Vooys. Jaargang 1
(1982-1983)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 8]
| |||||||||
Dimensies in het vertaalprocesWel wordt over vertalingen van literaire werken veel gepraat (deze vertaling is goed, deze vertaling is slecht, volgens sommigen is vertalen onmogelijk, volgens anderen mogelijk, mits...), maar een theorie over het vertalen en meer specifiek het vertaalproces is er niet in tegenstelling tot theoriën over de literaire werken zelf. Aansluitend bij een theorie, model van literaire werken, zal ik trachten het vertaalproces theoretisch te onderbouwen.
M.H. Abrams geeft in zijn boek The mirror and the lamp. Romantic theory and the critical tradition (New York, 1953) een schema van vier dimensies van literaire werken. In het ene werk wordt de ene dimensie meer benadrukt dan in het andere. De vier gegevenheden waaruit de dimensies afgeleid worden zijn de volgende: De vier dimensies zijn:
Afhankelijk van de nadruk op één van de dimensies ontstaat realistische literatuur (nadruk op 4), expressionisme (nadruk op 1) enzovoorts. Voor vertalingen is dit schema niet direct toepasbaar: wel is er sprake van een gegeven werk (de vertaling) en van een publiek, maar de auteur is niet de maker van de vertaling, terwijl de werkelijheid niet de werkelijkheid van de maker van de vertaling is, maar de werkelijkheid waaraan het oorspronkelijk werk refereert. Zo ontstaat uit deze twee gegevenheden één gegevenheid: namelijk de gegevenheid van het oorspronkelijk werk. De afgeleide gegevenheden die in het vertaalpro- | |||||||||
[pagina 9]
| |||||||||
ces een rol spelen zijn de volgende geworden: Uit de gegevenheden ontstaan twee relaties:
En er ontstaan twee dimensies:
Zoals in literaire werken de nadruk wordt gelegd op bepaalde dimensies die Abrams onderscheidt, zo wordt ook in vertalingen de nadruk gelegd op één van deze dimensies: er zijn vertalers die de nadruk leggen op de overeenkomst tussen origineel werk en vertaling en er zijn vertalers die de nadruk leggen op de werking van de vertaling op het publiek.Ga naar eind1) Deze dimensies - hoezeer men ook de ene of de andere benadrukt - spelen in elk vertalen een rol: als een sterk mimetisch vertaler in een Amerikaanse tekst de zin tegenkomt: ‘I'll whip his ass!’ dan kan hij deze zin, ook al zou hij dit willen gezien zijn voorkeur voor mimesis, niet overbrengen in het Nederlands door ‘Ik zal zijn gat zwepen’, daar dit volledig misbegrepen zal worden. Hij zal tol moeten betalen aan de pragmatiek en het moeten vertalen met ‘Ik maak gehakt van hem’Ga naar eind2). Andersom zal de vertaler die sterk de nadruk legt op de pragmatische dimensie, op de reactie van de lezer, altijd bij het oorspronkelijk werk moeten aansluiten, anders maakt hij geen vertaling, maar een oorspronkelijk werk.
Ik heb drie argumenten voor de zin van het onderscheid van een pragmatische en een mimetische dimensie in vertalingen en het vertaalproces: 1. H. van Pinxteren zegt over zijn vertaling van Une saison en enfer van A. Rimbaud het volgende: ‘Ik vertaal om in het Nederlands hetzelfde teweeg te brengen als wat Rimbaud in zijn tijd teweegbrengt’ (interview met H. van Pinxteren in de Volkskrant van 8 december 1979, vierde kolom) Van Pinxteren legt hier de nadruk op de relatie vertaling - publiek, benadrukt de pragmatische dimansie. Als men de middelnederlandse vertaling die borchgravinne van Vergi | |||||||||
[pagina 10]
| |||||||||
vergelijkt met het origineel la chastelaine de VergiGa naar eind3) dan ziet men dat de Nederlandse dichter/vertaler/bewerker een exemplarisch verhaal van een tragische liefdesgeschiedenis omzet in een veel sterker didactisch verhaal over hetzelfde thema. Ook hij benadrukt de pragmatische dimensie. Deze vertaling is volgens het werk zelf uit 1315. Het feit dat men een zelfde pragmatische nadruk kan bespeuren in een vertaling uit 1979 als in een vertaling uit 1315, is een argument voor de stelling dat mimetische dimensie en pragmatische dimensie objectief gegeven zijn in elke vertaling en daarenboven aanwezig zijn als subjectief criterium van vertalen. Mimesis en pragmatiek zijn constanten in de act van het vertalen in de uitkomst van de act van het vertalenGa naar eind4). 2. Spelen deze dimensies een rol in literair vertalen, zij liggen niet alleen ten grondslag aan literair vertalen, maar aan elk vertaalproces. Dus zijn het ook factoren in de cursus grammaticale tekstinterpretatie middelnederlands en zeventiende eeuws Nederlands en wel in deze zin: een oud syntagma wordt zo natuurgetrouw overgezet in een nieuw syntagma (mimesis in syntactische zin), maar wordt veranderd als de moderne lezer het vertaalde syntagma niet meer begrijpt (pragmatiek in syntactische zin). Daarenboven is er in de beoordeling van vertalingen, die uitgaan van een goed-fout polariteit, een onderverdeing te maken in vier categoriën:
3. Spelen deze dimensies een rol bij het literair en grammaticaal vertalen, dan spelen zij ook een rol bij de derivatie van vertalen annoteren. De noties gegeven onder 2 a-d kunnen toegepast worden op het | |||||||||
[pagina 11]
| |||||||||
geannoteerde werk, waarbij de begrippen niet meer gaan over de relatie origineel - vertaling, een objectief gegeven, maar nu gaan over een psychisch proces, een proces in de geest van de moderne lezer.
Ik meen beargumenteerd te hebben dat de onderscheiding pragmatische dimensie en mimetische dimensie zin heeft: mimesis en pragmatiek zijn begrippen die subjectief (voor de vertaler) en objectief (voor de beschouwer van origineel werk en vertaling) meespelen diachroon (in een vertaling uit 1315 en 1979) en synchroon (in de cursus grammaticale tekstinterpretatie middelnederlands en zeventiende eeuws nederlands) oftewel: dat deze twee dimensies constante factoren zijn in het vertaalproces, het annotatieproces en hun produkten.
Dit alles is overigens ook nog anders te zien.
Arthur Kooyman |
|