Volk. Jaargang 2(1936-1937)– [tijdschrift] Volk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 246] [p. 246] Loe Maas: Limburgsche Madonna De zon heeft al haar goud versponnen de avond is een blauwe tent en zilver is een fluit begonnen het wonder lied dat ieder kent die nog opziet naar den hemel en de aarde niet versmaadt, nog gelooft dat in den schemer Maria langs de velden gaat. Haar tred is als het zoetste droomen; haar slapen geuren van den dauw die afdrupt van de appelboomen. Haar oogen zijn van vijverblauw. De vinken in de koele struiken slaan maar zacht hun wit refrein en waar Zij nadert daar ontluiken anemoon en wilde tijm. En waar ze komt daar rijst vertrouwen; De bloesem is een wit kantiek dat opruischt in het schemerblauwen. Avond is zoo brooze muziek. Dorpen zijn ivoren snoeren voor een koninginne-hand. Heiligen zijn al de boeren, zoet als myrrhe is hun land. Woorden zijn maar aureolen even glanzend in hun waan; maar menschen zijn als boschviolen die voor een beeld der moeder staan. [pagina 247] [p. 247] Zij zijn het lied der rijpe landen, de adem van het fluisterwoud: maar vruchtbaarheid komt van Haar handen, Madonna, moeder, mild behoud. S. VANSINA-VERELLEN Vorige Volgende