Volk. Jaargang 3

[p. 263]

Maurits Bilcke: De Zanger

Gij hebt in menig lied de trotsche torens van dit land bezongen,
de stoere, stijve koppigheid van dit verbeten Volk.
Uw harde woorden zijn soms diep ons in het hart gedrongen
en blinken in de donkren strijd als flitsen van mijn scherpe dolk.

Gij zijt de stem, het luid geweten van de tijd
dat nimmer door geweld tot zwijgen wordt gebracht.
Gij zijt de stapmarsj van den stoet die zingend voorwaarts schrijdt,
de zang der fakkeldragers in den langverwachten nacht.

Wij zullen op het rhythme van uw driftig lied
de nieuwe tocht naar het beloofde land beginnen.
Klaroenen schallen luid. Wij wijken niet.
Daar is een Volk in nood, dat wij tot in den dood beminnen.