Voortgang. Jaargang 21
(2002)– [tijdschrift] Voortgang– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 113]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
NT2 in New Jersey in 1730
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. De situatie in achttiende-eeuws New JerseyOp het eerste gezicht is het merkwaardig dat in New York in 1730 een boekje verscheen om Nederlandstaligen het Engels en Engelstaligen het Nederlands bij te brengen, en nog wel van de hand van iemand uit een klein plaatsje in New Jersey. Wie wilde er toen daar Nederlands leren, en waarom waren daar Nederlanders die Engels wilden leren? In 1609 voer Henry Hudson, in opdracht van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) op zoek naar een kortere vaarroute naar Indië, met zijn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 114]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fig. 1. Somerset County, New Jersey in de achttiende eeuw; ligging in Amerika
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 115]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schip De Halve Maen de rivier op die later zijn naam zou krijgen, links en rechts de oevers als land ‘opeisend’ voor Nederland. Dit luidde een tijdperk van nadrukkelijke Nederlandse aanwezigheid in Amerika in, dat in zekere zin tot op heden voortduurt. Van 1609 tot 1664 zwaaide men vanuit de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, met steun van de Verenigde Oostindische Compagnie en later de West-Indische Compagnie, de scepter over Nieuw-Nederland, dat grofweg de huidige staten Connecticut, New York, New Jersey, Pennsylvania en Delaware omvatte, een gebied vele malen groter dan Nederland. Er werden kerken gebouwd. Deze kerken stichtten vaak scholenGa naar eind1 naar Nederlands modelGa naar eind2. De rechtspraak geschiedde in het Nederlands. In veel opzichten werd het leven van het vaderland gekopieerd. Zonder bloedvergieten namen de Engelsen het gebied in 1664 over, en in de rechtspraak volgde men vanaf toen het Engelse systeem, wat onder andere de invoering van jury's tot gevolg had. De Nederlanders bleven echter, en ook hun taal en cultuur overleefden, en vandaag nog kan men er Nederlandse invloeden vinden. Vele Nederlanders vestigden zich in de loop van de zeventiende en in het begin van de achttiende eeuw in New Jersey, veelal vanuit Manhattan en Long Island (‘'t Lange Eylandt’), eerst naar het noordelijk gelegen gebied rond Bergen, maar later ook naar Hunterdon, Middlesex en Somerset Counties, tussen New Brunswick en PrincetonGa naar eind3. Vermeule schat dat in 1735 90% van de inwoners van Somerset County Nederlands waren en van Middlesex County 25%. Oostelijk New Jersey werd ongeveer voor de helft bevolkt door NederlandersGa naar eind4. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Wie was Francis Harrison?Toen de New York Historical Society in 1958 een exemplaar van De Engelsche en Nederduytsche School-Meester verwierf, schreef Edgar Franklin Romig er een artikel over voor het New York Historical Society Quarterly. Romig moet toegeven dat er over Francis Harrison praktisch niets bekend is, en ‘he must for the present be a stranger to us.’Ga naar eind5 Slechts één referentie kan Romig vinden: op 1 december 1722 is Francis Harrison getuige bij het opmaken van het testament van John Vliet uit Six Mile Run, NJ. Het was zeer gebruikelijk dat onderwijzers zich met officiële documenten bezighielden, aangezien zij zich van de pen konden bedienen. Ondanks een gebrek aan gegevens concludeert Romig dat Francis Harrison een goedmoedig man was, goed bekend met de Engelse en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nederlandse tradities, met de stads- en de landscultuur, en die zich inzette voor betere betrekkingen binnen zijn gemeenschap. Hoewel er weinig over Harrison geschreven is, wordt er steevast vanuitgegaan dat hij Engels en Nederlands sprak. Buccini wijst er nog op dat zijn naam er niet op hoeft te duiden dat hij geen New Jersey Nederlander wasGa naar eind6. Dat er in Somerset County tweetalige lieden rondliepen, staat vast, maar of Harrison er een was valt nog te bezien. Met zijn boekje als enige bron kan in ieder geval niet worden vastgesteld hoe het met zijn talenkennis gesteld was. Het beeld dat te voorschijn komt uit de vindplaatsen waarin aan Francis Harrison gerefereerd wordt (zie Bijlage 1), is enigszins, maar niet veel meer ingekleurd dan de beschrijving van Romig. Francis Harrison is waarschijnlijk in 1693/4 geboren, wellicht als zoon van John Harrison, bekend als de ‘Great Landholder’, en hij was werkzaam als leraar, rechter, douanebeambte, belastinginspecteur, secretaris en commissielid. Er zou sprake kunnen zijn van twee personen met de naam Francis Harrison: één in New Jersey en één in New York. Ik ga er voorlopig vanuit dat het hier om slechts één Francis Harrison gaat, aangezien de afstand tussen Six Mile Run, NJ en New York City, NY slechts 50 km bedraagt, aangezien in het andere geval William Bradford documenten van twee verschillende heren Francis Harrison zou hebben gedrukt zonder op zo'n opmerkelijk toeval gewezen te hebben, en aangezien de tijdstippen waarop Harrison in New Jersey en New York gesignaleerd is, niet uitsluiten dat hij in beide staten gewoond heeft. Waarom is er zo weinig over Harrison te vinden? Enerzijds ontbreken de archieven van de kerk in Six Mile Run van voor 1740, en anderzijds heeft Harrison een prominente rol gespeeld in het verzoek om een nieuwe dominee naar de streek te halen. Dit was ongetwijfeld als motie van wantrouwen tegen dominee Frelinghuysen bedoeld. Hij moet ook De Klagte van eenige Leeden der Nederduytsche Hervormde Kerk, [...] over het gedrag [...] van Do. Theodorus Jacobus Frilinghuysen met syn Kerk-Raaden [...] in 1725 gesteund hebben, hoewel hij niet tot de ondertekenaars behoort, die jarenlang uit de kerk verbannen werdenGa naar eind7. Toen dit conflict woedde, kwam De Engelsche en Nederduytsche School-Meester uit. Wellicht om die reden kreeg Harrisons boek geen aandacht in de officiële organenGa naar eind8. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Analyse van De Engelsche en Nederduytsche School-MeesterOm Harrisons boek op waarde te kunnen schatten, is een systematische analyse nodig van het werk aan de hand van geschikte beoordelingspunten. Ik zal hiervoor de punten gebruiken die Loonen hanteertGa naar eind9, ook omdat zo een | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mogelijkheid tot vergelijking gecreëerd wordt. De volgende beoordelingspunten zullen achtereenvolgens aan bod komen: 1. drukgeschiedenis; 2. doelgroep; 3. inhoud en analyse; 4. bronnen; 5. ideeën over taalverwerving en onderwijsmethode; 6. evaluatie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.1 DrukgeschiedenisVoor zover bekend is het boek slechts eenmaal gedrukt door William Bradford, in 1730 in New York. Bradford, bekend als eerste (Quaker) drukker in Pennsylvania in 1685, in New York in 1693 en in New Jersey in 1723, heeft in zijn bijna 60 jaar in het drukkersvak ongeveer 1100 werken gedrukt, waaronder slechts 10 in het Nederlands.Ga naar eind10 In 1976, waarschijnlijk in het kader van de viering van het 200-jarig bestaan van de Declaration of Independence, is een herdruk van het originele boek verschenen, met een inleiding door Geoffrey Needler, bij AMS Press in New York City. Zelfs de verspreiding van deze herdruk is beperkt, en tot voor kort was er in heel Nederland geen exemplaar van te vindenGa naar eind11. Over de oplage van Harrisons boek is niets bekend. In het algemeen werden er in die tijd enkele honderden exemplaren van boeken gedrukt; indien nodig volgde een herdruk. Van De Engelsche en Nederduytsche School-Meester uit 1730 zijn slechts twee exemplaren bekend: in de New York Historical Society (NYHS), een exemplaar dat in 1958 verworven werd, en een in de Rosenbach Library in Philadelphia, verkregen in 1935. Een vergelijking van beide exemplaren laat geen twijfel bestaan over de vraag of zij van dezelfde oplage afkomstig zijn: de verschillen (een handgeschreven verhandeling over de naamvallen in het exemplaar in de Rosenbach Library, enkele extra bladzijden gebruikt voor de band in het NYHS-exemplaar) hebben niets met een verschil in oplage te maken. Uit het NYHS-exemplaar is een kwart bladzijde weggesneden, waardoor vier regels tekst uit het Aan den leser ontbrekenGa naar eind12. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.2 DoelgroepDe titelpagina (zie figuur 2) geeft de doelgroep aan als ‘de Nederduytsche Inwooners van Nort America’ en ‘de Engelsche’ moeten dan ook begrepen worden als die welke in Noord-Amerika wonen. In zijn ‘Aan den leser’ maakt Harrison duidelijk dat hij de Engelstaligen en Nederlandstaligen, die zo dicht bij elkaar wonen, middels dit boekje elkaar beter wil laten begrijpen. Verwijzingen in het boekje lijken de doelgroep soms te beperken: ‘kinderen’ (14) en ‘Leerling’ (120, 127), wat voor een schoolmeester niet vreemd lijkt, en soms uit te breiden: ‘[...] and that plainly in the Dutch | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tongue. for the better Instructing of the Netherlanders, and the Dutch Inhabitants of this Northern part of America in the English Tongue’ (119). Fig 2 Titelpagina van De Engelsche en Nederduytsche School-Meester
Met ‘Leser’ (90, 92), ‘Reader’ (119), ‘gy’ en ‘Ul.’ (127) lijkt Harrison zich niet tot jonge studenten te richten. De zakenbrieven aan de ene kant, en de theoretische behandeling van (in ieder geval een deel van) de grammatica aan de andere kant, waaronder een aantal verwijzingen naar het Latijn, doen vermoeden dat niet alles bedoeld was voor taalverwerving door kinderen en dat ook zakenlieden niet (uitsluitend) de doelgroep vormden. Voor universitaire studenten, indertijd ver te zoeken in Noord-Amerika, zouden ook slechts delen van het boek geschikt materiaal vormen. Zou het kunnen, zoals Loonen zich dat afvraagt bij Edward Richardson (zie 3.4 hieronder), dat ook De Engelsche en Nederduytsche School-Meester ‘a mixed bag with little bits for each and everyone’ is? De Engelsche en Nederduytsche School-Meester maakt een enigszins rommelige indruk op de lezer. ‘A mixed bag’ zou een betrekkelijk positieve beschrijving zijn van de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wijze waarop Harrison zich van de twee talen bedient in zijn boek. Het feit dat zijn woordenlijst (ingedeeld in één- tot en met zevenlettergrepige woorden), die bijna de helft van het boek beslaat, slechts voor het Engels gegeven wordt, moge ook als bewijs dienen van het onevenwichtig gebruik van het Nederlands en het Engels. De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat Harrisons doelgroep eigenlijk de Nederlandstaligen in Noord-Amerika zijn, die Engels willen leren. Slechts de Engelse grammatica wordt behandeld, en bijna alle voorbeelden worden eerst in het Engels gegeven, waarna de vertaling naar het Nederlands volgt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.3 Inhoud en analyseAan de hand van Harrisons indeling volgt hier een analyse van de inhoud van De Engelsche en Nederduytsche School-Meester. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TitelpaginaDe titelpagina (zie figuur 2) verwoordt het doel van dit boekje, en het bevat tevens een van de twee verwijzingen naar Noord-AmerikaGa naar eind13 in het boek. Interessant is het verschil in de opsomming van taalvaardigheden: het ‘spreeken’ voor de Nederlanders is vervangen door het ‘schryven’ voor de Engelsen, wellicht een verwijzing naar het ontbreken van hulp bij de uitspraak van het Nederlands. De schrijver wordt hier vermeld als ‘School-Meester, in Somerset County, in Nieuw-Jersy, in America’. Het is de vraag of dit voldoende bewijs is dat hij zichzelf als schoolmeester beschouwde. De tekst op de titelpagina kan zeer wel van de drukker en boekverkoper, William BradfordsGa naar eind14 hand zijn (het boek werd gedrukt in ‘Nieuw-Jork’, in 1730, en was te koop bij de drukker). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan den leserDe inleiding, To the reader/Aan den leser (zie figuur 3), beslaat vier bladzijden, en wordt in kolommen, links in het Engels, rechts in het Nederlands, weergegeven. Harrison hoopt de twee talen, Engels en Nederlands, nader tot elkaar te brengen, omdat de natuur (geografisch dicht bij elkaar) en de voorzienigheid (handel en uitwisseling) het noodzakelijk hebben gemaakt dat beide volken elkaars taal begrijpen. Succes heeft Harrison pas als iemand baat bij zijn boek heeft gehad. Mocht er kritiek zijn, dan moet men weten dat dit Harrisons eerste poging tot een dergelijk boek is, en ‘ook en heb ik noyt diergelyke gront regulen tot dien eynde gesien’. Zijn andere werkzaamheden lieten hem niet toe nauwkeuriger te werk te gaan, en bovendien is het gemakkelijker constructiefouten te vinden dan een | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 120]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fig 3. Inleiding van Anglo-Belgica en Den Engelschen Schoolmeester (p. 120) en De Engelsche en Nederduytsche Schoolmeester (p. 121)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gebouw van de grond af op te bouwen. Hoewel hem al lang geleden verzocht is dit werk te schrijven, heeft hij steeds gewacht in de hoop op een geschiktere persoon om het te doen. Hij beveelt het de lezer aan, en tekent, met een gebed dat Gods zegen op de eendracht en vrede tussen het ‘Koninkryk van Groot-Britanien en de vereenigde Provintien’ zal blijven rusten, Francis Harrison, te ‘Rariton, Nieuw-Jersy, Ses Myl RunGa naar eind15, Augustus 1. 1729’. Onduidelijk is hoe deze datum gelezen dient te worden: op bladzijde 88 geeft Harrison aan hoe de ‘Nederlandsche Styl’ van dateren meer dan een jaar verschil oplevert met de ‘Oude of Engelsche Styl’ (zie figuur 5 hieronder). Aangezien hij hier, en ook later in de brieven, de datum in de twee talen gelijk laat, mag men aannemen dat hij met de ‘Engelsche Styl’ gebroken heeft. De datum 1 augustus 1729 ligt ook meer voor de hand dan 1728, voor een boek dat in 1730 verschijnt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Chapter I. Of Letters Simple and CompoundedHet eerste hoofdstuk beslaat 12 bladzijden, onderverdeeld in drie ‘Afdeelingen’: 1. Van 't Getal, Benaminge, ende Onderscheydinge van Enckelde Letteren (N)Ga naar eind16 In een vrij wetenschappelijke beschrijving, waarin ook het Grieks, Hebreeuws, Chaldeeuws, Syrisch, Arabisch en Latijn genoemd worden, laat hij zien dat het Nederlands, net als het Engels, 24 letters in zijn alfabet heeft. Het Engels heeft er, blijkt even later, toch 26, omdat het de I en de U zowel als klinker als als medeklinker kan gebruiken. Verder gaat hij in op de uitspraak van de verschillende klanken. 2. Van de t' samen gevoegde (Compounded) Letteren, dat is van twee-Klinkers en drie-Klinkers (N) Tweeklanken moeten onderverdeeld worden in ‘rechte Diphthongen’, waarvan er slechts weinig zijn, en ‘oneygentlyke Diphtangen [sic!]’, waarbij de tweede klinker geen ‘geluyt’ heeft, zoals aa. De juiste kennis en het gebruik van de twee- en drieklanken is belangrijk, wat verklaart waarom er lang bij stilgestaan is. 3. Van de dobbelde Letteren, voornamentlyk samen-gevoegde Consonanten (N) De uitspraak van verschillende combinaties van medeklinkers wordt behandeld. Lijsten van Engelse woorden beginnend met of eindigend in th worden gegeven, met hun vertaling naar het Nederlands. Ook de uitspraak van woorden beginnend met wh wordt met een lijst woorden duidelijk gemaakt. Een aardig voorbeeld is ‘wherry’, dat in het Nederlands ‘vaerschuytjen’ betekent. Het woord komt echter in zijn woordenlijst later niet voor. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 123]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Chap II. Van de SyllabenDit hoofdstuk vormt bijna de helft van het gehele boek, en is ook in drie ‘Afdeelingen’ onderverdeeld. 1. Van de beduydinge der Syllaben Dit onderdeel is slechts een alinea lang (N), en geeft de etymologie van het woord ‘syllabe’ (‘afkomstig van een t' samen gevoegd Grieks woort’), en de definitie: de verzameling van alle klanken die in één adem uitgesproken worden, wat een geheel woord of een gedeelte daarvan kan zijn. 2. Van de partitie ofte verdeelingen van Syllaben in een Woort Deze afdeling beslaat iets meer dan één bladzij (N, met een alinea in het Engels), en gaat uitvoerig in op de vraag hoe woorden in lettergrepen verdeeld moeten worden. Harrison geeft aan dat er schrijvers en drukkers zijn die fouten maken bij de afbreking van woorden. 3. Particulier Exampelen van de Spellinge der Syllaben Het laatste deel van dit hoofdstuk bestrijkt 69 bladzijden (K, E-N). ‘Tot gerief van de Kinderen’ worden ‘eenige Exempelen’ gegeven, een slordige 4800 zal blijken! De eerste 22 bladzijden geven een alfabetisch gerangschikte lijst van Engelse woorden van één lettergreep (‘Words of One Syllable’), met hun Nederlandse vertaling. ‘Two Syllables’ vergen 25 bladzijden, ‘Three’ 14, ‘Four’ iets meer dan 4, ‘Five’ 2 ½ en ‘Six and Seven’ 1. Zonder overgang of hoofdstukaanduiding volgen nu enkele stukken over diverse onderwerpen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 124]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
An Abstract of English Grammar / Een kort Begryp van de Engelsche Grammatica, om perfect de Engelsche Taal te Leeren.Na een korte inleiding (E) wordt in drie bladzijden ‘Sect. I. Of the Number, Denomination, and Difference of simple Letters’ (N) behandeld. Hier is waarschijnlijk bedoeld ‘Part I’, aangezien vanaf bladzijde 120 ‘The Second Part of the Grammar’ aan de beurt is. Deze tekst in het Nederlands volgt de eerste bladzijden van het boek, in het Engels, op de voet. In ‘The Second Part of the Grammar’ wordt, onder ‘Etymology, ofte Oorspronk der Woorden’ (E-N), in ‘Capittel I. Van de Afkomste der Engelsche Woorden’ (twee bladzijden, delen 1 en 2 N, deel 3 E) beweerd dat éénlettergrepige woorden meestal Teutonisch zijn, dat ‘de Hoogduytsche Taal sonder twyfel ouder is als de Latynsche[...]’, en dat meerlettergrepige Engelse woorden uit het Latijn afkomstig zijn, vaak via het Frans. Na de (tweetalige) voorbeelden gaat Harrison in het Engels over, en onderaan de tweede bladzijde keert hij naar het Nederlands terug. In ‘Capit. II. Van het Onderschyt der Woorden, ofte Deelen des Spraaks’ (3 bladzijden, N) beperkt Harrison zich tot een van de acht woordsoorten, namelijk de zelfstandige naamwoorden. Het Engels kent slechts twee vormen voor de zelfstandige naamwoorden: enkelvoud en meervoud. In het Latijn en Grieks komen er meer dan vijftig voor. ‘Derhalven kan men de Engelsche Taal in soo veel te korter tyt, en met meerder gemak leeren, om dat in de buyginge haarer Woorden, de uytgangen der selve minder veranderingen hebben als de andere Europaische Taalen’. ‘Capit. III’ (zonder titel) (10 bladzijden, eerste 5 N, vervolgens één N, E en N, dan E-N, dan weer alleen N) vervolgt de behandeling van de zelfstandige naamwoorden, en wel over de vorming van het meervoud, over de vergrotende en overtreffende trap, en over de naamvallen. Verder komen achtereenvolgens het voornaamwoord en het werkwoord aan bod. Aan het werkwoord worden vier bladzijden besteed, verdeeld over drie afdelingen: 1. Van de Geslachten der Persooneelike Werk-woorden: hier wordt onderscheid gemaakt tussen Werkende Werk-woorden (uit de voorbeelden blijkt dat Harrison de overgankelijke werkwoorden bedoelt), Leydende Werkwoorden (werkwoorden in de lijdende vorm) en Onsydige Werk-woorden (onovergankelijke werkwoorden)Ga naar eind17. 2. Van de Moods ofte Wysen der Vervoegingen (Toonende, Gebiedende, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 125]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onbepaalde, Vermogende, Aanvoegende en Wenschende Wyse), en 3. Van de Tenses ofte Tyden, waardoor een Verbum uytgesproken Wort. Het Engels kent vijf tijden, te weten de Tegenwordige (ott), onvolkomen (ovt), volkomen (vtt) voorleden (vvt) en Toekomende Tyt (ottt). In ‘Capit. IV. Of Participles / Van de Deel-woorden’ (8 bladzijden: eerste 2 E-N, dan E, dan weer E-N, tenslotte E) worden het deelwoord, maar ook het bijwoord (22 verscheyden Beteekenissen!), het voegwoord, het voorzetsel en de tussenwerping besproken. De in ‘Capit. II’ genoemde ‘Acht Deelen des Spraaks, ofte verschydentheden van Woorden’, achtereenvolgens Naam-Woort (zelfstandig naamwoorden), Voor-naam (voornaamwoorden), Werk-woort (werkwoorden), Deel-woort (deelwoorden), Hulp-woort (bijwoorden), 't Samen voeginge (voegwoorden), Voorsettinge (voorzetsels) en Tusschen werpinge (tussenwerpsels) worden dus verdeeld over de laatstgenoemde drie hoofdstukken uitgelegd. Het boek eindigt met twee bladzijden met Nederlandse en Engelse namen, ‘A Table of Names, Dutch and English.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.4 Harrisons bronnenDat Harrison, in tegenstelling tot de bewering in zijn Aan den leser dat hij ‘noyt diergelyke gront regulen’ gezien heeft, uit eerdere bronnen geput heeft, staat vast. Figuur 4 laat zien waar Harrison welke bronnen heeft aangesproken voor zijn werk. Dat Harrison deze bronnen zo uitgebreid gebruikte, is belangrijk om te weten. Dit zeg ik niet om Harrison postuum te veroordelen wegens plagiaat of blindelings kopiëren, want dat was voor 1800 een veel gevolgde praktijk: bij Loonen lezen wij over het ontlenen, wat zich niet beperkte tot de teksten en het oefenmateriaal, want zelfs de inleiding werd weleens overgenomenGa naar eind18. Het belang van deze analyse en vermelding van zijn bronnen schuilt in de vraag in hoeverre wij conclusies kunnen en mogen verbinden aan bijvoorbeeld het taalgebruik in Harrisons boek.
Anoniem. 1646. The English Schole-Master[...] Den Engelschen School-Meester[...]. Amsterdam: geen drukker [de tweede druk (1658) vermeldt Joannes J. Bouman als drukker]. Dit werk uit 1646, met een derde druk in 1663, zou in ieder geval Harrison het idee voor zijn titel gegeven kunnen hebben. Afgaande op de inhoud van dit anoniem verschenen werkje zou ‘Nederduytsch’ ook niet misstaan hebben in de titel. Het staat te boek als het eerste volledigeGa naar eind19 tweetalige tekstboek dat voor Nederlandstaligen in het Nederlandstalige gebied ontwikkeld is. De schrijver heeft er duidelijk voor gekozen een beknopt tekstboek te maken: uitspraak, woordsoorten (beide onder ‘etymologie’) en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 126]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zinsleer komen hierin in slechts 39 bladzijden aan bod (ter vergelijking: Richardsons Anglo-Belgica (zie hieronder) besteedt hieraan 345 bladzijden). Het oefenmateriaal bestaat uit religieuze teksten, stichtelijke gezegdes, dialogen en brieven, volgens Loonen waarschijnlijk alle overgenomen van andere bronnen.Ga naar eind20 Loonen toont aan dat Richardson voor zijn Anglo-Belgica veel tekst uit dit werk ‘geleend’ heeft, vaak aangepast, maar soms ook zonder wijzigingen. Toch moet Harrison zelf ook Den Engelschen Schoolmeester onder ogen gehad hebben, aangezien hij tweederde van de inleiding letterlijk heeft overgenomen (zie figuur 4 hieronder). Ook enkele van de religieuze teksten staan letterlijk zo in Den Engelschen Schoolmeester, maar bewijs dat hij ze hieruit overgenomen heeft is moeilijk te geven, aangezien hier waarschijnlijk wel op meer manieren aan te komen was in New Jersey / New YorkGa naar eind21.
Helderen, J.G. van. 1675. A New and Easy English Grammar, Containing Brief Fundamental Rules, Usual Phrases, Pleasant and Choise Dialogues [...]. Amsterdam: Weduwe Mercy Bruining Van Helderens grammatica is gebaseerd op Paul Festeaus Nouvelle Grammaire Angloise uit 1672Ga naar eind22. De grammatica, waarin spelling, uitspraak en homofonen behandeld worden en die een zeer uitgebreid ‘Woordboek’ met een indeling in woorden van één tot en met zes lettergrepen bevat, is korter dan Richardsons grammatica, maar uitgebreider dan Den Engelschen Schoolmeester. Ook heeft Van Helderen veel dialogen en zinnen, en een afdeling over maten en gewichten. Ook Van Helderens werk uit 1675, met dezelfde drukker, Steven Swart, als Anglo-Belgica, werd door Richardson gebruikt, maar weer blijkt dat Harrison Van Helderens werk ook zelf bestudeerd heeft: Van Helderen kondigt de lijst woorden van een tot en met zes lettergrepen aan, in het Nederlands - Richardson niet. Harrison kondigt zijn verzameling van een tot zes lettergrepen aan, in het Engels, maar hij blijkt ook, onaangekondigd, zevenlettergrepige woorden toegevoegd te hebben.
Hexham, H. 1675/78 (1672; 1647/8). A Copious English and Netherdutch Dictionary, comprehending the English language with the Low-Dutch Explanation. Dictionarium, ofte woordenboeck, begrijpende den schat der Nederlandtsche tale, met de Engelsche uytlegginge. Rotterdam: Widdow [sic!] of Arnold Leers Hexham noemt zijn werk een woordenboek, maar het bevat een Nederlandse en Engelse grammatica, waarin uitspraak, woordsoorten, maar ook maten en gewichten aan bod komen. Richardson heeft Hexhams boek gebruikt als basis voor zijn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 127]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
grammaticaGa naar eind23. Dat Harrison Hexhams werk onder ogen gehad heeft, lijkt wel vast te staan: op bladzijde 121 verwijst hij naar een bewering van Arnout Leers, en hij citeert zeven regels tekst, waarin een aantal voorbeelden. Het gaat hier echter om een citaat uit het werk van Henry HexhamGa naar eind24. Abusievelijk heeft Harrison aangenomen dat ‘bij Arnout Leers’ onder aan het titelblad de auteur aangaf. Arnout Leers was echter de drukker van dit werk van HexhamGa naar eind25. Dit is overigens de enige verwijzing in zijn boekje naar enige bron, en het spreekt zijn bewering in de inleiding dat hij ‘noyt diergelyke gront regulen tot dien eynde gesien’ heeft, tegen.
Richardson, E. 1677. Anglo-Belgica. The English and Netherdutch Academy, Anglo-Belgica. d'Engelsche en Nederduytsche Academy. Amsterdam: Steven Swart Anglo-Belgica is een zeer gedetailleerd tekstboek van 570 bladzijden, het enige van voor 1800 dat gebaseerd is op academisch materiaal (bijvoorbeeld Wallis' Grammatica Linguae Anglicanae uit 1653 en John Wilkins' An Essay towards a real Character and a Philosophical Language uit 1668), en Loonen 1991 ziet het als misschien het enige in het Nederlandse taalgebied waarin gepoogd wordt taalkundige ideeën in een leerboek voor Engels te integreren. Als structuur voor zijn Guid [sic!] to the Low-Dutch Language en De Wegh-wijser tot d'Engelsche Taal heeft Richardson gekozen voor orthografie/orthologie, etymologie en zinsleer. In de ‘orthografie’ voor het Engels komen uitspraak, spelling, het verband tussen enkele Engelse en Nederlandse woorden, enkele Engelse dialecten, en een lijst Engelse homofonen aan bod. In de ‘etymologie’, ‘ofte Oorpronck der Woorden’, worden de afleiding van woorden en de woordsoorten behandeld, met een zeer uitgebreide analyse van de werkwoorden. De ‘zinsleer’ beslaat slechts drie bladzijden, ‘om dat de meeste regelen hier van bekent zijn door de Latijnsche Grammatica, en om dat dikwils de selfde manier van spreecken by de Duytsche gebruykt worden als by de Engelsche’. Hierin behandelt Richardson in acht ‘bondige Aanmerckingen’ enkele verschillen tussen het Nederlands en het Engels. Een oefening dient om deze verschillen verder te verduidelijken. Verreweg de meeste tekst heeft Harrison uit de Anglo-Belgica (zie figuur 4). Het is daarom interessanter te bezien wat Harrison niet heeft overgenomen, en de redenen daarvoor te vinden In Harrisons Aan den leser staan twee alinea's van Richardson. Wat Harrison niet uit Richardsons inleiding heeft overgenomen gaat over het ideaal van één zuivere taal, wat volgens Richardson onbereikbaar is zolang God niet koning over de hele wereld is. Ook ziet Richardson in reeds honderd jaar oude ‘Prophetische Rijmen’ dat het Nederlands waarschijnlijk | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 128]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nog in achting zal stijgen. Harrison zal dit laatste niet als ideaal voor New Jersey gehouden hebben. Verwijzingen naar Vossius, Wallis en ‘de gene die onlanghs t'samen gestelt heeft d'Engelsche en Nederduytsche Onderrichter’Ga naar eind26 laat Harrison ook achterwege. Gezien de titel van dit boek, en in het algemeen het feit dat Harrison in zijn Aan den leser beweert geen voorgangers te hebben, kon hij deze passage niet gebruiken. Richardson eindigt zijn inleiding met de mededeling dat hij zoveel fouten in andere werken is tegengekomen, ‘in sommige [...] drie duysent/ in andere meer’, wat om de eerder genoemde reden in De Engelsche en Nederduytsche School-Meester niet paste. Ook de uitleg van het woord ‘Academy’ op Richardsons titelpagina moest Harrison uiteraard weglaten. Op enkele bladzijden na, die echter niet specifiek Nederlandse informatie bevatten, heeft Harrison Richardsons The Guid to the Low-Dutch Language ook niet overgenomen. Naar de reden kunnen wij slechts gissen: het feit dat hij Spreeken voor de Nederlandstaligen vervangen heeft door Schryven voor de Engelstaligen kan geen verklaring zijn. De wegh-wijser tot d'Engelsche Taal vormt de basis voor Harrisons Een kort Begryp van de Engelsche Grammatica, maar ook hier gebruikt hij veel minder tekst dan Richardson. Het grootste verschil komt aan het licht bij de werkwoorden: 35 bladzijden in de Anglo-Belgica tegenover vier in De Engelsche en Nederduytsche School-Meester. Een mogelijk gevolg van alle weglatingen is dat Harrisons boek qua structuur rommelig overkomt: in tegenstelling tot Richardson valt zijn behandeling van de woordsoorten niet binnen één hoofdstuk, en soms verwijst hij naar zaken die juist niet of elders in zijn tekst voorkomen.
Sewel, W. 1727 [1691]. A Large Dictionary English and Dutch [...] a Grammar for both Languages//Groot Woordenboek der Engelsche en Nederduytsche Taalen [...] Nevens eene Spraakkonst derzelve. Amsterdam: Evert Visscher. [Derde druk] Loonen en vooral Smith tonen aan dat Sewel uitgebreid bij Richardson te rade is gegaan voor zijn grammatica. Het succes van Sewel verleidt Smith ertoe te zeggen dat ‘[Willem Sewels Nederlandse grammatica voor het Engels] was evidently little challenged from abroad by the single printing of Francis Harrison's The English and Low-Dutch Schoolmaster[...]’, maar de vraag of Sewels boek bij Harrison bekend was dient ook gesteld te worden. Het antwoord luidt bevestigend: alle namen op de laatste twee bladzijden in Harrisons boek, A Table of Names, Dutch and English, komen ook zo bij Sewel voor, inclusief de troetelnamenGa naar eind27.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 129]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 130]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fig. 4. Harrisons bronnen
Richardsons Van den Stijl des Jaars Harrisons Van de Styl van 't Jaar
Fig. 5. Richardsons Van den Stijl des Jaars en Harrisons Van de Styl van 't Jaar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 131]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Figuur 5 toont de grote overeenkomsten tussen de behandeling van de datering bij Richardson en Harrison (in het voorbeeld zijn alleen de jaartallen aangepast). In tegenstelling tot Richardson past Harrison deze verschillen tussen de oude en nieuwe stijl niet toe in zijn voorbeeldbrieven. Hoewel de Gregoriaanse kalender in Groot-Brittannië pas in 1752 werd ingevoerd, is hier het verschil tussen de datering in de Nieuwe Wereld en die in Europa (Juliaanse kalender) van veel meer belang.
In figuur 6 is niet alleen duidelijk te zien dat Harrison Een Brief van een Koopman tot den andere kende uit Richardsons Anglo-Belgica, maar ook dat hij de brief zodanig aanpaste dat het een korte brief zonder bijlage werd. Zou de bijlage te moeilijk voor zijn doelgroep zijn geweest? Waren de producten en prijzen die in de bijlage genoemd worden, niet relevant voor de Noord-Amerikaanse lezers? Wij kunnen hiernaar slechts raden. Deze voorbeeldbrief is de laatste bij Harrison, en zij is niet gedateerd. Dit zou erop kunnen wijzen dat zij slechts als bladvulling diende. Harrisons Een Brief van een Koopman tot den andere
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 132]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Richardsons Aan Mijn Heer Joan Brames te Hamburgh
Fig. 6. Richardsons en Harrisons Een Brief van een Koopman tot den andere | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.5 Ideeën over taalverwerving en onderwijsmethodeHarrison laat zich niet duidelijk uit over leren en onderwijzen. Hij hoopt dat de lezer, wat een passievere rol suggereert dan bijvoorbeeld ‘student’, al lezend kennis vergaart en daarmee alle woordsoorten zal begrijpen (blz. 119). Daarbij meent hij dat onderricht in het Nederlands de Nederlandstaligen ten goede zal komen. Vaardigheden noemt Harrison na de titelpagina niet meer. Een enkele keer legt hij zijn keuze van materiaal uit: ‘Tot verdere Exempelen van 't recht gebruyk der Syllaben en Woorden’, [...] (blz.90); ‘tot gerief van de Kinderen’, [...] (blz.14). Het overige oefenmateriaal wordt zonder verder commentaar afgedrukt. Wellicht dat hierin de docent een rol diende te vervullen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.6 EvaluatieEr ontbreken te veel gegevens om tot een zinvolle en bevredigende conclusie te komen over de invloed en het belang van De Engelsche en Nederduytsche School-Meester voor Noord-Amerika in de achttiende eeuw. Het feit dat er in 1730 een tweetalig boekje als dat van Harrison uitkwam, wijst erop dat er behoefte aan een dergelijk werk gevoeld werd. De beweringen die de afgelopen decennia gedaan zijn over de rol van Harrisons boek dienen in ieder geval afgezwakt te worden. In 1959 neemt Romig aan dat dominee Frelinghuysen Harrisons boekje heeft toegejuichtGa naar eind38. De schaarse gegevens die nu over Harrison bekend zijn, duiden erop dat zij in ieder geval geen vrienden van elkaar waren. Zeker is dat Romig de Brief van een Broeder tot den andere (100-103) niet tussen New Jersey en New York mag situeren, en dat deze brief dus geen inzicht verschaft in het leven in deze twee koloniën. Natuurlijk heeft Romig gelijk als hij constateert dat het Engels van Harrison wat ouderwets aandoet: het is voor een groot deel zeker 60 jaar ouder dan de verschijningsdatum van De Engelsche en Nederduytsche School-Meester doet vermoeden. Edelman heeft gelijk als hij stelt dat het boekje ‘the only text book of its kind’ isGa naar eind39, maar gezien de hoeveelheid ‘geleende’ tekst, die dicht bij honderd procent ligt, blijkt nu dat het nauwelijks een afspiegeling van de sociale, culturele en taalkundige omgeving van de Nederlanders in het Amerika van de achttiende eeuw genoemd mag worden. Ook het taalveranderingsproces kan hier niet aan afgemeten worden. In zijn inleiding tot de herdruk van De Engelsche en Nederduytsche School-Meester in 1976 besteedt Needler weinig aandacht aan de inhoud. Hij laat zich leiden door het zeventien jaar eerder verschenen artikel van Romig, en breidt de bewering over Frelinghuysens waarschijnlijke goedkeuring uit tot ‘many who would have applauded Harrison's effort to foster mutual | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
acquaintance by Englishman and Dutchman of each other's language’.Ga naar eind40 Hij beschouwt De Engelsche en Nederduytsche School-Meester als een ‘modern’ boek, met de compendia die in de achttiende eeuw opnieuw populair geworden waren. De indeling van de woordenlijst in één- tot en met zevenlettergrepige woorden ziet Needler als een voorloper van Noah Websters spelboekje. Uiteraard kan De Engelsche en Nederduytsche School-Meester niet langer als een ‘modern’ boek in 1730 beschouwd worden, en als voorloper van Noah Webster kende Harrison zelf reeds voorlopers. Als een van de weinigen is Buccini op de inhoud van De Engelsche en Nederduytsche School-Meester ingegaan. Dat Harrison de uitspraak van time en fire als overeenkomend met het Nederlandse <tijm> en <fijr> ziet, is voor Buccini bewijs dat ij in Nieuw Nederland als een sterk gedissimileerde tweeklank werd uitgesprokenGa naar eind41. Buccini had kunnen en moeten weten dat het gebruikelijk was in grammatica's voor 1800 dat men bij elkaar leende. In het licht van het feit dat Harrison deze passage en zo vele andere letterlijk overgenomen heeft van Richardson kan Buccini's bewering niet gehandhaafd blijven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 ConclusieDe Engelsche en Nederduytsche School-Meester is van onschatbare waarde als document: het is het enige Engels-Nederlandse lesboek dat voor 1800 in Noord-Amerika gedrukt is. Veel over de rol die het in zijn tijd gespeeld heeft (oplage, verspreiding, gebruik) is vooralsnog moeilijk te achterhalen. Wel is gebleken dat Harrison voor zijn materiaal in belangrijke mate te rade is gegaan bij zeventiende-eeuwse voorgangers uit Europa (Groot-Brittannië, maar met name De Verenigde Provinciën), waardoor conclusies over het taalgebruik in zijn boek met grote voorzichtigheid gedaan moeten worden. Het is niet juist te beweren dat de regels der uitspraak in De Engelsche en Nederduytsche School-Meester een afspiegeling zijn van de in de achttiende eeuw in New Jersey gangbare uitspraak van het Nederlands. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 1Vindplaatsen Francis Harrison
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 135]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuur
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|