daar wilde hij de ring verstoppen, totdat het kaatsspel was afgelopen.
In de kerk liep de student tot voor het altaar waarop een beeld stond van Onze Lieve Vrouw en hij bekeek dat beeld eens nauwkeurig. Het leek hem buitengewoon mooi; hij ging nog dichter bij het beeld staan en zei: ‘O schone Maagd Maria, ik vond het meisje dat mij deze ring gaf al mooi en rein, maar u bent warempel nog veel reiner en mooier! Ik wil u deze ring geven en op die manier met u trouwen. Neem hem alstublieft aan, samen met mijn belofte van trouw!’ En onze Vrouwe stak haar hand uit en bood hem haar ringvinger. De jongeman schoof de ring daaraan, en het beeld trok de hand weer terug. En toen de student deze gunst van Maria zag, dankte hij haar oprecht en blij.
Maar niet lang daarna vergat de student zijn trouwbelofte aan Maria, misleid als hij werd door de listen van de duivel, en afgeleid door zijn vele gesprekken met het meisje van de ring. En toen hij met dit meisje in het huwelijk trad, raakte Maria zeer vertoornd. Toen het jonge echtpaar 's avonds naar bed was gegaan, viel de jonge man na een lang gesprek van vermoeidheid in slaap. Daarom kwam de reine maagd Maria, die ook haar dienaar rein wilde houden - van wie ze wist dat hij nu nog kuis was - en ging tussen hem en zijn bruid in liggen... Verontwaardigd zei ze: ‘Pak aan, gemene trouweloze dienaar, ellendeling, hier is je ring terug, waarmee je mij je trouwbelofte gaf. Je zei toen dat ik mooier en reiner was dan zij! Maar als dat zo is, waarom kies je dan toch voor haar en waarom laat je mij in de steek?’ En meteen gaf ze hem een stoot in zijn zij en stapte uit bed.
De man werd half wakker, tastte naast zich naar de ring en vond hem daar. Maar omdat hij nog slaperig was, liet hij de ring weer vallen; hij dacht dat hij het allemaal gedroomd had en sliep weer verder. Maria kwam echter voor de tweede maal bij hem en maakte hem nu helemaal wakker. Hij keek op en zag