Voortgang. Jaargang 30
(2012)– [tijdschrift] Voortgang– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 215]
| |||||||||||||
J.H. Halbertsma, het handschrift van de Lectio publica van Tiberius Hemsterhuis en de Onbekende Student
| |||||||||||||
1. InleidingGa naar voetnoot1De zogeheten Schola Hemsterhusiana was een groep van voornamelijk Nederlandse taalkundigen uit de achttiende en negentiende eeuw. Zij bestond uit studenten en volgelingen van Tiberius Hemsterhuis (1685-1766), hoogleraar Grieks in Franeker en Leiden. Door zijn systematische, stapsgewijze aanpak van vooral de Griekse etymologie heeft Hemsterhuis bijgedragen aan de voortgang van de taalwetenschap. Van diezelfde Hemsterhuis is bekend dat hij weinig gepubliceerd heeft. Wie in de catalogus van de universiteitsbibliotheken zijn naam intypt, vindt voornamelijk tekstuitgaven van Griekse auteurs, zoals bijvoorbeeld de verhalenverteller Lucianus. De taalkundige analogie-leer van Hemsterhuis kennen we beter uit de interpretaties van zijn volgelingen uit de genoemde Schola dan uit de eerste hand. Een glimpje van die oorspronkelijke analogie-leer is op te vangen in een collegereeks van Hemsterhuis zelf, onder de titel Lectio publica de originibus linguae Graecae. Die Lectio werd veel later, in 1845, gepubliceerd door de Friese schrijver en taalkenner Joast Hiddes Halbertsma (1789-1869) in zijn Letterkundige Naoogst, op basis van een oud collegedicaat (Halbertsma 1845a).Ga naar voetnoot2 Die publicatie deed hij vergezeld gaan van een eigen commentaar, gepubliceerd in dezelfde bundel (Halbertsma 1845b). In | |||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||
dat commentaar doet Halbertsma het voorkomen alsof hij het dictaat gekregen had van een stokoude theologiestudent die Hemsterhuis' colleges nog zelf had bijgewoond. In werkelijkheid had Halbertsma in 1828 het handschrift als nummer 1012 op een veiling gekocht uit de nalatenschap van de Franeker hoogleraar Everwinus Wassenbergh (1742-1826),Ga naar voetnoot3 zoals Anthonia Feitsma in 1994 heeft laten zien. Daarmee was ‘de geheimsinnige fraach hoe 't Halbertsma dochs oan dy Lectio kommen is’, opgelost (Feitsma 2012: 83).Ga naar voetnoot4 Op de vraag waarom Joast Halbertsma over de provenance van het handschrift fabuleerde, is Feitsma niet ingegaan. | |||||||||||||
2. Slordigheden in de tekstIedere gymnasiast die de tekstuitgave in de Naoogst bekijkt, ziet onmiddellijk een aantal slordigheden. In die Latijnse tekst worden een paar Griekse vaktermen en citaten afgedrukt, waarbij het accent of de spiritus soms op de verkeerde klinker staan of geheel ontbreken. Ook de Latijnse woorden zien er af en toe vreemd uit: bijvoorbeeld foemina en sumtus in plaats van (klassiek Latijn) femina en sumptus. Zulke onvolkomenheden zou je nog kunnen verklaren als misdrukken en postklassieke spellingswijzen. Maar ook bij een meer nauwkeurige waarneming blijkt er van alles mis te zijn. Er staan duidelijke fouten in. Zo heeft bijvoorbeeld het Griekse werkwoord alaomai ‘zwerven’ helemaal geen verbogen vorm êlêmai (p. 345), maar wel alalêmai. Een paar zinnen ‘lopen’ niet goed. Andere zinnen bieden informatie die niet bij de context aansluit. Waarom zou iets bijvoorbeeld een ‘voortdurende’ (perpetuus) oorzaak van de elegantie van de Griekse taal zijn? Zou hier misschien praecipuus (‘een voorname oorzaak’) bedoeld zijn? Door de uitgave van het collegedictaat heeft Halbertsma weliswaar een waardevolle tekst van Hemsterhuis voor een groter publiek ontsloten, maar hij heeft hem tegelijkertijd aan het zicht onttrokken. De uitgave blijkt namelijk niet alleen de nodige fouten en slordigheden te bevatten, maar op sommige plekken ook wezenlijk af te wijken van het oorspronkelijke handschrift. Latere onderzoekers, zoals R.J. Dam, J.G. Gerretzen, J. Noordegraaf en A.P. de Jong hebben gebruik gemaakt van Halbertsma's tekstuitgave, maar zonder te verwijzen naar het handschrift waar Halbertsma zich naar eigen zeggen op had gebaseerd.Ga naar voetnoot5 (Verderop in dit artikel zal A. Feitsma ter sprake komen.) In 1997 heeft Noordegraaf diezelfde, door Halbertsma bezorgde tekst opnieuw in een facsimile-uitgave uitgebracht, in afwachting van een nieuwe editie met een parallelvertaling in het Engels. | |||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||
Het door Halbertsma geredigeerde en gepublicerde handschrift van de Lectio Publica wordt sinds jaar en dag door de Provinciale Bibliotheek van Friesland (thans: Tresoar) bewaard, zoals het stempel laat zien.
| |||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||
3. Verborgen gebrekenNu er inderdaad concrete plannen zijn voor een geannoteerde diplomatieke uitgave van de Lectio, met een Engelse vertaling,Ga naar voetnoot6 doet zich de noodzaak om het oorspronkelijke handschrift te raadplegen onontkoombaar voor. Immers, bij de voorbereidende werkzaamheden kwamen steeds meer onvolkomenheden in de tekst aan het licht. Zo wordt bijvoorbeeld in de Lectio Publica een fragment van ‘Aristoteles’ indirect aangehaald (p. 360), namelijk via Sextus Empiricus, waarin beweerd wordt dat stadsmensen een andere manier van spreken hebben dan dorpelingen. Dat is op zichzelf geen opzienbarende mededeling, en al helemaal niet uit de mond van de filosoof Aristoteles, die op ongeveer alle denkbare terreinen zijn zegje heeft gedaan. Maar bij eenvoudige citatencontrole blijkt dat niet de filosoof Aristoteles, maar de komedieschrijver Aristophanes bedoeld wordt. Een begrijpelijke vergissing, maar van wie? Toch niet van de grote Hemsterhuis? In een ander geval is er sprake van een bepaalde huidcrème die, volgens Herodotus, in gebruik zou zijn geweest bij Skythische vrouwen. Dat het om een huidcrème gaat wordt in de Lectio publica niet rechtstreeks vermeld, maar de precieze vindplaats (boek 4, caput 75) van het fragment wordt wel aangegeven. Het Griekse woord dat hiervoor gebruikt wordt, kataplastus, wordt ter verduidelijking vertaald als obvolutio (in de Naoogst-uitgave van Halbertsma). Maar obvolutio betekent ‘het inwikkelen’ (van een mummie bijvoorbeeld). Staat dit woord werkelijk in het handschrift of heeft Halbertsma misschien het woord obvelatio (‘bedekking’) verkeerd gelezen? Zo zijn er nog meer voorbeelden te noemen van onopvallende onvolkomenheden in de tekstuitgave van Halbertsma. Op deze manier krijgen we ook een mooie blik in de keuken van Halbertsma als tekstuitgever. Want, hoewel hij zich ongetwijfeld waar mogelijk aan de ‘oorspronkelijke’ (gedicteerde) tekst heeft gehouden, heeft hij wel degelijk hier en daar ingegrepen om taalfouten, anakolouten en stylistische vlekjes weg te werken. In een paar gevallen heeft hij de tekst echt ‘geredigeerd’. Dat zal allemaal duidelijk worden wanneer de geannoteerde tweetalige editie eenmaal gereed is. Halbertsma's mededeling, in zijn commentaar (p. 375), dat hij zich zo letterlijk mogelijk aan de tekst gehouden heeft en zelfs de tautologieën van Hemsterhuis heeft laten staan, zal de lezer dan zelf op waarde kunnen schatten. | |||||||||||||
4. Het dictaat hervondenOp grond van onregelmatigheden zoals hierboven geschetst (Aristoteles en Aristophanes) was zoals gezegd de conclusie onvermijdelijk dat het oorspronkelijke dictaat in de beschouwing betrokken moest worden. Het lag bovendien voor de | |||||||||||||
[pagina 219]
| |||||||||||||
hand dat het handschrift, als het nog bestond, op maar één plaats kon liggen: bij Tresoar, de voormalige Provinciale Bibliotheek (PB) in Leeuwarden. Halbertsma had immers zijn gehele boekenbezit kort voor zijn dood aan die bibliotheek geschonken, zoals een catalogus uit 1881 meldt.Ga naar voetnoot7 Het collegedictaat op basis waarvan Halbertsma de Lectio publica in Naoogst publiceerde, laat zich inderdaad gemakkelijk in de collectie van Tresoar opsporen.Ga naar voetnoot8 Het is overigens niet duidelijk of dat laatste door administratieve omstandigheden in de twintigste eeuw wel altijd het geval is geweest. J.G. Gerretzen (1940: 128v) bijvoorbeeld, die een moment de mogelijkheid van een mystificatie oppert, maar die gedachte overigens weer snel verwerpt, heeft, zo lijkt het, zelf het dictaat niet geraadpleegd, of hij heeft het in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog niet kunnen vinden. Hoe dit ook zij, aan het collationeren van het oorspronkelijke manuscript lijkt tot op heden niemand te zijn toegekomen. De onvermoeibare Halbertsma-kenner Anthonia Feitsma (1928-2009), die de toenmalige PB als haar tweede huis bewoonde en op de hoogte was van de locatie van het handschrift, heeft bij haar leven de problematische kant van de editie-Halbertsma onderkend. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een terloopse opmerking van haar in een email van 3 september 2002 aan Jan Noordegraaf: En dan doemt er nog een vraag op. Komt het handschrift van de Lectio op de PB overeen met de beschrijving die Halbertsma ervan geeft in zijn commentaar? Of is er misschien nog een exemplaar op een andere plaats (in Leiden bijvoorbeeld). Maar de oplossing van die vraag (of vragen) is een opgave van nog wat langere adem. Niet alleen wist Feitsma dus van het bestaan van het handschrift af, ze stelde ook de relevante vraag of dat handschrift werkelijk het ‘origineel’ was dat door Halbertsma in 1845 werd ‘afgeschreven’. Deze vraag kan bevestigend worden beantwoord. In de eerste plaats komt het boekje blijkens een stempel op de eerste pagina en een vermelding uit een oude catalogus van 1881 inderdaad uit de zogenaamde Halbertsma-bibliotheek. Bovendien laat een aantal leesfouten van Halbertsma (van het soort obvolutio-lees-obvelatio) duidelijk zien dat dit specifieke collegedictaat als origineel is gebruikt. Tevens is het volkomen duidelijk dat het boekje, dat wemelt van de feiten en citaten die een grote kennis van de Griekse letteren laten zien, geen vervalsing kan zijn, anders dan het bekende Oera Linda Boek en anders dan de mythe van de stokoude theologiestudent. | |||||||||||||
[pagina 220]
| |||||||||||||
Wat Feitsma's tweede vraag betreft: in andere bibliotheken (met name Leiden) lijken geen vergelijkbare Lectio-dictaten voorhanden te zijn. Maar we moeten voorzichtig zijn met zulke uitspraken. De ontbrekende schakel kan altijd veel dichterbij liggen dan je zou vermoeden. Naar de naam van de Onbekende Student wordt nog gezocht. | |||||||||||||
Bibliografie
| |||||||||||||
[pagina 221]
| |||||||||||||
|
|