Vooys. Jaargang 2
(1983-1984)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 23]
| |
Arthur Kooyman
| |
[pagina 24]
| |
In dit gedicht treden op: | |
A. Syntactisch-perceptuele manipulatie:Syntactisch-perceptuele manipulatie treedt op wanneer door het regeleinde een syntactische verwachting wordt gewekt die door het verdere verloop van het gedicht onjuist blijkt te zijn. Dit is het geval in regel 7 tot en met 10: ‘(...) En in dit licht zit zoveel
nacht nu, dat het gras oud wordt en grijs en (...)!
Deze zin wordt afgebroken in een bijzin met een naamwoordelijk gezegde (‘dat het gras oud wordt’), waarna een samengetrokken bijzin volgt (‘en grijs’) en het voegwoord ‘en’ is het laatste woord. De lezersverwachting na het nevenschikkend voegwoord ‘en’ is in dit syntagma een adjectief dat het woord ‘gras’ verder bepaalt; de lezer verwacht nog een adjectief. Deze verwachting nu komt niet uit: wat volgt is een autonome bijzin: ‘(...) haar gezicht begint te slapen als een vreemde
door een koud vuur beschenen steen.’
Door de regelafbreking wordt gemanipuleerd met de syntactische verwachting van de lezer. | |
B. Semantisch-perceptuele manipulatie:Semantisch-perceptuele manipulatie treedt op, wanneer op het regeleinde een dusdanig syntagma staat dat het een eenheid kan vormen, terwijl door de voortgang van de tekst blijkt dat het syntagma niet geëindigd is. Een voorbeeld hiervan is te vinden in de regels 3 tot en met 5: ‘(...) ze kijkt vergeefs
naar sterren, boven en buiten het feest is niets (...)’
| |
[pagina 25]
| |
‘Boven en buiten het feest is niets’ wordt door de lezer allereerst geinterpreteerd als een afgeronde zin. Dit wordt echter door de volgende regel, die tevens de eerste regel is van een volgende strofe, weerlegd: ‘(...) boven en buiten het feest is niets
dan duisternis (...)’
De eerste interpretatie die de lezer heeft verschilt qua betekenis sterk met de latere interpretatie. De syntactische categorie van ‘niets’ blijft in beide gevallen echter gelijk: het is een onbepaald voornaamwoord.Ga naar eind3 Omdat de syntactische categorie gelijk blijft, is deze vorm van manipulatie puur semantisch, en niet zoals in categorie A syntactisch. In deze regels wordt puur gespeeld met de betekenis van het gedicht. Een ander voorbeeld van semantische manipulatie in de bundel zijn de regels 3 en 4 van het gedicht dat als XXII genummerd is: regels 3 en 4 van het gedicht dat als XXII genummerd is: ‘(...) Liefde is het einde
van een zachte dag (...)’
‘Liefde is het einde’ wordt door de lezer allereerst geinterpreteerd als een afgeronde zin. Het blijkt echter zo te zijn dat liefde het einde van een zachte dag is. De syntactische categorie van ‘het einde’ blijft in beide lezingen dezelfde. | |
C. Syntactisch-/semantisch- perceptuele manipulatieGa naar eind4:Perceptuele manipulatie die zowel syntactisch- als semantisch-perceptueel is, treedt ook in dit gedicht op. Een voorbeeld wordt gevormd door de regels 9 en 10: ‘(...) haar gezicht begint te slapen als een vreemde (...)’
| |
[pagina 26]
| |
Door het regeleinde interpreteert de lezer ‘haar gezicht begint te slapen als een vreemde’ als een eenheid op voorhand. In deze eenheid is ‘vreemde’ een gesubstantiveerd adjectief. Uit de volgende regel blijkt echter dat ‘vreemde’ een zuiver adjectivische functie heeft en dat ‘als een vreemde’ niet geinterpreteerd moet worden als ‘zoals het gezicht van een vreemde’. ‘(...) haar gezicht begint te slapen als een vreemde
door een koud vuur beschenen steen (...)’
Pas bij het lezen van het substantief ‘steen’ weet de lezer hoe hij het woord ‘vreemde’ semantisch en syntactisch moet interpreteren. Zo wordt hier zowel de syntactische als de semantische perceptie van de lezer gemanipuleerd. Deze vorm van perceptuele manipulatie komt het meest voor. Een nog sterker voorbeeld hiervan wordt gevormd door de eerste twee regels van het gedicht dat als V is genummerd: ‘Ze hebben hem verlaten, hij is gek
van de plek waar hij aankwam (...)’
Allereerst interpreteert de lezer het woord ‘gek’ in de eerste regel als een autonoom adjectief. Bij het verder lezen blijkt dit adjectief deel uit te maken van een voorzetseluitdrukking (syntactische manipulatie). Het maakt tegelijkertijd bizonder veel uit of men ‘gek’ is of ‘gek van iets’ is (semantische manipulatie).
Deze genoemde voorbeelden zijn exemplarisch voor soortgelijke fenomenen in andere gedichten uit de bundel Een lege plek om te blijven en moderne poëzie in het algemeen. Er wordt met lezersverwachtingen gespeeld. Dit voegt een extra dimensie toe aan de leeservaring. De vorm van het gedicht, de wijze waarop de zin afgebroken wordt, beinvloedt de zienswijze op de inhoud en hierdoor wordt de lezer syntactisch en semantisch verrast. |
|