[Nummer 1]
Small town
redactioneel
‘Het puntje van een gaeuwe pen, is 't felste wapen dat ick ken’, dichtte Jacob Cats reeds drie eeuwen geleden. Polemiek is nog steeds een van de meest efficiënte wapens om de strijd aan te gaan met al dan niet literaire vijanden. Door de eeuwen heen is de pennenstrijd welhaast het meest dodelijke en afstraffende middel gebleken om meningen te uiten, het gelijk te behalen of uit te lokken tot discussie. W.F. Hermans, één van de grote na-oorlogse polemisten, rekende eveneens door middel van zijn scherpe pen genadeloos af met zijn tegenstanders. Hermans, de schrijver die altijd gelijk had, begaf zich niet alleen in de literaire pennenstrijd, maar liet ook in het maatschappelijke debat van zich horen. Wie het niet eens was met Hermans' opvattingen over zaken als het onderwijs, de spelling van het Nederlands of de Weinreb-affaire, kon rekenen op een openbare en tevens onverbiddelijke afstraffing. Enkele van de maatschappelijke kwesties waar Hermans zich over heeft uitgelaten, staan centraal in het artikel van Jeroen Kapteijns. Niet de schrijver van literaire romans, maar de felle polemist die overduidelijk stelling nam in het openbare debat wordt in zijn bijdrage nader belicht.
Ook Willem Paap voerde met zijn roman Vincent Haman een strijd met de scherpe punt van zijn pen. Enigszins mislukt als Tachtiger - en daardoor een buitenstaander van de groep - rekent Paap met deze af met de woordkunst van Tachtig. Dat deze roman nog meer interessante kwesties behelst, laat Gaston Franssen in zijn bijdrage zien. Voorts is in dit nummer een beschouwing te vinden over Mary Wollstonecraft, een achttiende eeuwse feministe avant la lettre, die de pen oppakte om de rechten van vrouwen te bepleiten. In het interview is Sjoerd Kuyper aan het woord. Hij beoogt niet met zijn pen de strijd aan te gaan, maar daarentegen streeft hij een zo mooi mogelijke kadans in de geschreven zinnen na om de woorden op te laten dansen.
In de duodecimo's komen duistere zaken als chaotische toneelwerelden en vervreemdende dromen aan de orde, waar in de recensies de geheimen van de poëzie en onontdekte continenten in kaart worden gebracht. Tot slot is het hier op zijn plaats Jan Vorstenbosch te bedanken voor zijn Zeven Zonden. In dit nummer besluit hij zijn reeks columns met de Woede.