(Aldus spreekt hij tot de koning: ‘Aangezien mij een knapzak ontbreekt, maak dat er mij een gemaakt wordt uit Bruuns huid,’ zegt hij, ‘ter lengte en ter breedte van een voet.’)
We zien dat het woord velspot alleen in A. en F. voorkomt; in A. met een lidwoord, in F. zonder lidwoord. Het ontbreken van het lidwoord in F. is vreemd, aangezien we niet te maken hebben met een eigennaam, stofnaam of abstractum. B. en P. (P. waarschijnlijk in navolging van een legger van type B.) kennen het woord niet. B. schrijft een vel (van brunen rug) en P. heeft het over van sinen velle.
Gezien het feit dat zowel A. als F. het woord velspot kent, mogen we aannemen dat dit woord reeds in een oudere redaktie aanwezig was. A., een kopiist die tamelijk kritiekloos zijn legger kopieerde (zie: F. Lulofs Nu gaet reynaerde al huten spele, A'dam 1974) neemt het woord met het lidwoord over. F. echter laat het lidwoord weg. Toeval? Kende hij het woord niet? We weten het niet.
B. of een voorganger van B. heeft dit woord niet overgenomen (niet gekend?) of (ook een mogelijkheid) is niet op het idee gekomen hier dit woord te gebruiken. Hij geeft op deze plaats een vel, een gebruikelijk woord voor ‘een stuk vel’ dat b.v. bestemd was om als kledingstuk (in dit geval: tas) te dienen. Kende P., die erop bedacht was een kritische (= begrijpelijke) uitgave van het type B. te bezorgen (zie Lulofs), dit gebruik van het woord vel niet meer?
L. - en dit is m.i. belangrijk - spreekt niet over ‘een stuk vel’, maar heeft het meteen over een knapzak/reistas, die uit Bruuns huid gemaakt moet worden.
Het lijkt me heel goed mogelijk dat er in een vroegere versie van de Reinaert niet velspot heeft gestaan, maar velspoc. Het woord pok/poke betekent ‘zak’ en is een bekend Vlaams woord in het mnl. en ook nu nog. Het WNT vermeldt onder ‘pook II’ deze betekenis (Gezelle: eene pook meel). Hoewel we in de voorbeelden steeds de lange klinker tegenkomen, moet ook de schrijfwijze met een korte klinker bekend zijn geweest, getuige Kiliaens pocksack en de nnl. samenstelling pokzak (zie WNT). In mnl. (Vlaamse) teksten komen we het woord geregeld tegen (als maataanduiding voor wol b.v.). Enkele voorbeelden:
- | Die (wolle) vercoopt men bi sacken, bi scarpelieren, bi poken, bi waghen, bi naglen unde bi ponden. (MNW - scarpeliere) |
- | Van VII sacke wullen ende ene poke (MNW - poke) |
- | Van zesse zacke wollen ende ene poke (MNW - poke). |
Misschien is de pok/poke van kleiner formaat geweest dan de sac. Het woord pok/poke (‘zak’) is verwant met het mhd. phoch(-snider) = buidel(-snijder), het oudnoors poki en het middeleng. poke die beide ‘zak’ betekenen, het nieuweng. pouch dat o.m. ‘zak’ (tabakszak), ‘tas’ (patroontas), ‘buidel’ en ‘beurs’ betekent. Het oudfrans kent het woord als poche.