Herrie rond de Limburgsche grens. -
Men kent het geval voldoende uit de menigvulde persartikels in een paar katholieke Noordnederlandsche kranten, die door de Vlaamsche pers met de noodige dosis schaamtegevoel overgedrukt werden: langs deze zijde van de Hollandsch-Limburgsche grens rijzen sedert een paar maanden overal het soort huizen dat men in fatsoenlijke gezelschappen niet pleegt te vernoemen, bij wijze van spreken, als paddestoelen uit den grond. De Nederlandsch-Limburgsche jeugd maakt van dit soort geleqenheden een zoo ijverig en veelvuldig gebruik, dat na de Hollandsche borrel-vergunninghouders, ook het geestelijk en wereldlijk gezag aldaar zich over deze toestanden ongerust gemaakt, en de Nederlandsche pers betrokken hebben in wat ze terecht noemen een moreel schandaal. Inderdaad ligt hier voor de justicie een terrein open waarop ze zich volgens herhaaldelijke ondervinding slechts weigerig schijnt te begeven. We vragen ons trouwens af welke de houding is van de burgervaders der betrokken gemeenten, die in dezen volstrekt bevoegd zijn. Inderdaad is het een weinig vleiende reputatie welke Vlaanderen bezig is te verwerven bij zijn Noorderburen, en die de faam van vulgariteit welke onze ‘Belgische’ ontspanningsgelegenheden in het buitenland geniet, alle eer aandoet. Hebben de Noordnederlandsche kranten er echter al eens aan gedacht dat deze speciale ‘gelegenheden’ vrijwel uitsluitend dienen voor de bevolking der Nederlandsche grensdorpen, en de Vlaamsche bevolking der betrokken gemeenten zich geheel afzijdig houden van dit soort divertissement? Weten ze dat ze speciaal gesticht werden met het oog op de Noordnederlandsche bezoekers, financieel soms geheel in handen van Nederlandsche zaakjesmenschen zijn, en aldus in feite een parel te meer aan de befaamde kroon der Hollandsche hypocriete deugdzaamheid; - dezelfde deugdzaamheid die den Hollandschen burger de eigen badsteden, waar het calvinisme, mitsgaders de schijndeugd, het zedelijk
sans-gêne tamelijk scherp inperkte, deed vluchten en onze eigen Vlaamsche kuststeden omtooverde tot Noordnederlandsche kolonies waar quasi-nudistische esbattementen door hen even druk gefrequenteerd worden als hun wanhopige pogingen tot het voeren van Fransche conversaties met de obers en kamermeisjes der hotels. Dezelfde deugdzaamheid die de sleutel is van het druk verkeer der Hollandsche toeristenautobussen in de statiekwartieren van Brussel, Antwerpen en Luik, en bijvoorbeeld telkens na de beroemde Holland-België-matchen de vermaakgelegenheden der betrokken steden omtoovert in een soort zwijnenpoel waar onze eigen menschen zich over schamen en die den Hollandschen toerist de reputatie bezorgen die men boven den Moerdijk zoo graag aan onze eigen landgenooten toekent.
Misschien vinden sommigen deze woorden hard. We nemen ze echter des te vrijmoediger in den mond omdat we Dietschers zijn. Er komt misschien een moment dat we dit alles niet meer zonder meer zullen verdragen, niet eens ‘Noordnederlandsche’ zwijnerijen aan dezen kant van de grens...
R.V.