Vooys. Jaargang 12
(1993-1994)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 267]
| |
Het Noordhoek-Donkers Syndicaat
| |
JeugdsentimentHet ouderlijk milieu komt in 1965 in de belangstelling te staan. Op initiatief van Wim Noordhoek en andere leden van Olofspoort (waaronder Donkers) wordt de stichting ‘Jeugdsentiment De jaren Vijftig’ opgericht. Doel is het verzamelen van voorwerpen uit de jaren '50 die voor de initiatiefnemers een emotionele waarde hebben. In maart 1967 organiseert de stichting een grote succesvolle tentoonstelling in een oude school in de Jordaan. De door de organisatoren uitgevonden term ‘jeugdsentiment’ wordt een begrip en kan volgens Noordhoek het best worden uitgelegd als een ‘verwerkingsproces’. Naar aanleiding van deze tentoonstelling verschijnt onder andere Het Groot Gedenkboek van de Jaren Vijftig. Een ‘plakboek’ met strips van Kuifje en Eric de Noorman, kauwgomplaatjes, een muzieklijst uit 1952, afbeeldingen uit het tijdschrift De Lach en persoonlijke impressies van de hand van de organisatoren. De voedingsbodem voor dit initiatief blijkt zo vruchtbaar dat er in 1968 zelfs een documentaire op de televisie aan wordt gewijd. Het Brabants Dagblad noemt het programma ‘Een wat trieste flashback van straten, namen, steden en buurten.’Ga naar eind1. Hierna heft de stichting zich op omdat andere activiteiten belangrijker worden voor Noordhoek en Donkers.
Han van der Meer, destijds redacteur bij de Volkskrant, | |
[pagina 268]
| |
Wim Noordhoek
vraagt Donkers, die hij kende van zijn artikelen in Propria Cures, in 1966 platenrecensies en concertbesprekingen voor zijn krant te schrijven. Donkers wordt de eerste serieuze popcriticus in Nederland. In de hieraan voorafgaande periode was men voor artikelen over popmuziek bijna geheel afhankelijk van onzinjournalistiek in teenagerblaadjes als Muziekparade en Muziekexpress. Noordhoek verlegt ondertussen zijn werkterrein naar de VPRO radiostudio waar hij vanaf mei 1967 het programma Help op de vrijdagavond gaat presenteren op beurtelings Hilversum I en II. Help is zowel naar vorm als naar inhoud een grensverleggend programma. Voor het eerst worden er pop-elpees op de radio gedraaid en houdt de disc-jockey Jan Donkers
jockey geen rekening met verkoopcijfers. Er klinken letterlijk nieuwe geluiden uit de radio. Bovendien houdt Noordhoek geen rekening met de etiquette die geldt bij het presenteren van radio; hij brabbelt voor zich uit in plaats van netjes en duidelijk te spreken. Het klinkt alsof Noordhoek zich er niet bewust van is een massamedium te bedienen. | |
RevolutieIn 1967 gaat er een nieuw VPRO-radioprogramma de lucht in met als presentator Wim Noordhoek. Vanaf 1968 krijgt hij bijstand van zijn vriend Jan Donkers. Beide jongens zitten intussen ook in de redactie van het jongerenblad Hitweek. Zodoende | |
[pagina 269]
| |
lijkt het radioprogramma Hee qua formule op het weekblad. Achteraf noemt Donkers Hee een kwajongensachtig programma, ‘Een lange orgie van grappen’. Een van de meest geruchtmakende uitzendingen is de ‘Revolutie-uitzending’ van maart 1969. Door middel van een fake extra nieuwsbulletin proberen Noordhoek en Donkers te suggereren dat op het Amsterdamse Leidseplein de revolutie is uitgebroken. Een overname van de VPRO-studio's door het ‘Jongerenstation Radio Oranje’ wordt in scène gezet. Alhoewel het geheel uitermate doorzichtig en ongeloofwaardig in elkaar zit, breekt er in het land toch paniek uit. Honderden verontruste luisteraars bellen de VPRO en politiekorpsen uit het hele land bieden versterking aan. Ook het buitenland reageert: ‘Telexen vlogen heen en weer. Alleen omdat wij een gefakete nieuwsuitzending hadden gemaakt en daarna volstrekt belachelijke namaakreportages uit Amsterdam met kanonschoten en gejoel en belachelijke teksten uitzonden.’Ga naar eind2. Hee vervult ook een voortrekkerspositie op het gebied van de lokale radio. Vijf jaar voordat Radio Amsterdam als eerste officiële lokale zender de lucht ingaat, wordt er door Hee-medewerkers een tent opgezet in het centrum van Nijmegen van waaruit, als proef, voorbijgangers worden geïnterviewd en lokale actualiteiten de ether in worden gezonden. Hee bestaat tot 1969 waarna het, net als bijna alle andere programma's op VPRO-radio, opgaat in het nieuwe totaalprogramma VPRO-vrijdag.
In de tweede helft van de jaren '60 verovert de popmuziek niet alleen de radio; ook kranten en tijdschriften besteden er steeds meer serieuze aandacht aan. In 1965 nemen Willem de Ridder en Peter J. Muller het initiatief tot de oprichting van Hitweek. In de eerste jaren van haar bestaan staat popmuziek in het middelpunt van de belangstelling bij Hitweek. Het blad houdt zich verre van meer politieke groeperingen als Provo. Donkers, die van 1967 tot begin 1972 deel uitmaakt van de Hitweek-redactie, stelde de a-commerciële instelling van het blad zeer op prijs, omdat daardoor maar weinig taboes bestonden. Noordhoek voegt zich in 1968 bij Hitweek. Er ontstaat echter een steeds groter wordende tweedeling binnen de redactie. Donkers, Noordhoek en andere nieuwe redacteuren behoren tot de zogenaamde studenten/drinkers, terwijl de ‘oude garde’, Willem de Ridder, Koos Zwart en Laurie Langenbach zichzelf rekenen tot de hippies/rokers. De consequentie hiervan is dat het blad langzamerhand een andere formule krijgt en moet gaan schipperen tussen politiek en ‘kosmos’. Als Hitweek in 1969 wordt opgeheven en onder de naam Aloha een vervolg krijgt, wordt het blad steeds meer in dienst gesteld van maatschappelijke veranderingsprocessen. Aloha wordt in 1970 de spreekbuis van de Oranje Vrijstaat; een groep Amsterdamse actievoerders gericht op de totstandkoming van een alternatieve samenleving. De Oranje Vrijstaat propageert een tegencultuur met anti-autoritaire uitgangspunten waarbij machtsverhoudingen en stadspolitiek ter discussie worden gesteld.Ga naar eind3. | |
Heilige huisjesWim Noordhoek moet weinig van het dogmatische van deze groepering hebben maar zet zich tegelijkertijd ook af tegen het zweverige van de hippies. Hij schrijft wel over politiek, maar als hij dat doet is zijn voornaamste doel heilige huisjes ontmaskeren en onrechtvaardigheden aan de kaak stellen. Een berucht voorbeeld is het fake interview met Anne Frank in Aloha, getiteld ‘Anne Frank (40) leeft en komt met nieuw boek’. Hij laat Anne Frank in dit interview de volgende uitspraak doen: ‘Ik heb me gerealiseerd dat het mijn plicht is de zaak van Israël actief te steunen. Ik ben van plan de Nederlandse joden te mobiliseren voor de oorlog tegen het Arabische gevaar. Er moeten trainingskampen komen in Nederland, waar de joodse jeugd militair geschoold kan worden. Ik dacht zo mijn hoofdkwartier te vestigen in het Anne Frankhuis in Amsterdam. De toeristen kunnen rustig blijven komen hoor, maar de opbrengsten gaan [...] voortaan in ons wapenfonds.’Ga naar eind4. Noordhoek wordt na het verschijnen van dit artikel in de Nederlandse pers zwartgemaakt. Het Parool beticht hem zelfs van antisemitisme. In een volgend nummer verantwoordt Noordhoek zich door te verklaren dat hij alleen maar de buitenlandse politiek van Israël aan de kaak wilde stellen. Donkers en Noordhoek schrijven in Aloha echter voornamelijk over dat wat hen het meest aan het hart gaat: popmuziek. De geheel eigen stijl in hun artikelen over muziek is opvallend. Het zijn allesbehalve muziekanalyses. De persoonlijke ervaring staat bij het luisteren naar muziek, maar ook bij het interviewen van popmuzikanten, centraal. Elk artikel is zo een klein avontuur. Een voorbeeld is de manier waarop Noordhoek in Aloha beschrijft hoe hij in de auto naar Hilversum zit met | |
[pagina 270]
| |
naast zich Steve Miller, die die avond een concert heeft gegeven. ‘Het allereerste optreden van de Miller-Band in Europa. Een duidelijk aangeschoten Steve Miller steekt mij een halfvolle fles aquavit toe. Ik neem een slok. Dropwater met 90% alcohol. Ik trek een gezicht en zeg “drink jij dat?”’Ga naar eind5. De tweespalt die al in de Hitweek-periode ontstaan is, leidt er in 1972 toe dat Noordhoek en Donkers bij Aloha vertrekken. De hippies/rokers binnen de redactie hebben de strijd om de formule van het blad gewonnen.
In de zomer van 1969 verovert de popmuziek ook het nieuwe medium televisie. Rik Zaal, Wim Noordhoek en Jan Donkers verzorgen in dat jaar een zestal televisieuitzendingen van popconcerten, onder de naam Piknik. Dit programma draait om opnames van kleinschalige, speciaal voor dat doel georganiseerde openluchtconcerten die op wisselende plaatsen in het land gehouden worden. Noordhoek vertelt op welke problemen men stuitte bij de voorbereiding van de uitzendingen: ‘Vraag één was, hoeveel mensen je kon uitnodigen zonder dat de televisiereportage onmogelijk werd gemaakt en je moest er voor waken dat er niet teveel mensen kwamen; vervolgens moest je je afvragen of het sowieso mogelijk was, wat betreft geluidstechniek en organisatie, popgroepen live op TV te brengen.’ De problemen worden uiteindelijk opgelost door het geheimhouden van de lokaties vanwaar wordt uitgezonden. Bovendien worden de kaarten voor Piknik voornamelijk aan een select publiek aangeboden. Optredende muzikanten zijn beroemdheden als Frank Zappa, Sly Stone, Michael Chapman, Dr. John en de Humblebums. Het programma moet met een minimaal budget en een minimum aan technische faciliteiten gemaakt worden. Gelukkig treden veel artiesten voor weinig, in het geval van Zappa zelfs gratis, op. De formule van Piknik krijgt het jaar daarop geen vervolg. De muziek moet steeds meer wijken voor de politiek in het programma. Tijd voor Noordhoek en Donkers om op te stappen.
Zoals eerder vermeld gaat het radioprogramma Hee in 1969 op in het nieuwe totaalprogramma VPRO-vrijdag, een vijf uur durend nieuws-, actualiteiten-, discussie- en muziekprogramma. De VPRO (destijds nog een C-omroep) offert maar liefst de helft van haar zendtijd op aan dit experiment. De filosofie achter het programma is dat het doorbreken van de afzonderlijke genres voorkomt dat luisteraars eenzijdig geïnformeerd worden. De initiatiefnemers, Peter Flik en Wim Noordhoek, zijn jong en kunnen maar met moeite het VPRO-bestuur overtuigen. Een geluk is dat eind 1968 de ‘dominees’ uit het bestuur zijn verdwenen en dat de VPRO een andere, radicalere koers gaat varen. Na een voorzichtig begin, krijgen de presentatoren Noordhoek en Donkers steeds meer zeggenschap. Ze zetten de invulling van het programma meer en meer naar hun hand. De traditionele commentaarstem vinden ze saai en daarom worden serieuze onderwerpen vaak onderbroken door jingles als ‘Nou, Nou’ en ‘Is dat nou wel zo?’ De presentatie wordt afwisselend met een mannen- en vrouwenstem gebracht, Noordhoek met Kiki Amsberg, Donkers met Henja Schneider en andersom. Verder werken er 25 mensen mee aan de totstandkoming van het programma, zoals Wouter Gortzak, Anton Constandse, Rogier Proper, Jan Lenferink en John Jansen van Galen. | |
Paranoia radioshowVanaf mei 1970 is ‘de Paranoia Radioshow’ een vast onderdeel van VPRO-vrijdag. In dit, door amateurs onder leiding van Noordhoek gemaakte ‘hoorspel’ wordt de subcultuur geparodieerd. Veel hippies hebben hierdoor ongetwijfeld het gevoel gekregen te kakken te worden gezet, maar het is de vraag of er niet tegelijkertijd een moment van herkenning en identificatie is opgetreden, zo treffend is de parodie. En dit is misschien wel het interessantste aan de werkwijze van Noordhoek en Donkers. Ze schoppen tegen alle dogma's en restricties, niet alleen tegen de traditionele, maar ook tegen de moderne, door de subcultuur gegenereerde heilige huisjes. Een subcultuur waar zij zelf deel van uitmaakten. Noordhoek en Donkers hebben echter altijd een bepaalde distantie behouden, zijn nooit meegesleept door radicaal politieke activiteiten of ‘kosmiese verschijnselen’. Het laatste wordt duidelijk geïllustreerd in de serie ‘Grote momenten uit de Moderne wereldgeschiedenis’, waarmee VPRO-vrijdag in 1971 begint. Het betreft een persiflage op de in opkomst zijnde educatieve programma's. De teksten zijn van de hand van Jan Donkers en gelardeerd met fragmenten uit het Historisch Archief van de Nederlandse radio. Een van de items in ‘Grote momenten’ is het communisme. Donkers en Noordhoek maken niet alleen het anti-communisme, maar ook het communisme zelf belachelijk. Dit als steek onder water naar de radicalere collega-pro- | |
[pagina 271]
| |
grammamakers bij de VPRO, die sympathie hadden opgevat voor de Baader-Meinhofgruppe en Ulrike Meinhof hadden geïnterviewd.Ga naar eind6.
Een ander vernieuwend aspect van VPRO-vrijdag is dat er een telefoonlijn beschikbaar wordt gesteld voor reacties van luisteraars. Radiomakers hadden dat nooit eerder aangedurfd, omdat men benauwd was voor reacties van ‘idioten en dergelijke’. VPRO-vrijdag kan in dat opzicht beschouwd worden als de proeftuin van de Nederlandse radio.Ga naar eind7. Donkers beschrijft de komst van het totaalprogramma als ‘de bijna onvermijdelijke uitkristallisatie van het feit dat nieuwe mensen zich naar binnen werken in een omroep, waardoor een nieuwe struktuur ontstaat’. Het is voor Donkers een grote uitdaging om na de spielerei van Hee mee te werken aan een serieus en volwaardig programma. Het bevalt hem dat serieuze commentatoren als Wouter Gortzak en Anton Constandse al snel de symbiose met het speelse element in het programma aangaan: ‘De toen al zeventigjarige Constandse sloot zijn commentaar over het agressieve gedrag van Iesraël tegenover de Palestijnen zonder enige moeite af met een aankondiging van Joe Cocker.’ Commentaar en actualiteiten worden dus afgewisseld met popmuziek en soms met een bezoek van een artiest aan de studio. In Amerika vaak al gerenommeerde artiesten als Randy Newman, Jackson Browne, Ry Cooder, Captain Beefheart, Neil Young en vele anderen krijgen voor het eerst via Noordhoek en Donkers bekendheid op Nederlandse bodem. Zodoende krijgen beide mannen als belangrijke aanvoerroute van nieuw materiaal een sterk opiniërende invloed op het gebied van de underground-muziek. Een van de duidelijkste voorbeelden van de integratie van popmuziek en politiek is de novemberuitzending in 1970 van VPRO-vrijdag, als de Amerikaanse protesten tegen de Vietnamoorlog vijf uur lang centraal staan. Commentaren worden afgewisseld door politieke liedjes van groepen als Country Joe and the Fish. Donkers stelt dat de politiek en serieuze onderwerpen niet werden opgeofferd aan de popmuziek. Dit in reactie op een bewering van Constant Meijers die in een artikel over popmuziek zegt dat bij VPRO-vrijdag de politiek gedegradeerd werd tot een opsiering van de popmuziek en niet andersom.Ga naar eind8. Donkers: ‘Het stond voorop dat er een serieus programma kwam, het moest en zou anti-autoritair zijn, maar wel erg serieus. Noordhoek en ik keken juist neer op de manier waarop er tot dan toe radiojournalistiek bedreven werd in Hilversum. Het werd weliswaar keurig aan elkaar gemonteerd en netjes uitgesproken, maar echt geïnformeerd waren de meeste commentatoren niet.’Ga naar eind9. Begin jaren '70 verschuift de aandacht van het VPRO-vrijdagteam naar bedrijven en bepaalde woonwijken. Men trekt met een karavaan het land in. In de herfst van 1971 start een drie maanden durend project vanuit de Haagse Schilderswijk met als doel de beeldvorming van deze wijk te verbeteren. Jan Donkers moet hier niets van hebben: ‘Hagenaars die een week daarvoor nog buitenlanders hadden gemolesteerd, daar moest VPRO-vrijdag opeens zonodig een verheffend verhaal over maken.’ | |
Joe BlowNa drie jaar VPRO-vrijdag gaan Noordhoek en Donkers daarnaast met een nieuw middagprogramma op de radio de lucht in, de Joe Blow Show. Hoewel veel luisteraars de naam van het programma associëren met het roken van marihuana, staat Joe Blow volgens Noordhoek voor niets anders dan voor: ‘Jan Lul’. Het programma verschilt van de andere programma's omdat er voor het eerst systematisch aandacht wordt besteed aan de wortels van de popmuziek. De rock-'n-roll, maar ook de daaraan voorafgaande blues krijgt ruime aandacht. Bovendien presenteert Joe Blow elke week een elpee top tien, gebaseerd op de persoonlijke voorkeuren van de presentatoren en niet op verkoopcijfers. Het programma mag zich al snel in een grote luisterdichtheid verheugen. In Aloha, maar ook in de polls van tegenvoeter Popfoto, staat Joe Blow regelmatig bovenaan de top tien van de meest beluisterde programma's. In de populaire rubriek ‘Jail Cats Corner’ worden brieven van gedetineerden voorgelezen en verzoekplaatjes gedraaid. Dit onderdeel is compleet nieuw voor de Nederlandse radio, maar wordt, net als de telefoontjes van luisteraars in VPRO-vrijdag, al snel overgenomen door andere omroepen. Wim Noordhoek vertelt over een ontmoeting in 1972 met ex-gedetineerden: ‘Eerst kreeg je dat aftastende, maar binnen drie minuten praatten we over muziek. Dat was de sleutel, de binding. Al die verhalen dat progressieve pop zo elitair is, zijn maar onzin. In alle lagen van de bevolking zitten mensen die van popmuziek houden.’Ga naar eind10. Na anderhalf jaar gaat in september 1972 de laatste Joe Blow Show de ether in. Noordhoek en Donkers zetten hun activiteiten | |
[pagina 272]
| |
voor VPRO-vrijdag onverminderd voort. In het seizoen '72/'73 komt er echter een einde aan de oorspronkelijke opzet, omdat het programma wegens omroepafspraken opgedeeld wordt in een cultureel en politiek blok. Hierdoor wordt het werk overzichtelijker en vermindert de werkdruk, die het werken met zo'n groot aantal mensen met zich meebrengt. Elke presentator krijgt nu zijn eigen uur, waardoor van de totaalprogramma-formule weinig heel blijft.
Noordhoek en Donkers steken in Hitweek/Aloha en in hun verschillende radiocreaties de draak met veel heilige huisjes, die van henzelf incluis. Misschien is het wel dankzij hun enigszins ironiserende en afstandelijke houding dat zij een totaalformule als VPRO-vrijdag mede mogelijk maken. Deze formule waarin popmuziek een bindende functie heeft met betrekking tot een aantal maatschappelijke en culturele fenomenen, functioneert omdat Noordhoek en Donkers zich niet ondubbelzinnig identificeren met een bepaalde stroming. In die zin is de bijdrage van beide mannen aan VPRO-vrijdag te vergelijken met hun bijdrage aan een blad als Hitweek/Aloha, dat tot 1970 ook een soort totaalformule heeft gekend. Zowel in hun radio- als in hun schrijfwerkzaamheden breken ze met bestaande tradities. Uiteindelijk houdt VPRO-vrijdag in 1974 helemaal op te bestaan. De opdeling wordt nu definitief. De popmuziek verhuist naar de maandagavond op Hilversum 3, alwaar Han Reiziger, Rik Zaal, Wim Noordhoek en Jan Donkers ieder een uurtje popmuziek voor hun rekening nemen. De vernieuwingen die door VPRO-vrijdag zijn geïntroduceerd gaan echter niet verloren. Zowel binnen als buiten de VPRO dragen zij bij tot een verdere professionalisering van de radio. Met de introductie van het alledaags taalgebruik, de ‘gewone man’ in het programma, de luisteraarstelefoon en het doorbreken van de traditionele top-down-benadering heeft VPRO-vrijdag ervoor gezorgd dat de radio langzamerhand een meer communicatief medium is geworden. Niet in de laatste plaats heeft het ‘Noordhoek-Donkers Syndicaat’ hierin een grote rol gespeeld. Onno Reichwein studeert geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht en doet de specialisatie cultuurgeschiedenis. |
|