Vijf jaar Breuk
Het tijdschrift Breuk, waarin nieuw proza en nieuwe poëzie verschijnt, bestaat vijf jaar. Het eerste lustrum wordt door de redactie gevierd met een ‘dubbeldik’ nummer (nummer 25, jaargang 5). De highlights van de afgelopen jaargangen zijn in dit nummer opgenomen, waardoor een aardig beeld gegeven wordt van wat het tijdschift de lezer te bieden heeft. Breuk is een onafhankelijk blad dat vier keer per jaar verschijnt. Het heeft geen uitgesproken beginselverklaring of program: het redactionele nieuws, waarin we een dergelijke positiebepalingzouden kunnen verwachten, knipt en plakt de redactie van Breuk bij elkaar uit ándere tijdschriften, chocoladewikkels, chipszakken et cetera.
Het ‘redactioneel’ van Breuk nummer 25 is een kopie van dat van een jubileumnummer van Geldkoers, waarin de woorden ‘tien jaar’ en ‘Geldkoers’ zijn doorgehaald en vervangen door respectievelijk ‘vijf jaar’ en ‘Breuk’. De informatie die deze overgenomen tekst verder bevat (‘er [is] heel wat gebeurd. De redactie [...] bladerdeterug [...] en verbaasde zich over de ontwikkelingen’) kan natuurlijk nauwelijks serieus genomen worden.
In Breuk ligt het accent niet op het redactionele nieuws, de kaft of de uitgever, maar op de verzen en de verhalen, die wél serieus genomen dienen te worden. Hoewel de auteurs voortdurend proberen de lezer op het verkeerde been te zetten (functioneel afwijkende typografie, een pornografische ‘grotezomervakantiekleurplaat’ (‘Zok!’) in nummer 22, een vertaling (!) van de Oersonate van Schwitters, humoristische poëzie en grotesk aandoend proza), hebben zij wel degelijk een literaire pretentie. Breuk is een blad met een eigen signatuur. Het is geen vergaarbak voor werk dat door de redacties van de zwaar gesubsidieerde bladen niet