan een vrouw onderwierp. De liefde als sterke motivatie voor de strijd blijkt ook onbekend te zijn geweest. Het schrappen van erotische scènes kan tevens betekenen dat men erotiek voor het publiek (het Noorse hof) niet gepast vond. Het is echter waarschijnlijker dat een preutse geestelijke de vertaling of ten minste een bewerking van de Ivens saga maakte, aangezien Oud-Noordse literatuur in het geheel niet van seksualiteit gespeend is. | ||||||||
[pagina 43]
| ||||||||
Handschrift van Yvain. (Paris Bibliothèque Nationale, fr. 1638, Peirre Sala, f. 13v).
| ||||||||
De ideale vrouwBeide vrouwen in de Oud-Noordse versie, Luneta en Laudine, tonen duidelijk dat zij een goede naam en goede zeden belangrijk vinden. Zij doen dat opvallend veel vaker dan het in het Franse origineel gebeurt. Zo vreest de Noorse Laudine aan het eind van het verhaal meer dat zij ‘haar goede naam zal schaden’ als zij nu haar eed breekt, dan dat het ‘tegenover God een slechte daad’ is meineed te plegen (zoals de Franse tekst vermeldt). De riddarasögur werden waarschijnlijk primair vertaald om aan het Noorse publiek het juiste gedrag aan het hof en tegenover de koning te tonen. Zo zouden de Noren naar continentaal voorbeeld tot goede hoofse zeden worden opgevoed. Op deze opvoedende functie duidt ook het feit dat de onbeleefde opmerkingen van de slechte ridder Kaai tegenover koningin Guinievre in het Oud-Noordse verhaal zijn afgezwakt, en dus niet meer zo beledigend zijn. Het hebben van een goede naam is in de Oud-Noordse saga's altijd heel belangrijk; het zijn voornamelijk vrouwen die bezorgd zijn om de naam van de familie. Judith Jesch omschrijft de vrouw in Oud-Noordse saga's als ‘the fierce guardian of her family's standing and honour, the voice of conscience that reminds men of their duty’. (Jesch 1991, p. 189) De eer van een personage in de saga's is belangrijk vanwege het oordeel van de omgeving; voor de figuren in de Franse ridderromans was eer echter iets dat voor God nagestreefd moest worden. De Ivens saga volgt dus net als andere saga's nog steeds het meer heidense,Ga naar eind3. en niet het hoofse concept van eer. Alle bovengenoemde zaken worden aan de hand van de personages Luneta en Laudine bijzonder duidelijk. Voor het ideaalbeeld van de vrouw in de Ivens saga kan men echter ook andere figuren bekijken, figuren die slechts op de achtergrond verschijnen. Op een slot zijn het vaak vrouwen die eventuele gasten bedienen. En ook dit bevestigt misschien de hang naar goede zeden: een gast wordt alleen door de hoogst geplaatste vrouw bediend. Net als in de Franse Yvain wordt een ideale vrouw meestentijds als mooi, maar ook vaak als fatsoenlijk beschreven. Daar waar de Franse tekst hierbij ook hun intellectuele vorming vermeldt, daar spreekt de Oud-Noordse tekst liever van fatsoen. In de meeste IJslandse saga's worden symphatieke vrouwenfiguren echter niet alleen mooi, | ||||||||
[pagina 44]
| ||||||||
maar ook verstandig genoemd - het valt daarom des te meer op, dat de Ivens saga dit nooit doet. Misschien kan dat worden verklaard door de vooral opvoedende functie van de riddarasögur: het belangrijkste is fatsoen, al het andere is vanzelfsprekend of komt op een tweede plaats. Een negatieve manier om iets over het ideaalbeeld van de vrouw te zeggen, is haar te bekritiseren als zij anders is of iets op een andere manier doet. Er wordt in de Ivens saga, net als in de Franse Yvain, gezegd dat vrouwen geen wapens zouden moeten dragen - iets wat ook in de Oud-Noordse saga's als perversGa naar eind4. wordt gezien. (Zie ook: Jesch 1991, p. 178 e.v.) De bewerker van de Ivens saga generaliseert bij het bekritiseren opvallend vaak en benadrukt hoe slecht vrouwen in het algemeen zijn, wanneer hij eigenlijk een persoonlijke fout van Laudine heeft ontdekt. De Franse tekst is daarin niet zo overhaast; hier worden de karakters nogal ironisch behandeld en worden zij op die manier bekritiseerd, maar toch niet zo sterk en generaliserend als dat in de Oud-Noordse tekst gebeurt. Opvallend is ook dat, terwijl de Ivens saga vrouwen (d.i. Laudine) vooral koppigheid verwijt, de inheemse Scandinavische literatuur veel méér vrouwelijke fouten vermeldt: vrouwen zijn daar bovendien vaak stom, verraderlijk en wraakzuchtig. | ||||||||
Een nieuwe literatuur met nieuwe stereotypesOver het algemeen blijkt de Ivens saga in haar vrouwbeeld het midden te houden tussen het Oud-Franse origineel en de stijl van inheemse verhalen (zoals bijvoorbeeld de Oud-Noordse saga's). De vrouw in het Oud-Franse voorbeeld staat met haar gevoelens, haar voor de handeling belangrijke activiteit en haar verschillende rollen méér in het middelpunt dan in de meeste Oud-Noordse saga's het geval is. Wat de verhouding tussen meesteres en dienares en tussen man en vrouw betreft, blijkt dat de bewerker zich daar niet bij het Oud-Franse origineel wilde aansluiten, omdat ofwel dat hem niet beviel, ofwel dat hij zich er niet bij kon aansluiten, omdat hij het niet begreep. Vaak zijn op zulke plaatsen karakteristieken van Oud-Noordse saga's terug te vinden. De Duitse professor Edith Marold geeft hiervoor als reden dat de bewerker vanwege verzet op grond van het inheemse waardesysteem wilde uitwijken. (Marold 1982, p. 164) Het is ook opvallend hoe in de latere Oud-Noordse literatuur vrouwen en gevoelens meer in het centrum van de belangstelling staan dan in eerdere saga's (bijvoorbeeld in de Laxdoela saga). Daarbij hebben continentale literaire invloeden zeker een rol gespeeld. (Jesch 1991, p. 198) De hoofse cultuur bracht ook een nieuw soort literatuur met nieuwe vrouwelijke stereotypes (die uiting gaven aan gevoelens, zwakheid en behoefte aan bescherming) naar de bovenlaag van de Scandinavische maatschappij. De vraag of dit de positie van werkelijk bestaande vrouwen in het dagelijkse leven heeft beïnvloed, kan aan de hand van alleen literaire bronnen echter niet worden beantwoord. Katrin Lüthi studeert Vergelijkende Germaanse Filologie aan de Universität Zürich in Zwitserland en werkt aldaar als assistente Scandinavische Taalwetenschap. | ||||||||
Literatuur
|
|