Weinig boeiend
W.F. Hermans
Geyerstein's dynamiek
De Bezige Bij - f 17,50
De nieuwste novelle van W.F. Hermans, ‘Geyerstein's dynamiek’, is de moeite van het aanschaffen niet waard, behalve wellicht uit boekenliefde. Want mooi is het, dat wel. De 57 bladzijden tellende novelle is in een keurig zwart kaft gebonden, met een aantrekkelijk omslag. Het ziet er keurig verzorgd uit.
Het is overigens de derde novelle in een serie. Vorig jaar verschenen al ‘Homme's hoest’ en ‘Philip's sonatine’, in net zulke deeltjes, en wie die twee boekjes al in zijn kast heeft staan, en boeken ook bezit om naar te kijken en af en toe zuchtend in te bladeren, zoals ik, zal de verleiding om ook deze derde te kopen moeilijk kunnen weerstaan, lijkt me. Voer voor bibliofielen dus, maar wie ook, of vooral, van literatuur houdt, moet een paar boekenplanken verderop wezen.
Wat mankeert er nu aan die novelle? Het zal wel in de eerste plaats komen door de vergelijking met die andere twee boekjes die er zo overduidelijk bijhoren. En bij die werkjes steekt ‘Geyerstein's dynamiek’ pover af.
Het verhaal gaat over een jonge journaliste, wier echtgenoot om het leven kwam toen zijn luchtballon neerstortte. Hij was haar fotograaf, en nu vertrekt zij alleen, met de fotokoffer van haar overleden man, om aanwezig te zijn bij de jaarlijkse ontmoeting van de pers met Geyerstein. Deze oude gerolstoel de schilder heeft een huis waaraan niets recht is, haaks is of in het lood staat. Doordat de vloer eromheen langzaam helt, lijkt zelfs het water in het zwembad scheef te staan. Maar helt die vloer eigenlijk wel? Er zijn mensen die zeggen dat er geen water in dat zwembad zit, maar dat het massief glas is. Dan weet onze journaliste het niet meer, en de weergave van die onzekerheid, - zo typerend voor het werk van Hermans, - is zeker de beste passage uit het boek.
De rest van het verhaal speelt zich af in dat krankzinnige huis van Geyerstein, - een vergelijking met het huis van Tekenis uit ‘Asterix en Cleopatra’ dringt zich op. Zelfs de assymetrische trap ontbreekt niet.
Verder gebeurt er niets, tenminste, ik heb die indruk. Enige tematiek is er niet. Kijk, er is natuurlijk wel iets te melden. De fotokoffer waarmee de journaliste, annex jonge weduwe, rondsjouwt, is een blok aan haar arm, en iedereen in haar omgeving breekt er de nek over, zodra ze het glimmende onding neerzet. Ze kan er trouwens niet mee overweg. Wat W.F. Hermans met deze symboliek bedoelt