‘Volk’ zet zijn derden jaargang in
Met dit nummer beginnen we onzen derden jaargang. Dat dit mogelijk is, getuigt voor de levensvatbaarheid en de specifieke roeping van dit maandschrift. Wanneer we de twee voorbije jaargangen doorbladeren meenen we ons niet te moeten schamen over dit kortstondig verleden; we beloofden het jonge, vrijmoedige woord te spreken over de problemen van nationale en sociale, van kultureele en geestelijke orde, en te strijden tegen verwording, halfheid en dilettantisme in het leven en in de kunst. We wilden getuigen voor de schoonheid welke zich niet schaamt om haar dienstbaarheid aan de waarheid, en de kunst en de literatuur herstellen in hun beteekenis als de groote draagsters der Dietsche kultuur. We stelden ons voor de geestelijke energieën van onze volksgemeenschap levend te houden, en het gebroken kontakt tusschen den kunstenaar en deze gemeenschap te herstellen; we wilden, uitgaande van onze levensbeschouwing als militante kristenen en Dietschers, als kunstenaars eenheid verwezenlijken tusschen deze levensbeschouwing en ons werk. We wilden ons even ver houden van individualistische poezie als van psycho-analysme of uitgesproken programmatisme in den roman. We wilden bijdragen om de kunst en de letterkunde nationaal te maken in Vlaanderen. Wij vorderen de eer op, aankondigers te zijn van den nieuwen tijd die in aantocht is. Onze strijd gaat dus niet om personen, maar om waarden die ons boven alles duurbaar zijn. Dat zij ons oordeelen die naar de toekomst gekeerd staan. Aan deze woorden uit de inleiding der vorige jaargangen, hebben we niets te wijzigen of toe te voegen. Ieder weet wat hij aan ons heeft. Dat de lezer de twintig verschenen nrs nasla en kijke of we inderdaad altijd vrijmoedig en eerlijk getuigd hebben, ook wanneer onze getuigenis geen aangenamen klank had in de ooren der machtigen en officieelen. We hebben praktisch een groot deel der jonge krachten van dit land verzameld om ons tijdschrift; de belangrijke verschijnselen op gebied van
letterkunde, film en toneel hebben we op den voet gevolgd vanuit het standpunt onzer nationale en katholieke levensbeschouwing. We zijn gedurende twee jaar geweest het orgaan van de jonge strijdende gedachte in dit land. Het feit dat onze tarijke abonné's ons trouw beven na den eerste jaargang, bewijst dat onze lezers onze arbeid waardeeren; we hopen dat ze ons bij den ingang van dit nieuwe jaar niet in den steek zullen laten.
VOLK.