Edwin Lucas
Manipulatie van de semantiek
Arthur Kooymans artikel ‘Perceptuele manipulatie bij Rutger Kopland’ (VOOYS nummer 4, juni 1984) is zo interessant dat het enkele kanttekeningen verdient.
Voor wie het niet gelezen heeft een korte samenvatting. Kooyman demonstreert aan een gedicht uit Koplands Een lege plek om te blijven (1975) - het gedicht dat in die bundel genummerd is als II - hoe de lezersverwachting (de ‘lezersperceptie’, in Kooymans terminologie) gemanipuleerd kan worden (en wordt) door zinsafbreking aan het regeleinde. Door de afbreking van de zin wordt een verwachting gewekt, die niet blijkt uit te komen. Kooyman onderscheidt ‘syntactisch-perceptuele manipulatie’, ‘semantisch-perceptuele manipulatie’ en een combinatie van beide. Een voorbeeld van de laatste zouden Koplands regels
‘haar gezicht begint te slapen als een vreemde
door een koud vuur beschenen steen’
bieden, waarin, aldus nog steeds Kooyman, de lezer ‘haar gezicht begint te slapen als een vreemde’ eerst interpreteert als een eenheid, om dan in de volgende regel te ontdekken dat ‘vreemde’ een adjectivische functie heeft, en dat ‘als een vreemde’ niet moet worden gelezen als ‘zoals het gezicht van een vreemde’. Kooyman acht deze vorm van manipulatie exemplarisch voor Kopland en voor de moderne poëzie in het algemeen.
De eerste kanttekening nu betreft ‘de lezer’, een figuur die nadrukkelijk in Kooymans artikel aanwezig is. Wie is dat, ‘de lezer’? Het is met hem als met het getal 3: zoals dat alleen maar in drie druiven, drie bloemen, drie gedichten et cetera et cetera te vinden is en zelf niet bestaat, zo bestaat